VNG Magazine nummer 9, 3 juni 2022

Tekst: Leo Mudde | Beeld: Marco Vellinga

Het concept is zo eenvoudig, dat je je afvraagt waarom niet elke gemeente er gebruik van maakt: de inzet van sleutelpersonen bij de inburgering van statushouders. In de Achterhoek doen ze het, en met succes.
 

Renske Waardenburg

De acht gemeenten en de arbeidsmarktregio in de Achterhoek werken met meer dan twintig sleutelpersonen, mensen die zelf migrant of vluchtelingen zijn en inmiddels het vertrouwen binnen de plaatselijke gemeenschap hebben en een brugfunctie kunnen vervullen tussen statushouders, instanties en gemeenten.

Het Verwey-Jonker Instituut evalueerde de Achterhoekse aanpak met sleutelpersonen en concludeerde: het werkt. Dankzij de sleutelpersonen worden ook de mensen bereikt die het Nederlands niet machtig zijn of om welke reden dan ook argwanend of afwachtend staan tegenover instanties. En sleutelpersonen kunnen als geen ander bij gemeenten aangeven wat ze al goed doen en wat beter kan. Zij zijn immers ervaringsdeskundigen en kunnen daarnaast hun ervaringen en kennis in het bredere perspectief van participeren in de Nederlandse samenleving plaatsen.

Eigenlijk is het heel knap als je hier kunt inburgeren

Renske Waardenburg is namens Divosa, de kennis- en netwerkorganisatie voor gemeentelijk leidinggevenden in het sociaal domein, regiocoördinator inburgering in de Arbeidsmarktregio Achterhoek en een spin in het web van partijen die met inburgering te maken hebben, waaronder gemeenten en werkgevers. Het kost haar weinig moeite voorbeelden te noemen van situaties waarin sleutelpersonen hun meerwaarde bewezen.

‘Bij een zomerschool was een spreekuur voor ouders georganiseerd, maar de inburgeraars kwamen niet opdagen. Omdat, zei een sleutelpersoon, het woord “spreekuur” was gebruikt. Dat betekende voor hen een bezoek met een ziek kind aan een arts. Ander voorbeeld: wanneer je als werkende in de zorg een hoofddoek draagt en je moet een man wassen, dan is het nuttig om van een ervaren landgenoot te horen hoe je daarmee om moet gaan. Omgekeerd werkt het ook: werkgevers die ervaring hebben met werknemers met een hoofddoek, kunnen andere werkgevers vertellen dat dat best kan. Want dat speelt hier nog wel: kan iemand met een hoofddoek achter de kassa zitten?’

Is het moeilijk om aan voldoende sleutelpersonen te komen?
‘Ik vertel aan nieuwe raadsleden dat een gemeente als Oude IJsselstreek 77 nationaliteiten telt. Daar kijken ze van op. Dus samen met de andere Achterhoek­gemeenten komen we een heel eind. Wat ook niet altijd gemakkelijk is, want niet elke gemeente beschikt altijd over de juiste sleutelpersonen, die moeten dus nogal wat reizen. Daarom ben ik weleens jaloers op grote steden, daar zijn de afstanden tenminste kleiner. En sleutelpersonen maken door dit werk ook hun eigen netwerken en vinden dan werk, dan zijn we ze kwijt. Soms is het vrijwilligerswerk zo intensief dat het een betaalde baan moet worden. We zoeken naar mogelijkheden om dit in de regio goed te organiseren.’

Of inburgering een succes is, hangt niet alleen van gemeenten af

Sinds 1 januari zijn gemeenten nog meer verantwoordelijk voor de inburgering van statushouders dan ze al waren, bijvoorbeeld voor het inkopen van de leerroutes. Pakken ze dat goed op?
‘In de Achterhoek hebben we die inkoop van nieuwe leerroutes op tijd kunnen doen, doordat we de markt al goed kenden. Veel regio’s moeten dat proces nog afronden. Of inburgering een succes is, hangt niet alleen van gemeenten af. Voor een goede inburgering zijn meer partijen nodig. Wat helpt, is dat er nu krapte op de arbeidsmarkt is en werkgevers overgaan tot het in dienst nemen van mensen die wat meer begeleiding nodig hebben. Maar het kan beter, ze zouden wat langer de tijd moeten nemen om mensen in te werken en niet alleen met taal moeten werken, maar ook met plaatjes en filmpjes. Wat ook beter kan, is mensen direct plaatsen in de regio waaraan ze gekoppeld zijn voor een woning. In Bocholt, in Duitsland, worden mensen direct gekoppeld aan een Kreis. Ze kunnen daar vroeger starten met inburgeren. Hier zien we dat mensen in een azc in Vlissingen moeten wachten op een huis in de Achterhoek, dan is de start al direct een stuk lastiger.’

Waarom doen we het dan niet als de Duitsers?
‘Ook hier zie je grote verschillen tussen de stad en het platteland. Grote steden hebben vaak een eigen asielzoekerscentrum, of een azc in de buurt waarmee ze samenwerken. Wat de Achterhoek betreft: Winterswijk en Zutphen hebben een azc, hier zijn de afstanden veel groter, daardoor kun je niet zo snel al een inburgeringservaring opdoen. Omgekeerd geldt het ook: mensen uit Winterswijk of Zutphen moeten naar de Randstad en zitten dan hier heel lang te wachten tot er in het westen een woning vrijkomt. In theorie weten we hoe het moet, maar in de praktijk werkt het nog niet zo.’

Gaat inburgering in een diverse stad als Amsterdam sneller dan in een gemeente als Aalten?
‘Hier in de Achterhoek worden statushouders goed geholpen, maar de Achterhoekers moeten ze wel eerst leren kennen. We zijn hier niet zo gewend aan andere culturen, werken met anderstaligen is minder vanzelfsprekend dan in Amsterdam. Eigenlijk is het heel knap als je hier kunt inburgeren. Je zult maar als Eritreeër in Gendringen komen, een heel klein plaatsje waar niet veel donkere mensen wonen en je je niet verstaanbaar kunt maken. Dan word je toch een beetje vreemd aangekeken. Ik vind het echt ongelofelijk goed als het je dan toch lukt om je aan te passen en een baan te vinden.’

Bij ons past de opvang in gastgezinnen beter

En dan hebben we het nog niet eens over de Nederlandse regeltjes waar ze tegenaan lopen, bijvoorbeeld diploma’s die niet worden erkend.
‘Ja dat kan ook wel beter. In Duitsland mogen mensen sneller meelopen in de praktijk om te laten zien wat ze kunnen. Een van de statushouders hier was docent verpleegkunde en wilde zo graag aan de slag. Hij moest zijn cijferlijst van zijn school laten zien, maar dat kon hij niet, die school bestond ook helemaal niet meer. Daardoor kon hij geen BIG-registratie krijgen. Dus ja, het is wel zinvol om meer te kijken naar wat iemand daadwerkelijk kan.’

Zijn gemeenten goed op weg met de inburgering?
‘Het is heel complex. Een van de meest elementaire dingen ging niet goed op 1 januari. DUO had haar informatievoorziening niet op orde, waardoor mensen niet gelijk aan de slag konden. En gemeenten zijn afhankelijk van landelijke afspraken over bijvoorbeeld de financiering van de kosten voor de onderwijsroutes. Ook was afgesproken dat gemeenten inburgeraars financieel zouden ontzorgen, dat blijkt in de praktijk niet te lukken. Gemeenten waren voorbereid, maar in de praktijk zijn er nog wat hobbels te nemen. Het is nog te vroeg om te kunnen zeggen of gemeenten het goed gaan doen, ook al omdat alleen de statushouders die dit jaar een verblijfsvergunning krijgen onder de nieuwe wet vallen. We hebben nu nog veel mensen die voor 2022 een verblijfsvergunning kregen.’

En toen kregen ze ook nog met de vluchtelingen uit Oekraïne te maken.
‘Dat extra werk komt vaak neer op dezelfde ambtenaren, die er in kleine gemeenten al veel naast moeten doen. Op congressen zie je dat grote steden twee of drie mensen afvaardigen, wij hebben daar niet de tijd voor. Ik zeg bij Divosa ook altijd: kom niet aan met voorbeelden van Amsterdam of Utrecht, want dat kan bij ons niet. Bij ons past de opvang in gastgezinnen beter. Er worden nu wel mensen geworven voor de Oekraïense vluchtelingen, maar je ziet ook dat mensen van baan wisselen. Bij de acht Achterhoekgemeenten zitten nu drie tijdelijke krachten. Die zijn heel professioneel, maar het is jammer dat er geen vast personeel op zit. Daar komen nu nieuwe wethouders bij, die moeten ook ingewerkt worden. Het is best een heftige tijd.’

Wie is…

Renske Waardenburg is regiocoördinator Inburgering in de Arbeidsmarktregio Achterhoek. Daarvoor was zij onder meer adviseur Sociaal domein bij de gemeente Oude IJsselstreek. Ze was ook raadslid in Aalten (GroenLinks) en lid van provinciale staten van Gelderland.