VNG Magazine nummer 7, 16 april 2021

Auteur: Marten Muskee | Beeld: Hans Roggen

Het ambtelijk apparaat van Stichtse Vecht stopt met het schrijven van ‘niet-urgente’ beleidsnota’s. Door de coronacrisis is de rek eruit, verklaart wethouder financiën Jeroen Willem Klomps (VVD).
 

Jeroen Willem Klomps

Vanwaar dit besluit?
‘We moeten keuzes maken en focus aanbrengen, dat geldt voor elke gemeente. Voordat covid-19 uitbrak, stond gemeenten het water al aan de lippen, zowel financieel als in werkdruk. Wij hebben besloten voorlopig alleen te doen wat werkelijk bijdraagt aan het herstel van onze sociaal-maatschappelijke leefomgeving. We zetten de schaarse middelen geld, tijd en capaciteit zodanig in dat het extra rendeert voor onze inwoners en ondernemers. Steken we geld in het herstel van de economie of in de beleidsambities van het college en de gemeenteraad? Draagt het niet voor 100 procent bij aan het herstel van onze lokale gemeenschap, dan is de keuze snel gemaakt. Dat moet leidend zijn.’

Wat zijn de gevolgen hiervan?
‘Het college heeft afspraken met de gemeenteraad vastgelegd in de termijnagenda met deadlines voor beleidsstukken en nota’s. Dat gaat met deze capaciteit niet meer lukken. De coronacrisis zorgt voor 20 tot 30 procent meer werkdruk. Diverse zaken voor de volgende kwartalen gaan we niet doen. Dat leggen we vast in een raadsvoorstel, want we moeten samen die keuze maken. Een goed voorbeeld is het beleid op tiny houses in het kader van de woonvisie en duurzaamheid. Dat schuiven we door naar achteren, want dit draagt niet meteen bij aan lokaal herstel. Of neem de nieuwe nota terrassenbeleid. Ik heb daar één fte voor. Die zet ik liever in om horecaondernemers te ondersteunen bij de langzame heropening. Dus vooral de gemeenteraad zal de gevolgen merken. Voor wat betreft onze inwoners hoop ik dat ze merken beter en sneller door de gemeente geholpen te worden. Dat ze merken dat we zichtbaarder zijn op de plekken waar inwoners de gemeente keihard nodig hebben. Overigens gaan onze wettelijke taken gewoon door.’

Is er een verband met uw gemeentegrootte?
‘Wij hebben ongeveer 65.000 inwoners, een middelgrote gemeente. Door onze positie tussen de stadsregio Utrecht en de metropoolregio Amsterdam verschilt onze bestuurlijke impact echter niet veel van die van een grote gemeente. Hoe meer fte’s, hoe gemakkelijker het is de reguliere werkzaamheden te blijven uitvoeren. Wij kunnen de taken aan, als we schaalgrootte nodig hebben doen we dat in regionaal verband. Kijkend naar onze buurgemeente Utrecht heeft die misschien net voldoende fte’s voor extra taken. Het is alle hens aan dek voor alle gemeenten. We hebben dezelfde zorgen, er komen te weinig middelen vanuit het rijk. Al het vet van de botten was al weg voor de coronacrisis.’