Verschillende onderzoeken laten zien dat het toezicht door gemeenten op de Wmo en de Jeugdwet beter moet. Verschillende onderzoeken geven ook aan dat en hoe het beter kán. 

Ingrid Hoogstrate

Met de gemeenteraadsverkiezingen net achter de rug, zijn nieuwe en herkozen raadsleden zo goed als geïnstalleerd en worden nieuwe colleges gevormd. Een mooi moment om de aanpak van zorgfraude opnieuw op de gemeentelijke agenda te zetten. Zeker in combinatie met de recente en aankomende onderzoeken over dit thema. En nee, gemeenten zullen fraude door malafide zorgaanbieders binnen de Wmo en de Jeugdwet niet tot nul reduceren. We zijn bijvoorbeeld ook afhankelijk van landelijke ontwikkelingen en die van ketenpartners. Maar we kunnen en we moeten wel degelijk flinke stappen zetten.

Wmo-toezicht niet goed genoeg

‘Het Wmo-toezicht is op veel aspecten niet goed genoeg of zelfs verslechterd.’ De openingszin van het nieuwsbericht waarmee de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) eind vorig jaar het jaarlijkse rapport over kwaliteitstoezicht op de Wmo door gemeenten aankondigde. Zeker, de coronamaatregelen drukten hun stempel op de uitkomsten over 2020. De IGJ onderkent dit, maar de boodschap blijft overeind. Zo kunnen we als gemeenten meer samenwerken op het gebied van toezicht, scherpere eisen stellen aan de kwaliteit, en contractmanagement verder professionaliseren. Ook moeten we de ontwikkeling van gemeentelijk toezicht blijven stimuleren. Nu gaat dit rapport over kwaliteitstoezicht, maar waar de kwaliteit in het geding is, is vaak ook iets mis met de rechtmatigheid. De ontwikkelingen bij beide vormen van toezicht gaan dan ook hand in hand.

Wat kost goed toezicht en wat levert het op?

Natuurlijk zien vrijwel alle gemeenten het belang van goed toezicht. Maar krappe budgetten dwingen ook om keuzes te maken. Daarbij helpt het dat Significant Public in opdracht van VNG Naleving een eerste verkenning heeft uitgevoerd naar de kosten en opbrengsten van toezicht. Hiervoor dook dit onderzoeksbureau in de praktijk van 4 gemeenten die er al enige tijd serieus werk van maken. Het resultaat is een zeer leesbaar rapport dat laat zien dat investeren in goed toezicht op meerdere manieren rendeert. Bij alle verkende gemeenten is de businesscase sluitend. De investeringen in toezicht, inclusief rechtmatigheidstoezicht Jeugdwet, bedragen ongeveer 0,5% tot 1,25% van de totale Wmo-uitgaven. In alle gevallen zijn de ‘harde’ opbrengsten hoger dan de investeringen. Daarnaast draagt goed toezicht onder meer bij aan de bescherming van zorgbehoevende inwoners en laat het zien of de geleverde zorg voldoet aan wat is afgesproken. Ook voorkomt dit toezicht dat gemeenschapsgeld verdwijnt in de zakken van malafide zorgaanbieders. Het rapport laat daarmee eens te meer zien hoe kwaliteit en rechtmatigheid hand in hand gaan.

Deel van een geheel?

Het zou niet fair zijn onze ogen enkel te richten op gemeenten. Ook op stelselniveau zijn er verbeteringen nodig om het toezicht echt te kunnen upgraden. Zo willen gemeenten eenvoudiger gegevens over malafide zorgaanbieders met elkaar en met ketenpartners kunnen uitwisselen. Naar verwachting publiceert de Algemene Rekenkamer medio april een onderzoek naar de effectiviteit van de kabinetsaanpak om zorgfraude terug te dringen. Ik verwacht dat de beperkingen op het gebied van gegevensdeling ook hier weer goed worden belicht. En dat dit het pleidooi van ons als gemeenten om ruimere mogelijkheden kracht bijzet. Want zijn we als gemeenten deel van een geheel, dan horen die uitgebreide mogelijkheden daar gewoon bij.  

Krachtige gemeenten zetten stappen

Toch kunnen we als gemeenten nu al in onze eigen kracht gaan staan en flinke stappen zetten. Edward van der Torre geeft hiervoor in zijn rapport ‘Van pionieren naar structureren’ – dat ook later deze maand verschijnt – inzichten en aanknopingspunten. In opdracht van VNG Naleving bekeek hij wat gemeenten minimaal zouden moeten doen om vooruitgang te boeken bij de aanpak van zorgfraude. Van der Torre gaat in zijn rapport in op vormen van fraude, tactieken van fraudeurs én geeft bouwstenen die gemeenten kunnen gebruiken om dit tegen te gaan. Denk aan een goede toegangsorganisatie en aan ‘toezichthoudend partnerschap’ met gecontracteerde zorgaanbieders. Om de basis op orde te krijgen noemt hij de Routekaart Toezicht, Handhaving en Naleving | Wmo 2015 en Jeugdwet. Die leidt gemeenten heel concreet langs bewustwording, draagvlak, visie, beleid en uitvoering. Het instrumentarium ligt er. Het is aan de nieuwe wethouders en raadsleden om de instrumenten te (laten) bespelen!

Meer informatie