VNG Magazine nummer 16, 25 oktober 2024

Tekst: Leo Mudde

Even dreigde het nieuwe kabinet te zorgen voor een kink in de kabel, maar over twee maanden worden toch in veertien steden zero-emissiezones ingesteld. Die brengen het halen van de doelstellingen van het klimaatakkoord een stuk dichterbij. En de luchtkwaliteit vaart er wel bij.

Zero-emissiezone

Veertien gemeenten voeren over twee maanden, vanaf 1 januari 2025, een zero-emissiezone voor hun binnensteden in. Nog eens zestien gemeenten volgen later. Over vijf jaar, in 2030, moeten die inspanningen van dertig gemeenten genoeg zijn voor een reductie van één megaton CO2 ten opzichte van 1990, zoals is afgesproken in het Klimaatakkoord, waar via de VNG ook gemeenten hun handtekening onder hebben gezet. Dat is vergelijkbaar met de totale jaarlijkse uitstoot door aardgasgebruik van alle huishoudens in Den Haag en Rotterdam samen. 
Tot een paar maanden geleden leek er geen vuiltje aan de lucht. De koplopergemeenten hebben de afgelopen jaren plannen gemaakt en afspraken gemaakt met ondernemers en stonden klaar om hun zero-emissiezone per 1 januari in te voeren. Tot de coalitiepartijen PVV, VVD, NSC en BBB in hun regeerakkoord schreven dat ze gingen bezien hoe het instellen van deze zones kan worden uitgesteld. 
Michiel de Voogd, beleidsmedewerker luchtkwaliteit bij de gemeente Tilburg, verbaasde zich hierover: ‘Ze willen eerst gaan harmoniseren, maar dat is allang gebeurd, dat was zelfs de basis voor de zero-emissiezones, omdat we ook als gemeenten geen uitzonderingen wilden. We waren het eens met de marktpartijen: zo gaan we het doen. Dat de Tweede Kamer dan zegt dat het uitgesteld moet worden, begrijp ik niet. Dan denk ik, kijk even op internet, op opwegnaarzes.nl. Daar staat het gewoon. Die framing dat gemeenten het niet goed hebben geregeld, is jammer en onnodig.’
Er was een indringend gesprek van de gemeenten met staatssecretaris Chris Jansen (PVV, Openbaar vervoer en Milieu) voor nodig om het kabinet op z’n schreden te laten terugkeren. Jansen moest erkennen dat niet hij, maar de gemeenten over de instelling van de zero-emissiezones gaan. De Voogd: ‘De gemeenten zeiden dat ze niet van plan waren op het laatste moment de spelregels te gaan veranderen. We gaan gewoon door.’
De Voogd vindt het vooral jammer dat dit allemaal voor verwarring bij het bedrijfsleven heeft gezorgd. ‘Ik kreeg ondernemers aan de lijn die zich afvroegen of het überhaupt nog wel doorging. Er werden door de overheid verschillende signalen afgegeven. Het vertrouwen in de overheid gaat al omlaag, doe dan niet dit soort dingen.’

Er zijn ook ondernemers die zelf zeggen dat ze niet meer met hun diesel in de binnenstad willen staan te ronken

Ruime overgangsregeling

Tilburg is een van de steden die op 1 januari begint met een zero-emissiezone. Dan is een groot deel van de stad verboden terrein voor de meest vervuilende, op diesel rijdende bestelbusjes en vrachtwagens (emissieklasse 4 en lager). De hogere klassen (hoe hoger het getal, hoe schoner de auto) krijgen voorlopig nog toegang. Een ‘zeer ruime overgangsregeling’, zegt De Voogd. ‘We hebben de ondernemers steeds meegenomen in ons besluitvormingsproces. Natuurlijk was er aanvankelijk weerstand. Maar het is niet voor niets dat we al in 2020 de zone hebben aangekondigd. Een voertuig gaat vijf tot acht jaar mee, daar hebben we rekening mee gehouden. Wie in 2020 een voertuig had in de klasse 5, kan hier nog tot en met 2027 terecht, klasse 6 nog een jaar langer. Overigens, er zijn ook ondernemers die zelf zeggen dat ze niet meer met hun diesel in de binnenstad willen staan te ronken, want daar hebben mensen die op een terras koffie zitten te drinken last van.’
Voor Tilburg is de instelling van een beperkende zone niet onbekend. De stad heeft al sinds 2007 een milieuzone voor vervuilende vrachtwagens waarvoor ook een convenant met marktpartijen was afgesloten. Er is dus al sprake van een zekere gewenning.
Dat geldt niet voor Deventer, waar vanaf 31 december 2027 een zero-emissiezone wordt ingesteld. Aanvankelijk wilde ook Deventer in 2025 van start gaan, maar begin dit jaar dienden zich enkele obstakels aan. ­Ondernemers kwamen met voor de gemeente steekhoudende argumenten om even pas op de plaats te maken. Projectleider Siddhartha Martijn van de gemeente Deventer: ‘De invoering van een zero-emissiezone staat niet ter discussie. Wij willen ook de klimaatdoelstellingen halen en een schone binnenstad. Maar vanuit praktische overwegingen hebben we een latere invoeringsdatum gekozen. Steden die al ervaring hebben met een milieuzone zijn een stapje verder, daar gaat het wellicht iets eenvoudiger dan in steden die vanaf nul beginnen.’

Tegen die mensen zeggen we niet: koop even een andere bus

Marktkooplui

In Deventer waren het twee specifieke groepen die extra aandacht vroegen. De eerste is de ambulante handel, de marktkooplui. Martijn: ‘Dat zijn mensen die naar meerdere markten gaan en in verschillende steden met verschillende regimes te maken krijgen. Een deel van hen leunt nog op voertuigen in de klasse 6 en 5, wij komen ze tegemoet met ons uitstel. Maar we adviseren wel nu al de switch te maken, als dat aantrekkelijk is.’
De tweede groep betreft de kleinere installatiebedrijven. ‘Tegen die mensen zeggen we niet: koop even een andere bus. We vragen ze wel hun bedrijfsvoering tegen het licht te houden, de manier waarop het vervoer en het personeel worden ingezet. Mogelijk kan de bouwsector als voorbeeld dienen. Die laadt materiaal uit in zogenaamde bouwdepots. Vervolgens wordt het daarvandaan met kleinere voertuigen de stad in gebracht.’

Logistiek makelaar

Zowel Tilburg als Deventer zet logistiek makelaars in, die met ondernemers meedenken en waar mogelijk komen met oplossingen voor problemen. ‘Ook eenmansbedrijven moeten eens in de zoveel jaar investeren in een nieuw voertuig’, zegt De Voogd. ‘Als je alles bij elkaar optelt blijkt elektrisch rijden voor bestelwagens helemaal niet duurder te zijn dan een dieselvariant, soms is het zelfs goedkoper. We zien dat de oude busjes ook niet zoveel kilometers meer maken. De eerste drie, vier jaar worden ze het intensiefst gebuikt, daarna worden de onderhoudskosten hoger. Het is dan helemaal niet interessant meer voor ondernemers om aan die oude bus vast te houden en is het aantrekkelijk om gebruik te maken van bijvoorbeeld een subsidie voor vervanging. Dat kan ook fiscaal voordelig zijn.’
Overigens blijft maatwerk mogelijk, benadrukt De Voogd. ‘Als een ondernemer bijna met pensioen gaat, is het onzin om van hem te vragen om voor twee jaar een nieuw busje te kopen. Die krijgt gewoon ontheffing.’
Dertig steden hebben straks dus een uitstootvrije zone. Dat lijkt niet veel, maar meer is ook niet nodig. Martijn: ‘Een busje rijdt niet alleen in de binnenstad, dat komt ook ergens vandaan en gaat weer ergens heen. Ze vallen wel op in de stad, omdat hier het laden en lossen allemaal samenkomt en het effect op de omwonenden het grootst is.’
In Tilburg is de zero-emissiezone straks goed voor een reductie van 11 kiloton CO2, zegt De Voogd. ‘Maar 19 kiloton wordt gerealiseerd buiten de zone, dat is best veel. In totaal 30 kiloton dus. Nou, met dertig steden kom je aardig in de buurt van die megaton die we hebben afgesproken in het Klimaatakkoord. Dus daar zijn niet meer steden voor nodig, maar ik kan me voorstellen dat gemeenten zo’n zone wel willen instellen vanwege de schone lucht. Het is een klimaatmaatregel, maar wel met een effect voor de luchtkwaliteit.’

Het is een klimaatmaatregel, maar wel met een effect voor de luchtkwaliteit

Een van vele

De instelling van een zero-emissiezone is één maatregel van vele. In Tilburg zijn de elektrische ov-bussen al besteld. De Voogd: ‘Dan wordt het hele openbaar vervoer in één keer emissievrij. Ook bij de aanbesteding van het Wmo-doelgroepenvervoer is zero-emissie als eis opgenomen, dat gebeurt in regionaal verband. En een derde van de lokale bijdrage aan de luchtverontreiniging komt van mobiele werktuigen, dus we zetten ook in op schoon bouwen.’
Waar gemeenten niet actief op inzetten, is het terugdringen van personenauto’s met een dieselmotor. ‘Daar is geen aanleiding voor’, zegt Martijn. ‘De afspraak die we met z’n allen hebben gemaakt is dat we goed kijken naar het vracht- en bestelverkeer, daar is procentueel de meeste winst te halen en kun je voor de inwoners echt het verschil maken. Bij personenauto’s is de overgang naar elektrisch al gaande en het aantal dieselauto’s daalt sowieso snel. Dat hoeft voor de lokale overheid geen prioriteit te zijn.’
Wat de inwoners van de veertien gemeenten die op 1 januari starten met hun uitstootvrije zone in ieder geval niet direct zullen zien, zijn nieuwe, wettelijk vastgestelde verkeersborden. Hoewel er afspraken zijn gemaakt over landelijk geldende borden die aangeven welke voertuigen wel en welke niet welkom zijn, heeft de Tweede Kamer de wetgeving die voor de invoering hiervan nodig is, controversieel verklaard. De Voogd: ‘De nieuwe wetgeving gaat op z’n vroegst medio volgend jaar in. Dus we moeten nu nieuwe borden plaatsen en die naderhand, hopelijk in de loop van 2025, vervangen.’