In Nederland zijn we meesters in het omgaan met water. Met dijken voorkomen we dat we natte voeten krijgen en mocht het toch een keer misgaan, dan zijn we in de meeste gevallen in staat om adequaat te reageren. Dit vereist wel landelijke, regionale en lokale maatregelen die ook nog eens op elkaar zijn afgestemd. Via dit bruggetje kom ik – met droge voeten – terecht bij zorgfraude.
Op 19 februari 2020 vond een Algemeen Overleg in de Tweede Kamer plaats over fraude in de zorg. Leden van de Tweede Kamer maakten zich zorgen over de effectiviteit van de huidige en voorgestelde aanpak. De reactie van Minister De Jonge was dat we bezig zijn met het versterken van de dijken én de opsporing. Natuurlijk zijn preventie en opsporing nog niet overal optimaal, maar we werken hard aan de versteviging ervan. Op alle niveaus.
Kijk ik naar de verhalen over zorgfraude in de media, dan begrijp ik de ongeduldige geluiden uit de politiek en de samenleving. Tegelijkertijd geloof ik in zorgvuldigheid. Zo zijn woekerwinsten van zorgcowboys zeer onwenselijk, maar niet zonder meer strafbaar. Bestrijding van zorgfraude vereist dan ook veel kennis en vaardigheid. Ik zie gemeenten hierin steeds meer investeren, waarbij ze hun aandacht ook richten op het voorkomen van malafide praktijken.
De contouren voor een deltaplan voor de aanpak van zorgfraude worden wat mij betreft steeds beter zichtbaar. Zo keurde de Tweede Kamer recent de Wet toetreding zorgaanbieders goed, waarmee aanbieders preventief worden gescand. Daarnaast werkt het ministerie van VWS aan de Wet bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg. Als VNG adviseren we het ministerie hierbij om te zorgen dat knelpunten bij gemeenten in de wet worden opgelost.
Een van de onderdelen van deze wet is het waarschuwingsregister. Via dit register kunnen gemeenten elkaar straks waarschuwen voor malafide zorgaanbieders. Zo voorkomen we dat het water dat de ene gemeente tegenhoudt, in de andere gemeente over de dijk gutst. Ook verruimt de wet de mogelijkheden voor gegevensdeling tussen gemeenten onderling en gemeenten en ketenpartners. Het Informatie Knooppunt Zorgfraude (IKZ) speelt hierin een belangrijke rol. Toch is er ook nu al veel mogelijk. Veel gemeenten zijn dan ook aangesloten bij het IKZ om vermoedelijke fraudesignalen te laten verrijken en waar nodig samen te werken met andere gemeenten en ketenpartners.
Als gemeenten pakken we dus veel zaken samen op. Niet alleen richting het rijk en binnen het IKZ, maar bijvoorbeeld ook met regionale overleggen van toezichthouders. Het inrichten en uitvoeren van preventie en toezicht moeten gemeenten grotendeels zelf doen. Toch staan ze ook hierin niet alleen. Als kenniscentrum ondersteunen we gemeenten bij het op orde brengen van de basis en – als volgende stap – het integreren van toezicht en handhaving in het beleids- en uitvoeringsproces. Dat is ook de rode draad in ons meerjarenprogramma Toezicht, Handhaving en Naleving Sociaal Domein 2021 – 2024, waarin we vraagstukken van gemeenten koppelen aan doelstellingen voor het kenniscentrum.
Een van de doelstellingen is om gemeenten te voorzien van bouwstenen om preventie, toezicht en handhaving te versterken. In dat licht publiceerden we onlangs het pgb-fraudebarrièremodel. Dit model laat gemeenten zien hoe ze welke drempels kunnen opwerpen om pgb-fraude te voorkomen. En in april komen we met vijf regiobijeenkomsten Tools voor Toezicht naar gemeenten toe. Een mooie gelegenheid om meer te weten te komen over onder meer het genoemde barrièremodel en de verbinding tussen kwaliteit en rechtmatigheid. We zullen daar ook de resultaten van ons onderzoek naar patronen van misbruik presenteren. Ik nodig gemeenten graag uit om bij een bijeenkomst aanwezig te zijn. Dan maken we weer een mooie stap om het deltaplan voor een fraudebestendig zorgdomein samen verder vorm te geven.