VNG Magazine nummer 3, 17 februari 2023

Tekst: Leo Mudde | Beeld: Shutterstock

Handhavers en politie werken steeds vaker samen. Nu ze gelijkwaardige partners zijn, is er behoefte aan een helder overzicht van afspraken over die samenwerking: een handhavingsarrangement. De Rotterdamse versie kan een voorbeeld zijn voor de rest van het land.

BOA

Het staat in de Politiewet: boa’s moeten, bij de uitoefening van hun taken, samenwerken met politieagenten. Maar niet alles wat bij wet is geregeld, krijgt in de praktijk ook navolging. 
In veel gemeenten gaat het goed, de samenwerking tussen handhavers en politie. Maar er zijn ook gemeenten waar nog flink langs elkaar heen wordt gewerkt, waar boa’s en agenten elkaar amper kennen, laat staan informatie uitwisselen.
Vorig jaar verscheen in Rotterdam het Handhavingsarrangement, een ‘handboek voor samenwerking’ zoals de ondertitel luidt. Een handzaam en vlot lezend document dat elke boa bij wijze van spreken altijd onder de arm bij zich zou moeten dragen, zegt Ron Snijders. Hij is adviseur Toezicht & Handhaving bij de afdeling Stadsbeheer van de gemeente Rotterdam en de auteur van het Handhavingsarrangement. 
Eind 2021 kreeg hij van de politiefunctionaris die in Rotterdam de kwaliteit van de boa’s bewaakt het verzoek om de afspraken over de samenwerking vast te leggen. ‘Daarnaast was er, onder andere bij het ministerie, behoefte aan een landelijk format’, zegt Snijders. ‘Het boa-domein heeft de afgelopen jaren flink wat ontwikkeling doorgemaakt. De rol van de vakbonden is sterker geworden en er waren wat in geweldsincidenten in coronatijd. Daarbij komt de discussie over het gebruik van geweldsmiddelen. Begrijpelijk, vond ook het ministerie, maar dat wil toch vooral inzetten op een betere samenwerking met de politie. Inmiddels is het landelijk beleid dat het hebben van een handhavingsarrangement verplicht is, wanneer je als boa-organisatie een geweldsbevoegdheid voor je mensen wilt, dus handboeien, pepperspray of een wapenstok. Daarmee heeft het stuk al een formele status gekregen.’

Voortvarend

Ook vanuit het BOA-Platform, in 2015 opgericht om onduidelijkheden over de samenwerking met de politie, gemeenten en andere ketenpartners bespreekbaar te maken, kwam de vraag naar een landelijk format. 
‘We hebben dat in Rotterdam voortvarend opgepakt’, zegt Snijders. ‘Begin december 2021 hebben we een eerste opzet gemaakt. De weken daarna is er met de verschillende partijen intensief overleg geweest over de inhoud. Op 15 februari, dus twee maanden later, is het document al in de driehoek van burgemeester, politie en Openbaar Ministerie vastgesteld.’
In het Handhavingsarrangement worden afspraken en samenwerking met partners vastgelegd: welke partijen zijn betrokken bij de aanpak van welke veiligheidsthema’s en welke partij is de trekker? Het is overigens een ‘levend document’ dat jaarlijks wordt 
geëvalueerd en zo nodig bijgesteld.
Het stuk gaat in op de drie pijlers voor samenwerking: informatiedeling, veiligheid en het maken van goede operationele afspraken. De eerste twee zijn duidelijk en voor weinig discussie vatbaar, volgens Snijders. ‘Die gelden eigenlijk voor iedere boa-organisatie. Die derde pijler kan wel van gebied tot gebied verschillen.’

Er zijn echt nog agenten die denken dat boa’s niets anders doen dan parkeerbonnen schrijven

Dat politie en boa’s informatie moeten delen, is wettelijk vastgelegd. Maar niet iedereen is daarvan op de hoogte. ‘Er zijn echt nog agenten die denken dat boa’s niets anders doen dan parkeerbonnen schrijven’, zegt Snijders. ‘Maar ze zijn verplicht een handhaver alle informatie te verstrekken die hij nodig heeft voor de uitoefening van zijn functie. Daar is nog altijd discussie over, dat een politiefunctionaris denkt: volgens mij mag ik die informatie niet delen. Om dat in de toekomst te voorkomen, hebben we dat nu maar duidelijk opgeschreven, zodat de boa met het stuk onder zijn arm kan zeggen: kijk, hier staat het, met de handtekening van jouw chef eronder.’

Extra screening

Een andere grote wens van Rotterdamse handhavers was toegang tot de politiebureaus. Snijders: ‘Om informatie te kunnen delen, is het handig als je een bureau in kunt. Dat is nu geregeld. Daar was wel een extra screening voor nodig, een VOG P noemt de politie dat. Het is een verklaring omtrent het gedrag, waarbij naast het onderzoek naar een eventueel strafblad ook politiegegevens worden geraadpleegd.’
Het uitwisselen van informatie gaat ‘steeds beter’, is Snijders’ indruk. Uiteindelijk staat het gewoon in de Wet politiegegevens (Wpg) en in het Besluit politiegegevens buitengewoon opsporingsambtenaren (Bpg boa). ‘Dat maakt ook dat de politie boa’s steeds meer als gelijkwaardige partners gaat zien. Tegelijkertijd zie je ook dat het niet overal even goed gaat. Het heeft vaak te maken met elkaar kennen en gekend worden. Zeker in de grote steden, met specialismen als taxi’s, jeugd en ondermijning wordt steeds beter samengewerkt.’

Geen contact

Toch kent Snijders ook voorbeelden van gemeenten waar nauwelijks of geen contact is tussen boa’s en politie. ‘Zo vanzelfsprekend als in Rotterdam is het dus niet. Hier werken we vooral actiematig samen. Bij bromfietscontroles, bijvoorbeeld. Dan controleert de politie op snelheid of de technische staat van de brommer, de handhavers letten op het rijden over trottoirs of zo. Ook bij grote, integrale controles werken boa’s samen met de politie en andere partners zoals het gemeentelijk vervoersbedrijf RET en bijvoorbeeld de Belastingdienst, om samen te werken aan de leefbaarheid van het gebied. Politieagenten en handhavers gaan hier echt niet altijd hand in hand over straat. Dat hoeft ook niet, als je er maar voor elkaar bent als het nodig is.’
Dat is de tweede pijler in het Handhavingsarrangement: veiligheid. Snijders: ‘Boa’s in nood kunnen altijd rekenen op steun van de politie. Daar hebben we een procedure voor. Een noodoproep van een handhaver wordt door de politie ook gezien als “collega in nood”. Uitbreiding van de boa-uitrusting met pepperspray of een wapenstok is in Rotterdam niet aan de orde. Sinds 2009 dragen handhavers al handboeien bij zich en sinds enige tijd ook een bodycam. Die laatste werkt ‘de-escalerend’, zegt Snijders.

Ik ken voorbeelden van gemeenten die maar één boa hebben

Eigen invulling

De derde pijler ten slotte, de samenwerkingsafspraken. In het Rotterdamse Handhavingsarrangement zijn die uitgewerkt per veiligheidsthema. Voor wat betreft de wijkveiligheid zijn dat: overlast, vuurwerk, het ‘donkeredagen-offensief’ en gevaarlijke honden, en voor wat betreft bedrijven en veiligheid: horecare (een samenvoeging van horeca en ‘care’, zorg), evenementen, luchtkwaliteit, horecacontroles en ondermijning. 
Snijders: ‘Dit is het onderdeel waar andere gemeenten een eigen invulling aan kunnen geven. De Rotterdamse situatie is onvergelijkbaar met die in Groningen of Gouda. Die ruimte is er natuurlijk.’
Het zou mooi zijn als zo veel mogelijk gemeenten het Rotterdamse format overnamen, zegt Snijders. Vorig jaar gaf hij een presentatie op de Dag van de BOA en daarna kreeg hij zeker veertig verzoeken van gemeenten om het document te mogen ontvangen, van zowel grote als kleine gemeenten. ‘Grote gemeenten hebben meer beleidscapaciteit en kunnen meer investeren in kennis, dat ontbreekt nog weleens in kleinere gemeenten, Ik krijg vaak vragen van collega’s: hoe doen jullie dit, hoe zien jullie die wapenstok, hoe kijken jullie aan tegen de hoofddoek voor boa’s? Die informatie delen we gewoon, om elkaar te helpen.’
‘Als gemeenten nog niet beschikken over een handhavingsarrangement, dan adviseer ik ze zeer er een op te stellen. Ik ken voorbeelden van gemeenten die maar één boa hebben. Dan denk ik: wat moet die dan doen? Die gaat dus alleen de straat op, dat maakt hem erg kwetsbaar. Maar in het algemeen wordt handhaving steeds serieuzer genomen, je ziet steeds meer regionale samenwerking. Binnen de G4 hebben we daar ook afspraken over. Zo gingen er honderd Rotterdamse boa’s helpen in Amsterdam tijdens de inauguratie van de koning. Hier is ook de politieke keuze gemaakt voor meer boa’s, daar is geld voor gereserveerd in de begroting. Ik zou raadsleden in heel Nederland willen oproepen dat ook in hun gemeenten voor elkaar te krijgen.’