14. Toegankelijke, brede en gelijkvloerse voetpaden

In een openbare ruimte die voor iedereen toegankelijk is, zijn toegankelijke, brede en gelijkvloerse voetpaden aanwezig. Prettige voetpaden nodigen uit tot beweging, wat bijdraagt aan de fysieke en mentale gezondheid van inwoners. Ook zijn deze voetpaden voor mensen met een beperking toegankelijk, wat belangrijk is voor de inclusiviteit van de openbare ruimte. Als gemeente kun je richtlijnen introduceren voor voetpaden. Verder kan in de omgevingsvisie worden opgenomen dat nieuwe voetpaden in de gemeente toegankelijk zijn voor mensen met een beperking en in het omgevingsplan kan dit voor gebieden specifiek worden uitgewerkt. Betrek hiervoor ervaringsdeskundingen.

Voorbeeld:

Woonerven 2.0. CROW heeft een studie gedaan naar een nieuwe vorm van woonerven met inrichtingen van de weg die het bijvoorbeeld veiliger maken voor kinderen om buiten te spelen.

Toegankelijke, brede en gelijkvloerse voetpaden draagt ook bij aan:

15. Veilige en groene (door)fietsroutes

Veilige en aantrekkelijke (door)fietsroutes kunnen meer dagelijkse beweging stimuleren, doordat mensen eerder geneigd zijn om met de fiets te gaan als het prettig fietsen is. Om de fiets een prettig alternatief te laten zijn, moet dit op een veilige en prettige manier kunnen. Bijvoorbeeld over brede fietspaden gescheiden van andere verkeersstromen met weinig stoplichten. In de omgevingsvisie kunt u aangeven dat u gaat inzetten op gezonde mobiliteit met het stimuleren van ov en de fiets in bepaalde gebieden. In een omgevingsprogramma kunnen deze doelen worden geconcretiseerd, bijvoorbeeld door voldoende ruimte te reserveren voor deze fietsverbindingen en de voorzieningen die daar verder voor nodig zijn, zoals fietsenstallingen bij ov-knooppunten, en veilige fiets- en wandelroutes.

Voorbeeld:

De gemeente Waalre heeft in het uitvoeringsplan fiets 2020-2030 richtlijnen opgesteld waaraan de fietspaden moeten voldoen.

Veilige en groene (door)fietsroutes draagt ook bij aan:

Thema 4: Beweging, sport en spel

16. Faciliteren en stimuleren duurzame mobiliteit

Elektrisch vervoer kan een belangrijke bijdrage leveren aan de gezonde leefomgeving. Denk hierbij aan een elektrische fiets in plaats van een scooter, of een elektrische auto in plaats van een brandstofauto. U kunt hier als gemeente op inzetten door elektrisch vervoer in wijken te faciliteren en stimuleren. Bijvoorbeeld door het plaatsen van laadpalen en het aanwijzen van speciale parkeerruimte voor elektrische deelfietsen/deelauto’s in de wijk. U kunt in de omgevingsvisie ambities opnemen op het gebied van elektrisch vervoer. In het omgevingsplan kunnen ook specifieke maatregelen zoals specifieke regels over laadpalen worden opgenomen.

Voorbeeld:

Subsidies voor een elektrische laadpaal in de gemeente Eindhoven.

17. Stimuleren van fietsen en wandelen

Actief vervoer draagt sterk bij aan de hoeveelheid dagelijkse beweging. Het gaat bijvoorbeeld om fietsen, wandelen, maar ook skaten en steppen. Meer beweging draagt bij aan een betere fysieke gezondheid van inwoners, doordat het overgewicht en ziekten die daarmee samenhangen, zoals hart- en vaatziekten, diabetes en kanker kan voorkomen. Ook zorgt meer actief vervoer voor een betere milieukwaliteit, zoals een lagere geluidsbelasting, minder luchtverontreiniging (en indirect minder hinder, hart- en vaatziekten, luchtwegaandoeningen en longkanker) en draagt het bij aan de verkeersveiligheid. U kunt het stimuleren van actief vervoer opnemen in de omgevingsvisie, omgevingsprogramma en het omgevingsplan, bijvoorbeeld door middel van het STOMP-principe. Let er wel op dat de luchtkwaliteit goed is in gebieden waar u actief vervoer stimuleert en houd daar met routes rekening mee.

Voorbeelden:

  • Voorbeeld planregels van GGD GHOR Nederland:
    • Veilige routes afgeschermd van gemotoriseerd verkeer: ‘er zijn fietsstraten’
    • Ruimte voor kinderen om buiten te spelen: speelstraten
    • Langzaam-verkeerroutes zijn zoveel mogelijk op elkaar aangesloten en bevatten geen onveilige (kruis) punten.
    • Voetpaden hebben een vlakke en stroeve ondergrond. (Bron: Prettige Plekken - Handboek mens & openbare ruimte, Kuitert en Maas)
    • Vergunningenstelsel introduceren: parkeerrestricties regelen bij de functie 'fietsen' (geen langsparkeren bijvoorbeeld), minimale trottoirbreedtes, et cetera. 42
    • Eisen aan vergunningen in het gebied dat de functie 'fietsen' heeft gekregen, om de functie te versterken. Bijvoorbeeld maximale winkeloppervlakten, percentage horeca, et cetera;
    • Eventueel omgevingswaarde introduceren: vanaf bepaalde verhouding fietsers - gemotoriseerd verkeer wordt een straat een fietsstraat. Dan is het fietsstraat programma een verplicht programma.
    • Definieer een minimum en maximum aantal parkeerplaatsen.
    • Voldoende fietsstalling via een fietsparkeernorm, en ruimte voor fietsparkeren in de voortuin (waar fietsparkeren achter het huis veel extra tijd vraagt of niet mogelijk is)
    • Plan in een gebouw trappen binnen 7,5 meter van entree, dichtbij de lift(en) en zorg dat trappen eerder zichtbaar zijn dan liften (Bron: Inspiratiedocument lopen en fietsen, CROW)
    • Dit omgevingsplan is in [gebied] mede gericht op het realiseren van duurzame en gezonde / beweegvriendelijke woonwijken.
    • Dit omgevingsplan is in [gebied] gericht op infrastructuur waarbij actief vervoer de standaard is en gemotoriseerd verkeer teruggedrongen wordt.
  • STOMP. Om dagelijkse beweging te stimuleren, kunt u gebruik maken van het STOMP-ontwerpprincipe. Met STOMP wordt in het ontwerpproces prioriteit gegeven aan duurzame mobiliteitsvormen en krijgen minder duurzame vormen een lagere prioriteit. Bij het STOMP-ontwerpprincipe wordt gewerkt met 5 opeenvolgende voorkeuren voor vervoer: stappen , trappen, OV, MaaS en privé-auto.
  • Het Hoefkwartier in Amersfoort is ontworpen met veel ruimte voor fietsers en voetgangers. Voor deze handreiking spraken we Jagoda Krzystanek, Adviseur Duurzaamheid, Peter Richters, Adviseur Stad en Ontwikkeling en Silvio Milia, Beleidsregisseur van de gemeente Amersfoort over het Hoefkwartier in Amersfoort: “Er is een heel breed projectteam, waarin verschillende teams en domeinen zijn aangehaakt. Deze waren integraal betrokken bij het opstellen van het ontwikkelkader. Hierdoor kon meegenomen worden hoe verschillende maatregelen en effecten elkaar kunnen versterken.”. Het hele interview leest u in bijlage 3.

Stimuleren van fietsen en wandelen draagt ook bij aan:

18. Snelheid verlagen in de bebouwde kom

Het verlagen van de snelheid naar 30 km/u in de bebouwde kom heeft verschillende voordelen. Het draagt bij aan de verkeersveiligheid, het aantal ernstige ongevallen neemt af met 20-30% bij een daadwerkelijk lagere snelheid. Een snelheid van 30 km/u leidt tot een geluidsreductie van circa 3 dB. Tevens leidt een lagere snelheid tot 2-3% minder verplaatsingen met de auto. Het leidt tot minder geluidsoverlast en de invoering kan leiden tot minder CO2-uitstoot.

Voorbeeld:

Snelheid verlagen in de bebouwde kom draagt ook bij aan: