VNG Magazine nummer 7, 16 april 2021

De recente verkiezingen in Nederland legden een diepe kloof bloot tussen de jongere en oudere generaties in Nederland. Niet alleen verschillen de millennials in hun levenshouding en politieke overtuigingen van de eerste twee naoorlogse generaties – jongeren zijn progressiever, groener en rechtser – ook is er een veel grotere opleidingskloof binnen de jongste generatie. Het gevaar van de ‘diploma-democratie’ ligt op de loer, waarbij de hoogopgeleiden steeds beter in staat zijn hun belangen in het publieke debat en de politiek te brengen, terwijl de praktisch opgeleiden steeds minder gehoord worden en hun belangen worden genegeerd door de politiek.

Binnen de jongste generaties zijn de laagopgeleiden ook veel minder politiek aangehaakt dan binnen de oudere groepen kiezers. Oftewel: de opleidingskloof heeft bij de opkomst een veel sterker effect onder jongeren dan onder oudere kiezers. Het is dan ook niet raar dat het wantrouwen jegens politici, partijen en democratische procedures zich vooral concentreert bij de lager en praktisch opgeleiden. 

Hoger en lager opgeleiden wonen steeds meer in een andere wereld

Kennisverschillen worden niet alleen steeds bepalender voor politieke deelname en invloed, maar ook voor levensstijl en kansen op de arbeids- en huizenmarkt. Zo ontstaat een nieuwe onderklasse die opgesloten zit in een wereld van lage en onzekere inkomens, met weinig kansen op sociale stijging en die harder wordt getroffen door de afbraak van de verzorgingsstaat. Door die ongelijke kansen zien we ook een steeds scherpere sociale sortering, waardoor hoger en lager opgeleiden elkaar steeds minder tegenkomen, niet meer op elkaar verliefd worden of zelfs maar enige solidariteit voelen. Ze leven steeds meer in een andere wereld.

Om die kloof te overbruggen, hield ik twee jaar geleden al een pleidooi voor een ‘politieke dienstplicht’, waarbij jongeren een jaar lang enkele uren per week werken bij een politieke partij – op lokaal, provinciaal, nationaal of Europees niveau. Daarmee slaan we twee vliegen in één klap: het versterkt de politieke partijen en het versterkt de binding en betrokkenheid van de jongste generaties met de politiek, democratische procedures en belangrijke beleidsvraagstukken.

In ruil voor de vervulling van hun politieke dienstplicht krijgen jongeren een  één of twee jaar langere studieduur, zonder lening uiteraard. En omdat iedereen deze dienstplicht moet vervullen, komen jongeren met verschillende opleidingen elkaar vaker tegen en werken samen aan maatschappelijk relevante vraagstukken. De harde muren tussen de educatieve monoculturen moeten worden afgebroken om te voorkomen dat kansrijken nooit meer in aanraking komen met de rest van de maatschappij.

André Krouwel is oprichter van Kieskompas en werkt als politicoloog aan de Vrije Universiteit: andre.krouwel@vu.nl, @AndreKrouwel