VNG Magazine nummer 8, 15 mei 2020
Auteur: Sanne van der Most
Tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben de nazi’s heel wat Nederlandse gemeenteraadsleden uit hun functie gezet en omgebracht, onder meer in Deventer en Groningen. Een gesprek met raadsleden van nu.
De Groningse gemeenteraad werd na de bezetting in mei 1940 niet direct buiten werking gesteld. Om de verhouding met de Nederlandse bevolking goed te houden, werden de politieke partijen, net als in eigen land, één voor één aangepakt. Te beginnen bij het verbieden van de communistische partij CPN. Toch weerhield dit CPN-raadsleden Luitje Huizinga, Durk Wolters, Geert Sterringa en Johannes Swint er niet van op afstand actief te blijven. Op 11 augustus 1941 werd de hele Groningse gemeenteraad buiten werking gesteld.
Een aantal raadsleden is vervolgens zelfs door de bezetter om het leven gebracht. Koo Domela Nieuwenhuis Nyegaard, raadslid voor de Christelijk Historische Unie (CHU), stak zijn afkeer voor de nazi’s niet onder stoelen of banken. Hij ging bij het illegaal verzet, nam Joodse onderduikers in huis en pleitte regelmatig voor het vrijlaten van gevangen genomen verzetsmensen. Simon Heiman Aptroot – een oud-raadslid voor de Vrijheidsbond en actief lid van de Joodse gemeente – werd naar Auschwitz gestuurd waar hij, zijn vrouw en dochters omkwamen in de gaskamer.
Buzzword
‘Verschrikkelijk natuurlijk’, vindt SP-fractievoorzitter in Groningen, Jimmy Dijk. ‘Raadsleden die het onmogelijk werd gemaakt hun werk te doen en die vanwege hun achtergrond door de bezetter zijn gedood. Gewone mensen die zich ongeacht hun politieke achtergrond inzetten tegen sociale uitsluiting en gelijkheid.’ Als SP’er voelt Dijk zich erg verbonden met het thema en vooral met die strijd tegen onderdrukking. ‘Hoe langer het geleden is, hoe belangrijker het is dat deze verhalen worden verteld. Zelf ben ik 34, ik ken ze slechts uit de tweede hand. De laatste jaren is er gelukkig meer aandacht voor.’
De vraag wat hij zelf zou doen, vindt Dijk een lastige. ‘Ik mag hopen dat zoiets verschrikkelijks nooit meer gebeurt en dat ik nooit voor de keuze zal staan. Helden vind ik een beetje een buzzword. Natuurlijk is het bewonderenswaardig wat ze deden, maar een echte keuze hadden ze niet. Ze volgden vooral hun gevoel en handelden op grond van wat zij dachten dat het goede was. Vaak waren het ook mensen die heel actief waren in hun eigen buurt. Ze zagen het onrecht en ze waren bereid om mensen op te vangen en de bezetter te saboteren. Vanuit een positie waarin ze wel echt iets konden betekenen. Dat is wel een groot verschil met de huidige tijd. Helaas zien we steeds minder mensen die diepgeworteld zijn in de samenleving zich kandideren als raadslid. Ze herkennen zich niet in de gemeentelijke politiek en haken af.’
Huizenhoog respect
Wat betreft het heldendom is Benni Leemhuis, raadslid voor GroenLinks in Groningen, het met Dijk eens. ‘Tegen de stroom in durven denken en doen. Dat vergt moed. Dat is precies wat die raadsleden deden. Uiteraard heb ik huizenhoog respect voor wat ze deden. Maar tegelijkertijd handelden deze mensen vanuit hun bestaande maatschappelijke en politieke wereldbeeld. Ze dachten vast niet heel actief: zo, nu ga ik het verzet in.’
Van de zes actieve raadsleden maakte CPN’er Johannes Swint, een bouwvakker die later verzekeringsagent werd, de meeste indruk op Leemhuis. ‘In de nieuwjaarsnacht van ’43 op ’44 werd hij uit zijn huis gehaald en op straat geëxecuteerd’, vertelt hij. ‘Een vergeldingsactie in verband met het liquideren van een politierechercheur die met de bezetter collaboreerde.’ Voor de oorlog was Swint als communist al betrokken bij de hulp aan Duitse politieke vluchtelingen en actief in de speeltuinvereniging in zijn wijk. In de oorlog ging hij door met zijn activisme. Onder meer door hulp aan onderduikers en bij het verspreiden van de verzetskrant Het Noorderlicht. Recent is een plaquette ter nagedachtenis aan hem vanuit het gebouw van de speeltuinvereniging herplaatst in een nieuw monument op het Linnaeusplein, waar Swint werd vermoord. Leemhuis: ‘Ik put inspiratie uit zijn verhaal en ik voel ook wel verbondenheid omdat zijn partij een van de grondleggers is van wat later GroenLinks is geworden.’
Zelfcensuur
Ook de raad in Deventer is flink getroffen tijdens de bezetting. Op 14 mei 1940, één dag voor de Nederlandse capitulatie, besluit de linksradicale Revolutionair-Socialistische Arbeiderspartij (RSAP) actief in het verzet te gaan in het ondergrondse Marx-Lenin-Luxemburg-front.
Helden? Ze zetten zich in voor hun idealen
Op 10 mei 1941 komt Ortskommandant Teuscher aan in Deventer. In de dagen daarna zet hij burgemeester Frederik Willem Reinhard Wttewaall tijdelijk uit zijn ambt en neemt hij het bestuur over. De raad komt nog wel bijeen, maar Wttewaall, die gedurende de oorlog in functie blijft, roept de leden op grond van de Duitse rechtsvoorschriften op ‘geen aanstoot te geven, geen debatten van politieke aard te houden en de debatten kort en zakelijk te houden’.
Op 20 juli 1941 komt er een decreet van Rijkscommissaris Seyss-Inquart waarin staat dat vier raadsleden van de CPN en de RSAP – Johan Roebers, Peeke Bosma, Albert Johan Gerards en Aalbert Jan Gerritsen – zich per direct moeten onthouden van alle raadswerk. Hun partijen worden als ‘staatsgevaarlijk’ gezien. Drie van hen zijn in de zomer van 1941 gevangengenomen en het jaar daarop om het leven gebracht. Alleen Gerards overleefde de oorlog. Op 29 juli 1941 is de laatste raadvergadering gehouden.
Orde van de dag
Helden? ‘Ze deden hun raadswerk en waren politiek actief’, zegt PvdA-raadslid Bep Spa. ‘Ze zetten zich in voor hun idealen en de dingen waar ze achter stonden. Overigens bleef de rest van de raadsleden gewoon hun werk doen.’
Opvallend vindt Spa de rol van de burgemeester. ‘Die deed keurig wat van hem gevraagd werd en volgde nauwgezet de richtlijnen van de bezetter op. Toen de raadsleden van de ene op de andere dag niet meer verschenen, ging hij over tot de orde van de dag. Wonderlijk is ook dat na de bevrijding het gemeentebestuur in dezelfde samenstelling weer gewoon verderging.’
Hoe zij zelf zou hebben gehandeld, weet Spa niet. ‘Ik weet niet of ik mijn nek zou hebben uitgestoken. Je hoopt het natuurlijk wel. Maar tegelijkertijd weet je ook dat je gewoon moet kunnen leven, geld moet verdienen en dat je gezin moet kunnen eten. Ik hoop nooit voor die keus te hoeven staan. Het doorvertellen van de verhalen is wel belangrijk. Dat is té lang niet gedaan.’ Reden voor Spa om in 2017 samen met historicus Johan van der Veen de Werkgroep Vergeten Verzet op te richten en eerherstel te bewerkstelligen. ‘We zorgden dat een aantal straten in een nieuwe wijk namen van leden van de linkse beweging kregen, waaronder die van de vier raadsleden. Bij het stadhuis komt binnenkort een plaquette ter nagedachtenis aan hen en in 2021 verschijnt een boek van Van der Veen met de biografieën van de omgekomen raadsleden en anderen uit de radicaal linkse beweging.’
Kennis van nu
‘Behoorlijk heftig allemaal’, vindt VVD-fractievoorzitter Daaf Ledeboer. ‘De hele ambtelijke en bestuurlijke organisatie werd genazificeerd en na de oorlog eigenlijk nooit gedenazificeerd. Opvallend ook dat de vier raadsleden die door de bezetter uit hun functie werden gezet, eigenlijk geen steun kregen van hun mederaadsleden. Ze waren niet solidair en gingen gewoon door met hun raadswerk. Zo ging dat blijkbaar, je leeft door in de nieuwe werkelijkheid. Iedereen bleef zitten: de raad, de wethouders, de burgemeester.
Nederland werd bestuurd door de SS en niet door de Wehrmacht. De Duitse bezetter was daarmee ook niet echt zichtbaar aanwezig op straat. Het gevoel van “nieuwe tijden” was er denk ik ook niet zo. Op die manier zijn in Deventer zonder veel tegenstand vierhonderd Joden verdwenen. Tragisch, maar het is gebeurd. Zoveel heldenrollen zijn er in de Deventer raad dus niet te vergeven.’
Hoe hij zelf zou hebben gehandeld, weet Ledeboer dan ook niet. Wat hij wél weet, is dat het belangrijk is om door te functioneren en altijd scherp te blijven. ‘Wat betekent het als iemand er niet bij mag zijn? Accepteer je dat of ga je ertegenin? Het zegt echt iets over de macht van de overheid, de kwetsbaarheid van het individu en hoe lastig het is om je te verdedigen. Dat soort gedachten heeft de manier gevormd waarop ik politiek bedrijf en waarom ik VVD’er ben geworden. Deze vier raadsleden zijn heel vroeg in de oorlog uit het systeem gehaald. Later, toen ik ze uit de verhalen van Bep Spa en Johan van der Veen leerde kennen, heeft dat mijn gevoel alleen maar versterkt.’
#VRIJ75
Alle artikelen uit onze serie rond de viering van 75 jaar vrijheid zijn te vinden op vng.nl/vrij75.