VNG Magazine nummer 7, 16 april 2021

Tekst: Marten Muskee | Beeld: Shutterstock

Hoe maak je de regionale economie klaar voor de periode na corona? Een VNG-taskforce moet het antwoord op die vraag vinden. Zwolle nam alvast een voorschot door te inventariseren wat ondernemers nodig hebben om weer op te starten.
 

Zwolle

Met de Taskforce economisch herstel bundelen verschillende VNG-commissies en de netwerken van G4, G40, M50 en P10 hun krachten om bij te dragen aan een duurzaam herstel van regionale economie. De taskforce richt zich op het midden- en kleinbedrijf, de arbeidsmarkt en de human capital agenda (vergroten van de werkgelegenheid), en op de centra in binnensteden en dorpskernen.
Volgens voorzitter Boaz Adank (VVD), wethouder in Breda en lid van de VNG-commissie Economie, Klimaat, Energie en Milieu, kan de taskforce de inhoudelijke boodschap beter voor het voetlicht brengen. ‘Zowel sociale als economische componenten spelen een rol. Dat vraagt om een betere en bredere afstemming, om zo tot een herstelagenda te komen die we bij het rijk kunnen neerleggen.’

Opstarten

Ondernemers vragen zich af hoe ze straks met goed fatsoen goed kunnen opstarten als de beperkende maatregelen zijn opgeheven, horen ze in Zwolle. De gemeente hield de afgelopen periode een belactie. Wethouder René de Heer (VVD) van Zwolle, ook bij de taskforce betrokken vanuit de human capital agenda, heeft veel geleerd van die gesprekken. 
Hoe de lokale en regionale economie nieuw leven in te blazen is, is afhankelijk van de vertrekpositie van bedrijven. Veel ondernemers worstelen zich met kredieten, leningen en schulden door deze periode, waardoor hun liquiditeitspositie onder druk staat. Adank: ‘ De vraag is, hoe zij in een relatief overzichtelijke periode die schuldenlast op een gezonde manier kunnen wegwerken. Daar zitten diverse discussies achter, zoals die over de omgang van het rijk en de gemeenten met de uitgestelde belastingen. Geven gemeenten bijvoorbeeld straks weer extra ruimte om terrassen uit te breiden, zodat ondernemers meer capaciteit hebben om hun schulden te verlagen?’ 
Het gaat om meer dan geld alleen, zegt Adank. Veel ondernemers zitten op een moreel dieptepunt. Uit onderzoeken in Breda blijkt dat ze zonder perspectief terneergeslagen zijn en somber over de toekomst. ‘We moeten ervoor zorgen dat ondernemers er straks weer enthousiast tegenaan gaan. Daarom vind ik de belactie van Zwolle prachtig, daar pakken we onze rol als eerste overheid. De gemeente is cruciaal in het eerste contact met ondernemers, niet de RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, red.) of de Kamer van Koophandel. Waardering, ondersteuning en gehoord worden, dat zijn de sleutels om samen het herstel met goede moed tegemoet te treden. Dat is niet in geld uit te drukken.’ 

Veel ondernemers zitten op een moreel dieptepunt

Schrijnende verhalen

De Heer kan dit bevestigen. Zwolle belde na de zomer tweehonderd ondernemers die gebruikmaken van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo). Hoe gaat het met ze, en wat hebben ze nodig van de gemeente? De Heer: ‘Die belangstelling werd zeer gewaardeerd. Er leven veel vragen over de mogelijkheden om weer te kunnen opstarten. We hoorden ook schrijnende verhalen over de financiële toestand van bedrijven en de psychosociale toestand van mensen.’
Om tot een vraaggerichte crisisherstelaanpak te komen, werd de belactie van Zwolle regionaal overgenomen. In 22 gemeenten werden meer dan tweeduizend ondernemers gebeld die steun krijgen op basis van de NOW-regeling. ‘We kunnen achter het bureau allerlei briljante dingen verzinnen, maar deze actie leverde een realistisch beeld op. We weten nu hoe de ondernemers er na een jaar voor staan en welke gerichte acties nodig zijn.’
De Heer sprak zelf ook diverse ondernemers. Sommige gesprekken duurden kort, omdat de bedrijven goed draaien. Maar de wethouder had ook gesprekken van anderhalf uur met ondernemers over de effecten van de beperkende maatregelen op hun soms noodlijdende bedrijven. ‘Sommigen proberen veerkrachtig hun bedrijfsprocessen aan te passen. Anderen zijn verdrietig omdat ze niet kunnen en mogen ondernemen. Ook zijn er mensen die psychische hulp zoeken. Die zien de zaak die ze hebben opgebouwd voor hun ogen afbrokkelen, zonder er iets aan te kunnen doen. Dat waren ingewikkelde gesprekken.’

Tweesporenbeleid

Opnieuw bleek de enorme waardering voor de persoonlijke betrokkenheid van het lokaal bestuur. De Heer: ‘Het geeft de erkenning en waardering voor de ondernemer die in de problemen zit. We blijven in de toekomst informatie bij hen ophalen.’ 
Ook regionaal leven er veel vragen over de herstelaanpak van de crisis. Duidelijk is dat er een tweesporenbeleid moet komen. Er zijn bedrijven die zo kunnen opstarten, maar die bevreesd zijn dat de banken niet meer klaarstaan om ze te financieren. Ook zijn er zwaar getroffen bedrijven die om hulp vragen de zaak zo netjes mogelijk te sluiten, om al dan niet een nieuwe start te maken. ‘Dat vraagt om een activeringsteam dat helpt bij de financiering en garantstelling, en om een ondersteuningsteam dat de stoppende ondernemer helpt. Denk aan het beperken van schulden en de begeleiding van het personeel.’

We moeten ervoor zorgen dat ondernemers er straks weer enthousiast tegenaan gaan

Stadscentra

De taskforce heeft de centra in binnensteden en dorpskernen tot brandpunt gemaakt, zegt Adank. Die vormen het meest zichtbare deel van de economie. Er was al sprake van leegstand, maar als de steunmaatregelen stoppen, neemt die leegstand waarschijnlijk toe. Gemeenten ervaren daar de gevolgen van, zoals verloedering. 
Bij het mkb focust de taskforce zich onder meer op het verbeteren van de digitalisering. ‘We zagen bedrijven die nog steeds met papieren ordners werkten. Die moesten heel snel omschakelen naar een suboptimale thuiswerksituatie. Verder moet er iets gebeuren met de financiële disbalans van bedrijven. De overheid vraagt het mkb ook een deel van de energietransitie te financieren. Dat lukt niet zonder vet op de botten. We werken aan een ondersteuningsprogramma voor die bedrijven op hun weg naar herstel en de transformatie.’  
De mismatch op de arbeidsmarkt was al een issue en de coronacrisis werkt als katalysator. Als het rijk geen ondersteuning had geboden, waren veel bedrijven failliet gegaan. ‘De werkloosheid is niet extreem gestegen. Wel bereiden we een infrastructuur voor om de mogelijk komende werkloosheid op te vangen. Zo weten we bijvoorbeeld dat er straks handjes nodig zijn voor de energietransitie. Daar kunnen de onderwijsinstellingen en bedrijven via hun personeelsbeleid op inspelen.’
De Heer kan dankzij de gesprekken de dienstverlening verder aanscherpen. ‘Zo zijn we in gesprek met ontwikkelmaatschappijen, financieringsinstellingen en banken, om te kijken hoe bedrijven weer kredieten kunnen krijgen. Banken zijn gebonden aan regels, maar er zijn ook particuliere investeerders. Als een bank onder de huidige omstandigheden nee moet verkopen aan een ondernemer die normaal wel krediet zou krijgen, kan een investeerder bijspringen. In de regio Zwolle wordt gewerkt aan één loket waar alle investeringspartijen bij elkaar zitten. Ondernemers hebben kapitaal nodig want veel is weggevloeid door de crisis. Ze vragen om extra tijd om spek op de botten te krijgen, en ze niet direct te belasten met het betalen van al die uitgestelde betalingen.’ 

Human capital agenda

De Zwolse regio werkt al aan de human capital agenda, waarin met allerlei partijen wordt gekeken naar de balans op de arbeidsmarkt. Dat wordt volgens De Heer extra belangrijk nu. ‘Daarom ben ik blij met de 1,4 miljard euro van minister Koolmees voor de begeleiding naar nieuw werk. We hebben net met alle partijen in deze regio die een beetje van dat geld krijgen, een bestuursakkoord afgesloten om samen vanuit één loket te werken. Als mensen straks echt hun baan verliezen, staat er een stevige organisatie klaar om te helpen.’
Gemeenten vormen een serieuze gesprekspartner als het gaat om die regionale economie, stelt Adank. Het rijk moet gemeenten daarin erkennen en met de lokale overheden willen samenwerken. ‘Daar moeten we met elkaar in groeien. Want eerlijk is eerlijk, gemeenten waren voorheen geen natuurlijke partner als het gaat om de regionale economie. Dat waren vaak de provincies. Wij moeten een been bijtrekken, maar gelukkig ziet het rijk dat wij de sleutel hebben om deze economische crisis te beperken.’

De VNG heeft een dashboard ontwikkeld dat inzicht geeft in de sociale gevolgen van de coronacrisis en de bijbehorende maatregelen. Lees meer >