Waarom deze overstap?
‘Als je 59 bent, denk je er weleens over na: wat wil ik die acht jaar dat ik nog mag werken, gaan doen? Voor mij was duidelijk dat het iets op het maatschappelijke vlak moest zijn, het liefst bij een christelijke organisatie. Soms moet je je hart volgen. Er zijn zoveel mensen die het in Nederland minder getroffen hebben dan ik, zou ik mijn kennis anders kunnen inzetten? Gemeenten zijn heel erg bezig met de verdeling van het geld, maar wat gebeurt er dan vervolgens mee? Het is mooi om ook eens aan die andere kant te staan. Het hoofdkantoor waar ik straks kom te werken, gaat ’s winters open voor dak- en thuislozen. Dat je het feit dat je er bent voor die mensen, letterlijk ­doortrekt tot in je eigen gebouw, dat is een mooie gedachte, toch?’

Wat neemt u mee?
‘Ook bij het Leger des Heils zal ik veel met gemeenten te maken krijgen, het is een belangrijke partner in het sociaal domein. Ik ken de gemeentelijke wereld door en door, weet hoe de hazen lopen en waar gemeente­bestuurders van wakker liggen en in welk krachtenveld ze opereren. Dat maakt het gemakkelijker om samen naar oplossingen te zoeken.’

Wat gaat u missen?
‘De collega’s en de contacten natuurlijk, en de veelzijdigheid van het werk. De politieke omgeving ga ik minder missen. De druk op bestuurders, politici en ambtenaren is enorm. Steeds vaker worden ze zelfs bedreigd of onder druk gezet. De invloed van sociale media is hieraan vaak debet. En de politiek is steeds meer bezig met reageren op wat in de krant staat. Werken voor de gemeente is prachtig, maar er zitten ook schaduwkanten aan.’