VNG Magazine nummer 19, 8 december 2023

Tekst: Saskia Klaassen

Ze stoppen met het betalen van boetes en schrijven zich uit bij het Bevolkingsregister. Gemeenten hebben hun handen vol aan soevereinen en autonomen die zich niet langer aan de regels en wetten willen houden. Ze ­hebben te maken met een ‘ingewikkeld narratief’ waar ambtenaren geen speld tussen krijgen.
 

Soevereinen

Er waren maar drie dingen nodig. Een brief aan de koning, de krant en de ­gemeente met de ­mededeling dat Melissa en haar man vanaf heden soeverein zijn. Daarmee zou het Groningse stel in één klap verlost zijn van hun betalingsverplichtingen. Geen huur meer betalen, geen gemeentelijke heffingen of blauwe enveloppen van de fiscus. Maar vooral: geen schulden meer, want daarover had het echtpaar de afgelopen jaren veel zorgen. Dertigduizend euro stond inmiddels open bij hun schuldeisers, waaronder postorderbedrijven. Deurwaarders kwamen aan de deur, het gas en licht werden een keer afgesloten. ‘We wilden het verhaal van de soevereinen gewoon geloven’, zegt de 48-jarige Melissa achteraf tegen tv-programma Pointer.

Regels en wetten

De vrouw is een van de vele duizenden Nederlanders die zich de afgelopen jaren soeverein verklaarden. Soevereinen zijn Nederlandse staatsburgers die zich niet langer aan de regels en wetten willen houden. Ze vertonen een sterke overeenkomst met een andere groep die kritisch tegenover de overheid staat: autonomen. Maar anders dan autonomen, die de banden met de overheid niet helemaal doorsnijden en bijvoorbeeld wel een bijstandsuitkering ontvangen, willen soevereinen niets meer met de over­heid te maken hebben. Alleen al de Belastingdienst ontving hierover de afgelopen jaren meer dan negenduizend brieven.
De groep is volgens de Groningse emeritus hoogleraar Recht en Samenleving Jan Brouwer heel divers. ‘Je vindt autonomen en soevereinen in alle lagen van de bevolking. Wat wel opvalt is dat ze vaak geen cent te makken hebben en vaak diep in de problemen zitten. Dan lijkt soeverein worden een oplossing voor de problemen.’ Brouwer vindt het te ver gaan om te spreken van een zorgelijke ontwikkeling. ‘Deze mensen zijn vooral hinderlijk, met name voor de overheid.’
Wat gemeenten moeten doen om deze mensen terug in het gelid te krijgen, weet hij niet. ‘Ik kijk door een juridische bril naar dit verschijnsel: kunnen we de mensen die hiertoe aanzetten via het strafrecht aanpakken?’

Dat zijn honderd probleemgevallen erbij, die gemeenten veel geld kosten

Terwijl Gemeenschappelijk Belastingkantoor Twente het heeft over ‘enkele tientallen’ burgers die per brief laten weten dat ze geen gemeentebelasting meer betalen omdat ze soeverein of autonoom zijn en Súdwest-Fryslân spreekt van ‘meerdere bewoners’ die zich melden met pseudo-juridische documenten, hoort Brouwer hogere aantallen. In Dordrecht bijvoorbeeld repte het ondermijningsteam onlangs van een kleine honderd brieven van burgers die zichzelf soeverein verklaren. ‘Dat zijn honderd probleemgevallen erbij, die gemeenten veel geld kosten.’ 
En in aanloop naar de Kamerverkiezingen van vorige maand bracht het ministerie van Binnenlandse Zaken een instructie uit hoe stembureaus kunnen omgaan met mensen die zich soeverein noemen, daarom hun stembiljet ­willen inleveren en daarna een ‘opzegging machtiging bestuur’ ter ondertekening voorleggen. Vooral niet in discussie gaan, luidde het advies van BZK, maar deze mensen doorverwijzen naar de ­gemeente.

Privéadressen

Gerechtsdeurwaarders kloppen steeds vaker aan bij bewoners die stellen ‘­soeverein, een mens van vlees en bloed’ te zijn en die zich niet zomaar gewonnen geven. Bij inbeslagnames maken buren regelmatig opnames, privéadressen van ambtenaren worden opgezocht en gepubliceerd.
Hoeveel tijd gemeenten precies aan deze groep kwijt zijn, is niet bekend. Voor Brouwer staat vast dat het aantal soevereine en autonome burgers sinds de coronacrisis is toegenomen. De AIVD gaat uit van tienduizend gevallen, maar volgens de inlichtingendienst zijn zo’n honderdduizend Nederlanders vatbaar voor deze vorm van institutioneel extremisme.

Kogels

Alhoewel de beweging vooralsnog ­geweldloos is, zou het gedachtegoed ­volgens de AIVD mogelijk tot geweld­dadige escalaties kunnen leiden. Confrontaties rond uithuiszettingen zouden voor sommige personen een legitimering kunnen vormen voor het gebruik van geweld.
Zo werd burgemeester Reinie Melissant van Gorinchem onlangs op de drukke weekmarkt met de dood bedreigd. Een man op klompen, die zichzelf autonoom noemde, beklaagde zich over ‘de macht’ van de burgemeester en riep daarna dat ‘de kogels komen’. De politie heeft in de zaak een 62-jarige man aangehouden.
Volgens universitair docent veiligheidsstudies Jelle van Buuren van de Universiteit Leiden dreigen door de beweging hele gezinnen van de radar te verdwijnen, kinderen worden thuisgehouden en gaan niet meer naar school of hebben geen toegang meer tot zorg. Inwoners verschuilen zich achter diplomatieke ‘paspoorten’ en ambassadebordjes boven de voordeur die er zogenaamd voor zouden zorgen dat er geen beslag kan worden gelegd op de spullen. Maar juridisch gezien zijn deze documenten van geen enkele waarde, benadrukt Brouwer.

Burgerslavennummer

Op Telegram zijn talloze chatgroepen actief waarin deelnemers elkaar van tips voorzien en een hart onder de riem steken. Deelnemers delen hun ervaringen met deurwaarders en incassobureaus. In deze kringen heet een bsn-nummer een ‘burgerslavennummer’ en heerst het geloof dat wetten enkel op je van toepassing zijn wanneer je die nadrukkelijk zelf erkent. Flauwekul, vindt Brouwer. ‘Misschien gold dat toen iedereen in een hutje op de hei werd geboren en er geen sprake was van collectieve voorzieningen. Maar tegenwoordig maken we hier vanaf onze geboorte gebruik van.’
Het gebruikmaken van systemen die wij collectief financieren, schept volgens hem ook verplichtingen. Het is volgens hem dan ook ondenkbaar dat iemand geen verplichtingen heeft en zich kan onttrekken aan de overheid. 
Ook inlichtingendienst AIVD spreekt bij soevereinen en autonomen van ‘een ingewikkeld narratief’ dat wetten beschouwt als contracten die alleen van toepassing zijn als je daar zelf mee instemt. Een narratief dat het bovendien lastig maakt om over de waanideeën van deze mensen in discussie te gaan. Zo gelooft deze groep dat de Belastingdienst voor iedereen een ‘geboortetrust’ in handen heeft van 1,5 miljoen euro. Inmiddels ontving de Belastingdienst duizenden brieven waarin dat geld door soevereinen en autonomen werd ‘opgeëist’.

Deze mensen komen vroeg of laat onherroepelijk in de problemen

Ondertussen verdienen de oprichters van de chatgroepen vaak geld met de verkoop van cursussen, voorbeeldbrieven en neppaspoorten. Volgens Brouwer is het tijd dat het Openbaar Ministerie zorgvuldig naar deze vorm van misleiding kijkt. ‘Volgers denken vaak niet goed na. Aan de ene kant willen ze geen sturing van de overheid, aan de andere kant laten ze zich wel door deze adviseurs sturen en op het verkeerde been zetten.’ 
Tot nu toe zegt het OM pas onderzoek te kunnen instellen als mensen aangifte doen van oplichting. ‘Maar ik vind dat het OM dit op een niveau hoger moet ­oppakken. Dit zijn mensen die aanzetten tot het begaan van strafbare feiten ten opzichte van de overheid.’
De grootste zorgen maakt Brouwer zich om de slachtoffers van deze vorm van opruiing. ‘Deze mensen komen vroeg of laat onherroepelijk in de problemen.’

Ik denk dat de gemeente wel wat actiever kan zijn om mensen de goede kant op te krijgen

Zwijgende meerderheid

Het Rotterdamse gemeenteraadslid ­Tjalling Vonk (ChristenUnie/SGP) deelt deze zorg. Hij vroeg het college ­afgelopen zomer om hoeveel mensen het in Rotterdam gaat en wat de gemeente daarvan merkt. De gemeente heeft nog geen volledig beeld, maar krijgt geen signalen dat kinderen niet naar school gaan of gezinnen uit huis worden geplaatst. Toch is Vonk niet gerustgesteld, vooral ook vanwege het groot aantal kwetsbare mensen in Rotterdam. ‘De strekking is: we houden het in de gaten. Ik vind dat vrij passief, ik denk dat de gemeente wel wat actiever kan zijn om mensen de goede kant op te krijgen.’
Zelf kent het raadslid geen autonomen en soevereinen, wel ziet hij bij sommige inwoners een groot wantrouwen naar de overheid. ‘Zij worden vatbaar voor allerlei theorieën en dreigen af te drijven.’ Vonk denkt dat goede voorlichting belangrijk is, net als het actief bestrijden van ­nepnieuws. ‘Maar ik realiseer me ook dat het heel lastig is om met deze groep in gesprek te gaan.’ 
Volgens burgemeester Hubert Bruls van Nijmegen is het beter om energie te steken in de grote groep die twijfelt dan aan de extremen, zei hij eerder in de Gelderlander. Hij richt zijn hoop op de zwijgende meerderheid die nog wel het gesprek wil aangaan. ‘En dan kun je honderden mensen redden, in plaats van één.’