VNG Magazine nummer 9, 3 juni 2022

Tekst: Saskia Klaassen | Beeld: Simon Lamme/gemeente Amersfoort)

Nu de Wet inburgering bijna een halfjaar in werking is, stopt het ondersteuningsprogramma van VNG en Divosa. Voor koploper Amersfoort gaat met de wet een wens in vervulling, al zijn er wel zorgen over het beschikbare budget.
 

Ondersteuning inburgering

Even vooropgesteld: wethouder Cees van Eijk (GroenLinks) van Amersfoort is ‘zeer blij’ met de nieuwe Wet inburgering die op 1 januari in werking trad. ‘Eindelijk krijgen gemeenten de kans om het inburgeringstraject geïntegreerd op te pakken met het sociaal domein, onderwijs en arbeidsmarkt. Inburgeren wordt daarmee méér dan alleen een inburgeringsexamen halen, we begeleiden statushouders echt bij het deelnemen aan de samenleving.’ In het verleden moesten inburgeraars hun onderwijs zelf inkopen, een drama. ‘Kijk wat effectief is en ga doen wat werkt. Maar maak er geen politieke toestand van.’

Ambities
De wethouder zat in de VNG-delegatie die met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) onderhandelde over de wet. Er was sprake van ‘gretigheid’ van de kant van gemeenten om de inburgering naar zich toe te trekken, blikt hij terug. ‘Omdat we heilig geloven dat de inburgering integraler en productiever kan.’ Toch gingen de gesprekken vooral over geld. Of de financiële randvoorwaarden voldoende zijn, is de vraag, zegt Van Eijk. ‘Het wordt kielekiele, en dan zijn de kosten van de onderwijsroute nog niet eens structureel gedekt.’

Natuurlijk voeren we de wet keurig uit, maar we leggen ook eigen accenten

De gemeente krijgt van het rijk gemiddeld tienduizend euro per persoon. Daar moet nu, naast taalonderwijs, veel meer begeleiding voor worden gegeven. ‘Gelukkig doen wij in Amersfoort al veertig jaar zaken met een stedelijke organisatie met veel ervaring hiermee. Daarnaast hebben we veel maatschappelijke initiatieven, vanuit de kerk of op een andere manier georganiseerd. Al deze organisaties hebben we gebundeld tot een stevig netwerk. Dat gaf ons een voorsprong.’
Onder andere Amersfoort, Arnhem en Amsterdam zijn koplopers, bevestigt Dorien Malawau. Zij is vanuit de VNG betrokken bij het ondersteuningsprogramma van VNG en Divosa voor de invoering van de nieuwe wet. Het programma draaide de afgelopen 2,5 jaar met subsidie van SZW. De projectleider ziet dat de verandering voor gemeenten groot is. ‘De ambities zijn hoog, al is het alleen maar op het gebied van het taalniveau dat voor een aantal groepen is verhoogd naar B1.’

Met de wet spelen
Bij het ondersteuningsprogramma konden gemeenten terecht met vragen over zaken als de inkoop van diensten, het financieel ontzorgen van inburgeraars en kinderopvang. Maar ook over adviseren richting goede taalaanbieders voor gezinsmigranten, die als enige groep het onderwijs nog steeds zelf moet inkopen. Er waren webinars en netwerkbijeenkomsten, daarnaast konden gemeenten bij beide organisaties terecht voor informatie. Vanuit Divosa werd daarnaast de regionale samenwerking bevorderd ‘zodat alle gemeenten het wiel niet zelf hoeven uit te vinden’.

Statushouders moeten lang wachten in azc’s op huisvesting

Ook Amersfoort pakte als trekker deze regionale taak op en biedt een menukaart aan. ‘Veel uitvoeringszaken zoals het onderwijs neemt de regio over’, is de ervaring van de wethouder. ‘Alleen het maken van een persoonlijk plan, een taak die wij uitbesteden aan de eerdergenoemde maatschappelijke partner, doen de individuele gemeenten liever zelf.’ De regio keek in eerste instantie de kat uit de boom, zag Van Eijk. ‘Als je geen ervaring hebt met inburgering is het logisch dat je gewoon de nieuwe regels sec uitvoert.’
Amersfoort had die ervaring wel en ging met de wet spelen. ‘Natuurlijk voeren we de wet keurig uit, maar we leggen ook eigen accenten.’

Vanaf het eerste moment doorlopen de inburgeraars een programma waarin niet alleen aandacht is voor taal, maar ook voor andere aspecten waarmee ze te maken krijgen. Daarbij onderscheidt Amersfoort twee hoofdroutes: een standaard-integratieroute en een jongerenroute. ‘We kijken dus goed naar de levensfase en wat je met de participatie in de stad wilt bereiken. Bij jongeren zetten we in op in het onderwijssysteem terechtkomen en bouwen aan je cv. Bij oudere asielstatushouders wordt meer aandacht besteed aan het leggen van een basis voor het leven in de stad. Daar hoort ook een ander taalaanbod bij dan het ambitieuze B1 dat de wet voorschrijft.’

Toch zijn er ook zorgen. Er moeten nog definitieve afspraken worden gemaakt over het taalaanbod, dat voorheen deels in handen was van de roc’s. Voor een lager bedrag kunnen de onderwijsinstellingen het taalonderwijs niet uitvoeren, waardoor sommige gemeenten in de problemen kunnen komen. Het financieel regelen van de onderwijsroute is een veelgehoord knelpunt. De roc’s willen het liefst hun oude positie terug, maar gemeenten willen de regie niet afstaan, zegt Van Eijk. ‘Een actievere rol van het ministerie van Onderwijs zou hierbij helpen.’

We moeten nieuwsgierig blijven naar hoe andere gemeenten het doen

Torenhoge ambities
Maar het grootste probleem blijft de huisvesting. Het vraagt volgens projectleider Malawau ‘veel creativiteit’ van gemeenten om hiervoor een oplossing te vinden. Zo ook in Amersfoort. ‘Huisvesting is een megaprobleem, op twee fronten. We willen kansrijke asielstatushouders zo snel mogelijk laten starten in de regio. Een nieuw huis, de inrichting, kennismaken met de buren – alles gaat gelijk op. Dat is mooi zolang er huizen zijn. Maar daaraan is op dit moment een groot tekort.’

Nu moeten statushouders lang wachten in asielzoekerscentra (azc’s) voordat er een plekje is. ‘Dat is dodelijk voor het perspectief van de statushouders zelf, maar ook frustrerend voor de gemeente die zo snel mogelijk wil beginnen met het inburgeringstraject in de regio.

Kansen
Ondanks alle knelpunten en de ‘torenhoge ambities’ wat betreft het taalniveau ziet wethouder Van Eijk vooral kansen. ‘De Wet inburgering is een lerende wet, we moeten dus nieuwsgierig blijven naar hoe andere gemeenten het doen. Zo maakt Amersfoort dankbaar gebruik van een app die in Utrecht is ontwikkeld voor het financieel zelfstandig maken van statushouders. Tegelijkertijd realiseer ik me dat wij ook nóg meer met de regio moeten delen. Onderwijs en arbeidsmarkt zijn immers ook regionaal georganiseerd.’

Ook Dorien Malawau heeft nog een tip voor gemeenten. ‘Inburgering is de start van een langer lopend integratietraject. Maar daarmee ben je er niet. Zorg dus óók voor draagvlak in de samenleving en maak goede verbindingen in de wijken, zodat mensen elkaar kunnen ontmoeten.’

Op 1 juli stopt het ondersteuningsprogramma, maar de website met producten en informatie blijft beschikbaar. Hetzelfde geldt voor het mailadres, waar gemeenten terechtkunnen met vragen.