VNG Magazine nummer 1, 19 januari 2024
Tekst: Marten Muskee | Beeld: Shutterstock
Groningen gaat als eerste Nederlandse gemeente aan de slag met een Urban Forest Masterplan. Een integraal plan rond boombeheer voor een termijn van maar liefst dertig tot vijftig jaar. Uniek daarbij is dat het zowel om bomen van de gemeente zelf gaat als om die van particulieren.
Klimaatadaptatie maakt dat gemeenten inzetten op meer groen in de wijken. Een Urban Forest Masterplan (UFMP) geeft stedelijk boombeheer handen en voeten. Dat blijkt uit ervaringen in Amerikaanse steden, waar ze al langer met zo’n totaalplan werken. Het plan brengt alle beleid van visie tot beheer samen vanuit het perspectief van bomen. Dat voorkomt versnippering, waardevolle bomen zijn blijvend in beeld.
Particuliere bomen zijn vaak oud en belangrijk voor ecologische verbindingen. ‘We investeren fors in het klimaatadaptief maken van onze openbare ruimte. Willen we de gemeente leefbaar houden, dan moeten we ook de particuliere bomen in ons beleid opnemen’, zegt Mirjam Wijnja, wethouder (GroenLinks) Groen en Klimaatadaptatie. ‘Dat is nodig omdat van het totaal areaal aan bomen in Groningen slechts een klein deel, 20 procent, van de gemeente zelf is.’
Meeste baten
Groningen wil een optimaal bomenplan creëren om tot een samenhangende groene ruimte te komen. ‘Het gaat zowel om bomen in de stad als die in de dorpen en het buitengebied,’ zegt Wijnja. In het masterplan worden alle bestaande boombeleidsplannen geïntegreerd. Zo wordt duidelijk op welke locaties nieuw aan te planten bomen het hardst nodig zijn. ‘Daarmee leveren die bomen ook de meeste baten op voor onze inwoners en de biodiversiteit.’
De gemeente heeft al veel bomen, maar nog niet genoeg, volgens Wijnja. Groningen wil daarom jaarlijks duizend bomen bijplanten, zegt de wethouder. ‘Net als andere gemeenten staat Groningen voor grote maatschappelijke opgaven als klimaatadaptatie, het vergroten van de biodiversiteit en het streven naar een gezonde leefomgeving voor inwoners. Bomen leveren daaraan een belangrijke bijdrage. Door meer bomen aan te planten zorgen we voor minder hittestress, betere waterbuffering en groene verbindingen.’
Uitzicht op groen draagt bij aan de mentale gezondheid
Het belangrijkste voordeel van het masterplan is dat de gemeente meetbare doelen kan stellen en die monitort. Meetbare doelstellingen staan centraal. Wieteke de Boer is senior beleidsmedewerker groen bij stadsbeheer in Groningen. Zij noemt als voorbeeld het percentage boomkroonbedekking als doel. ‘Stel, je zet dat percentage in een bepaalde wijk op 30. Dat kan betekenen dat er bij de nulmeting extra aanplant nodig is om die bedekking te laten toenemen. Een meting na enige jaren laat zien of het de goede kant op gaat of dat extra maatregelen nodig zijn.’
Uitzicht op groen
Het Engelse Birmingham stelde in 2021 een stadsbosplan op waar de Wageningse hoogleraar Cecil Konijnendijk aan meewerkte. Hij is grondlegger van de 3:30:300-vuistregel. Die houdt in dat iedereen vanuit zijn woning minimaal drie bomen ziet, buurten een minimale boomkroonbedekking van 30 procent hebben en iedereen op driehonderd meter van zijn woning een groene verblijfsplek of een park heeft. De vuistregel helpt nu ook Groningen op weg.
De Boer: ‘Dat is voor ons meer een hulpmiddel dan een doel op zich. Het is bewezen dat 30 procent boomkroonbedekking gezondheidsvoordelen oplevert voor inwoners. Uitzicht op groen draagt bij aan de mentale gezondheid.’
Gevraagd naar de houdbaarheid van een langjarig bomenplan, erkent Wijnja dat de grote maatschappelijke opgaven schaarse ruimte claimen. Het lastige in juist de stad is dat er diverse belangen spelen: groen, de woningbouwopgave, parkeren en ondergrondse kabels en leidingen. ‘Ook de beschikbare ondergrond is beperkt. Daarom is het zo belangrijk samen met de stad en dorpen een bomenplan te maken. Het UFMP gaat uit van cocreatie.’
Grote ambitie
Groningen betrekt bij de opstelling van het bomenplan alle belanghebbenden: inwoners, lokale natuurorganisaties, vrijwilligersorganisaties, bouw en infra en diverse afdelingen binnen de gemeentelijke organisatie zelf. ‘We willen een plan dat gedragen wordt door al die partijen. Op die manier komen we het verst’, zegt Wijnja. ‘Dat zorgt voor het draagvlak dat nodig is voor deze grote ambitie.’ Groningen krijgt ook te maken met de Europese natuurherstelwet. ‘Die gaat ook over de vergroening van steden. Dus die opgave ligt er straks sowieso.’
Letterlijk bij het ingaan van dit nieuwe jaar start Groningen met het opstellen van het UFMP. In november is het conceptplan gereed en ligt dan ter inzage voor inspraak. In maart 2025 wordt het definitieve plan ter besluitvorming aan de gemeenteraad voorgelegd. De Boer kan daarom nog geen gedetailleerd beeld geven van het komende traject. ‘Zeker is wel dat we inwoners gaan betrekken. Verder bewandelen we natuurlijk de officiële inspraakroute. Inspraak levert echter vaak niet zoveel respons op. We zullen echt andere manieren moeten vinden om inwoners te bereiken en te betrekken.’