Beste Joop,

Inderdaad komen de raadsleden niet voor op de lijst met cruciale beroepen en de lokale democratie is niet aangemerkt als een vitaal proces. Bij ‘noodzakelijke overheidsprocessen’ moeten we volgens de lijst denken aan het betalen van uitkeringen, het werk in justitiële inrichtingen en het bijwerken van de Basisregistratie personen.

Dit niet-noodzakelijke lot delen de raadsleden met de minister-president, de Koning zelf en de 25 oorlogsburgemeesters die het land in quarantaine houden, zodat de verklaring van valse bescheidenheid inderdaad voor de hand ligt.

Het enige lichtpuntje voor het voortbestaan van de lokale democratie tijdens de coronacrisis is de uitzondering voor gemeenteraadsvergaderingen op het samenscholingsverbod. Maar ook hier houdt het enthousiasme niet over: gemeenteraadsvergaderingen worden opgevoerd als voorbeeld van ‘wettelijk verplichte samenkomsten’.

Geerten Boogaard, Thorbeckehoogleraar