VNG Magazine nummer 1, 19 januari 2024

Tekst: Rutger van den Dikkenberg | Beeld: Jiri Büller

Bij de bouw van het Haagse cultuurpaleis Amare ging van alles mis. Raadslid Arjen Dubbelaar leidde de enquêtecommissie die harde noten kraakte en voorstellen doet om de gemeenteraad meer grip te laten krijgen op dit soort omvangrijke en langlopende dossiers.

Arjen Dubbelaar

Het was een stevig rapport, dat de Haagse enquêtecommissie in september op de mat legde: bij de bouw van het Haagse cultuurpaleis Amare, pal naast het stadhuis, ging alles mis. De kosten werden fors overschreden, er trad flinke vertraging op en bovenal werd de gemeenteraad meerdere malen misleid. Het publieke belang van Amare is ‘verwaarloosd’, aldus de commissie, die onder voorzitterschap stond van raadslid Arjen Dubbelaar (Hart voor Den Haag). De gemeenteraad, constateerde de enquêtecommissie, werd niet behandeld als het hoogste orgaan van de gemeente, ‘maar als een horde die moet worden genomen’. 
Het Amare-dossier kent een lange voorgeschiedenis. In 2010 besloot het Haagse college dat op de plaats van onder meer het Lucent Danstheater een nieuw theatercomplex gebouwd moest worden, waar ook plek zou moeten zijn voor het Koninklijk Conservatorium en het Residentie Orkest. Het plan voor het Spuiforum kon destijds alleen rekenen op de steun van de toenmalige Haagse coalitie, en bleef omstreden. Na de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 trok de nieuwe coalitie de stekker uit het plan, en kwam er een nieuw voorstel – Amare – dat goedkoper moest worden. Kern van dat plan was een nieuwe, geïntegreerde manier van aanbesteden. In een design, build & maintain (DBM)-contract zou de exploitant verantwoordelijk worden voor de bouw én het onderhoud van het cultuurpaleis: op papier een goede prikkel om slim en onderhoudsvriendelijk te bouwen. 
‘Dat was een point of no return’, zegt Dubbelaar nu. ‘Want toen ging de gemeente een proces in waar ze nog heel moeilijk onderuit kon.’ Van een kostenbesparing was geen sprake. Van de initiële 170 miljoen euro liep de teller op naar 520 miljoen, inclusief toekomstige verplichtingen.
Het rapport leidde bij het raadsdebat afgelopen december tot een motie van afkeuring, maar niet tot politieke slachtoffers. Dat was ook nadrukkelijk niet de bedoeling, zegt Dubbelaar. ‘Het is een foutenfestival geweest’, vat hij samen. ‘Dat moeten we oplossen, en daar willen we van leren. Hoe is dit nou zo gekomen? Hoe kunnen we voorkomen dat dit nog verder uit de hand loopt? En hoe kunnen we voorkomen dat we het in de toekomst weer op deze manier doen?’

Den Haag is niet de enige gemeente met zulke grote projecten als Amare. Hoe krijg je als raad hier wel grip op?
‘Wij doen daar verschillende aanbevelingen voor. Ten eerste: het is lastig om grip te krijgen als je bij dit soort majeure projecten niet vooraf inzichtelijk maakt welk publiek belang je precies wilt nastreven. Zolang dat in beeld blijft en je tussentijds nog kunt bijsturen, dan zou het voor een groot deel goed moeten komen. Het betekent ook dat een traject openbaar en transparant is, want anders kun je niet toetsen of de belangen wel worden nagestreefd. Dat is ook een van onze aanbevelingen. Bij Amare werd een proces in gang gezet waar we nog moeilijk onderuit konden, ook omdat kritiek op het proces moeilijk verteerd werd. Het gebouw moest er nou eenmaal komen, dat was in 2014 afgesproken. Een andere aanbeveling is daarom dat de tegenspraak beter geregeld moet worden.’

Het is te complex geworden voor veel mensen

U bent ook kritisch op de informatievoorziening aan de raad. Hoe kan dat beter?
‘Ik weet uit eigen ervaring dat gemeenteraadsleden soms worden overspoeld met informatie, die soms heel specifiek is en niet altijd goed begrepen wordt. Het is te complex geworden voor veel mensen. Bij de afgelopen raadsvergadering bespraken we achthonderd pagina’s aan informatie. Er is geen enkel raadslid dat al die pagina’s gelezen heeft. Daardoor worden er besluiten genomen waarbij raadsleden niet altijd volledig doordrongen zijn van waar ze nu precies over stemmen.
‘Dat is niet alleen zo hier in Den Haag. Ik zit ook in de VNG-commissie Raadsleden & Griffiers, daar zie ik dat ze hier ook in kleinere gemeenten tegenaanlopen. Een andere aanbeveling is daarom om met rapporteurs te gaan werken, en meer met raadsadviseurs. We zijn een lekenbestuur, we hebben niet overal verstand van. Hier in de stad geven we jaarlijks ruim 3 miljard euro uit. We willen als raad daarvoor de kaders bepalen en die ook nog kunnen controleren. Het is dan helemaal niet gek dat je daar extra capaciteit voor inhuurt.’

Hoe gaan die rapporteurs idealiter te werk?
‘We hebben het presidium van de raad gevraagd dit verder uit te werken. Maar waar we aan denken is het aanstellen van twee rapporteurs, een van de coalitie en een van de oppositie. Dan hebben ze draagvlak vanuit de hele raad, dat is belangrijk. Het idee is dat ze voorstellen gaan beoordelen op bijvoorbeeld het publiek belang en de financiën. Het is wel belangrijk dat ze worden ondersteund door externe deskundigen, iemand die zegt: “Joh, die financiële onderbouwing die jullie krijgen voorgespiegeld, is onduidelijk. Zo kun je geen besluit nemen”. Nu overheerst bij dit soort onderwerpen vaak het politieke: de oppositie moppert dan, en de coalitie houdt de wethouder de hand boven het hoofd. Maar uiteindelijk willen we een zo breed mogelijk gedragen besluit nemen. Rapporteurs en die extra ondersteuning helpen daarbij.’

Is de raad wel opgewassen tegen wat u in het rapport een ‘wethouderscultuur’ noemt, waarbij de trein maar doordendert?
‘Ik denk dat het compleet scheefgegroeid is. Er komt heel veel op ons bordje. Het is meer dan een fulltimebaan, maar de vergoeding is er niet naar. Als ik fulltime bij de Albert Heijn ga werken, verdien ik meer. En dan is Den Haag nog een grote gemeente met een hogere vergoeding, in kleine gemeenten is de vergoeding lager en moet je er wel fulltime bij werken. Dan is er nog minder tijd om je te verdiepen in dossiers.’

De enquête was een enorme klus die 15 maanden heeft geduurd, met 5.800 documenten, 82 interviews en 25 getuigenverhoren. U constateert droogjes dat het enquêterecht een groot tijdsbeslag kent. Hoeveel tijd was u ermee kwijt?
‘Er waren weken dat ik er naast mijn gewone raadswerk vier uurtjes mee bezig was. Maar er waren ook weken dat het er meer dan veertig waren, bijvoorbeeld tijdens de verhoren. Dan ga je door tot ’s avonds laat, daarna nog wat lezen, naar bed met vierkante ogen en de volgende ochtend douchen, scheren en weer door.’

Het voelde soms alsof we aan ons lot waren overgelaten

Wist u waar u aan begon? 
‘Ik heb contact gehad met Amsterdam, waar ze een enquête hebben gedaan naar de Noord-Zuidlijn. Maar we moesten veel zelf uitvinden. Ik heb me bijvoorbeeld verbaasd over de financiële kant van de enquête. Die heeft 1,6 miljoen euro gekost. We hebben een aanbesteding gehad voor een bureau dat de commissie heeft ondersteund. Ik vond dat echt bizar, zoveel geld. Maar is het realistisch? Het maakt nogal wat uit of je tien of honderd mensen verhoort. We zijn echt zeer terughoudend omgegaan met de uitgaven, omdat het publiek geld is. En ik kan het allemaal verantwoorden. Maar het zou helpen als daar meer ondersteuning mogelijk is. Ik wil ook in de raadsledencommissie van de VNG de vraag opwerpen of het niet een goed idee is om een handleiding op te stellen, of een draaiboek, waarin staat waar je rekening mee moet houden als je een enquête start. Dat heb ik echt wel gemist. Het voelde soms wel alsof we aan ons lot waren overgelaten.’

Hoe nu verder?
‘De raad en het college hebben de aanbevelingen in december overgenomen. Ik wil zorgen dat de aanbevelingen uit mijn rapport op een fatsoenlijke manier in de organisatie landen. Daar ben en blijf ik op verschillende manieren bij betrokken. Daarmee wil ik een erfenis achterlaten, zodat het ook in de toekomst beter gaat.'

Wie is...

Arjen Dubbelaar is sinds 2014 gemeenteraadslid in Den Haag namens Hart voor Den Haag. De afgelopen periode was hij voorzitter van de enquêtecommissie Amare. Sinds oktober 2022 is hij lid van de VNG-commissie Raadsleden & Griffiers.