VNG Magazine nummer 3, 17 februari 2023

Tekst: Marten Muskee | Beeld: Kees van de Veen

Nederland staat voor een nieuwe, de samenleving ontwrichtende asielcrisis, waarschuwden COA en IND in januari. Burgemeester Jaap Velema van Westerwolde, waar Ter Apel ligt, is niet verrast. Hij ziet de spreidingswet als ultiem middel om de doorstroom vlot te trekken.
 

Asielcrisis

Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) en de Immigratie- en Naturalisatiedienst IND luiden de noodklok. In de komende weken wordt al een tekort van duizenden opvangplekken voor asielzoekers verwacht.
Na het wegvallen van de reisbeperkingen vanwege de coronapandemie liep door de hogere instroom vorig jaar al snel alles vast in het aanmeldcentrum Ter Apel. Ook het doorloopproces haperde door de trage uitstroom. Onder meer vanwege het woningtekort lukte het gemeenten niet voldoende plekken te vinden voor asielzoekers die een verblijfsstatus hebben bemachtigd. Daardoor bleven zij vastzitten in asielzoekerscentra, en stokte ook de doorstroming vanuit het aanmeldcentrum.
Sinds het moment dat mensen buiten sliepen bij de toegangspoort tot Nederland in Ter Apel, is burgemeester Jaap Velema van Westerwolde, waar Ter Apel onder valt, er geen moment gerust op geweest. Hij spreekt dan ook niet van een opvangcrisis, maar van falend asielbeleid.
Velema constateert dat de instroomprognoses sinds vorig jaar verder naar boven zijn bijgesteld, terwijl het aantal reguliere asielplaatsen juist afnam. ‘Het COA heeft drie tot zes maanden nodig om een reguliere opvanglocatie op ordentelijke wijze in te richten’, zegt hij. ‘De plekken die over een halfjaar nodig zijn, moeten nu beschikbaar komen. Die zijn er niet. We zullen weer terug moeten vallen op de crisisnoodopvang en tijdelijke opvang.’

Enige ingang
Het aanmeldcentrum in Ter Apel is de enige in zijn soort. Mensen die in Nederland asiel willen aanvragen, moeten zich hier melden bij de vreemdelingenpolitie. Direct na die aanmelding krijgen ze onderdak in de centrale ontvangstlocatie (‘col’) van het COA, in Ter Apel of in Budel. Daarnaast bevat de locatie onder meer een gevangenis en een opvang voor minderjarigen. In 2010 telde Nederland nog vier aanmeldcentra, nu is Ter Apel nog de enige ingang tot Nederland, zegt Velema. ‘Een probleem in het asielproces concentreert zich dan op één plek, de georganiseerde flessenhals. Daar is altijd al voor gewaarschuwd. Mijn dorp loopt nu opnieuw risico, net zoals bij de opvang van Syrische vluchtelingen in 2017.’

We staan samen voor dit vraagstuk

Volgens Velema waren er in de ontluisterende periode dat asielzoekers op het veld sliepen, zeker voldoende hulpopvangplekken in Nederland. De asielzoekers vertrouwden het echter niet meer. Ze waren bang hun plekje in de rij kwijt te raken. ‘De IND werkte niet efficiënt omdat het COA de mensen niet terug kon vinden. Die zaten overal in het land verspreid in asielzoekerscentra, terwijl ze in Ter Apel een afspraak hadden voor een hoorgesprek. Bij de vreemdelingenpolitie klinkt hetzelfde verhaal, net als bij de BRP-straten, waar asielzoekers worden ingeschreven in de Basisregistratie Personen en een burgerservicenummer krijgen. Mensen kwamen niet opdagen, het doorloopproces was een chaos.’

Grootschalige locaties
Hubert Bruls, nog tot 1 april voorzitter van het Veiligheidsberaad, ziet de oplossing op de korte termijn in een aantal zeer grootschalige locaties. Desnoods moet staatssecretaris Eric Van der Burg van Asiel en Migratie die er bij gemeenten doordrukken. Velema is het daar volledig mee eens: ‘De situatie is zo broos dat de toestand van afgelopen zomer weer op de loer ligt.’ Omdat in Marnewaard, in het westen van de provincie Groningen, vorig jaar een wachtkamer werd ingericht om de druk op de col in Ter Apel te verlichten, kwam het reguliere asielproces weer op gang. Velema pleit voor de inrichting van een of meerdere landelijke centrale wachtkamers. Mensen komen dan op afspraak naar Ter Apel om een ordentelijk asielproces te doorlopen. ‘Zo’n wachtkamer kan ook de eerste aanlooplocatie zijn, dan raakt Ter Apel niet overbelast. Tijdens de eerdere asielcrisis zijn ook overal in het land extra aanmeldcentra ingericht. Nu houdt men vast aan Ter Apel, waardoor het systeem dreigt vast te lopen.’

Terughoudend
Een voormalig belastingkantoor in Alkmaar is in beeld om naast Ter Apel en Budel de derde centrale ontvangstlocatie voor asielzoekers te worden in Nederland. Velema is in algemene zin blij dat Alkmaar verantwoordelijkheid neemt. Wel is hij terughoudend. ‘In de afgelopen 2,5 jaar zijn vaak initiatieven genomen en afspraken gemaakt in het Veiligheidsberaad, waarop keer op keer nooit honderd procent is geleverd. Dat dwingt mij tot een zekere voorzichtigheid. Wel is het zo dat Alkmaar hier ook zelf mee naar buiten treedt. Dat geeft vertrouwen in het verloop van het proces. Tegelijkertijd is de omvang van de locatie relatief bescheiden in relatie tot de grote opgave. Ook moet er nog een verbouwing plaatsvinden, dus wanneer komt de locatie beschikbaar?’

De situatie is zo broos dat de toestand van afgelopen zomer weer op de loer ligt

Diezelfde terughoudendheid heeft de burgemeester bij staatssecretaris Van der Burg die de verwachting heeft dat er vóór 1 juli 19.000 extra opvangplekken voor asielzoekers worden gerealiseerd. ‘Ik weet niet over welke informatie de staatssecretaris beschikt om hiervan uit te gaan. Op basis van mijn informatie zie ik het nog niet. Ik constateer elke keer dat de tijd te kort is en de opvang te klein of te laat in oplevering waardoor wrijving ontstaat. We zijn omgeven met zoveel onzekerheid, dat ik het maar gewoon afwacht. Ik hoop dat de staatssecretaris gelijk heeft, ik ben er niet gerust op.’

Geleidelijkheid
Aangezien niet iedere gemeente of iedere regio in voldoende mate bijdraagt aan de opvang van asielzoekers, pleit Velema voor de spreidingswet. Asielopvang is een nationale opgave en het ontbreekt aan instrumenten om elke gemeente hierin voldoende mee te laten bewegen, constateert hij. De burgemeester verwijst naar de opvang van Oekraïners, waarvoor een aparte wet is ingesteld. Daarbij kregen de burgemeesters een aanwijzing om voldoende plekken te organiseren. Dat gebeurde zonder discussie. ‘Nu zijn het voornamelijk Syriërs die door dezelfde Russische raketten en bommenwerpers worden bestookt. Omdat het om een zekere geleidelijkheid gaat, moet dit maar ergens in welwillendheid worden georganiseerd. Als je met elkaar na een zorgvuldig proces constateert dat die welwillendheid ontbreekt, dan moet de staatssecretaris in staat zijn op basis van wet- en regelgeving zelf opvangplekken in het land te organiseren.’
De wet biedt voor Velema voldoende waarborgen dat het proces goed en zorgvuldig doorlopen wordt. Gemeenten en regio’s organiseren in eerste aanleg zelf iets met ondersteuning vanuit het rijk. Als dat niet werkt, is de staatssecretaris aan zet. ‘We staan samen voor dit vraagstuk, net als bij de opvang van Oekraïners. Niemand stelde vragen over de spoedwet, het was voor iedereen duidelijk dat die terecht was. Rondom het huisvesten van statushouders in gemeenten heeft de provincie ook instrumenten in handen om door te pakken. Hoe verhoudt zich dat tot het Huis van Thorbecke?’

Naar draagkracht
Velema erkent dat de spreidingswet nog wat onduidelijkheid laat zien. Zo bestaat nog onzekerheid over de aantallen op te vangen mensen. ‘Ik neem aan dat gemeenten naar draagkracht hun opgaven krijgen, net zoals voor statushouders.’
Hij noemt het winst dat de wet ruimte biedt voor regionale invulling. Sommige gemeenten hebben de ruimte om meer te doen dan andere. De een kan wat meer doen in de ‘opvang van minderjarigen’, de ander kan wat meer ‘reguliere opvang faciliteren’. Het is ook maar net over wat voor gebouwen een gemeente beschikt en of bijvoorbeeld het maatschappelijk middenveld is geactiveerd. ‘Het is een pre dat de spreidingswet rekening houdt me die veelkleurigheid en diversiteit van gemeenten. Dat biedt de regio ruimte om eerst zelf tot inrichtingsvoorstellen te komen.’
Onder de spreidingswet moet elke provincie naar rato van het aantal inwoners opvang bieden aan asielzoekers. Drukbevolkte provincies als Noord- en Zuid-Holland hebben daardoor een grote opgave. Velema vindt de verdeelsleutel echter niet arbitrair. ‘Het is maar de vraag wat je verstaat onder evenredig. In die provincies zijn meer huurwoningen en is meer organisatiekracht beschikbaar. Zuid-Holland blijft sowieso fors achter. In gemeenten in het landelijk gebied zijn de voorzieningen minder en de overheidsorganisaties kleiner en minder toegerust. We willen dat asielzoekers zo snel mogelijk participeren in de samenleving. De infrastructuur daartoe is in stedelijke gebieden veel sterker aanwezig.’

Tijdelijke commissie

Jaap Velema is lid van de Tijdelijke Adviescommissie Asiel & Migratie van de VNG die onlangs van start is gegaan. De commissie ondersteunt en adviseert bestuurders die in gesprek zijn met het rijk en de provincies. Daarnaast dient de commissie als klankbord voor de VNG-organisatie hoe gemeenten te ondersteunen.