Inmiddels wordt breed erkend dat toezicht en handhaving in het sociaal domein op punten beter kan. Nu zullen we ook de volgende stap moeten zetten. Van reflectie naar actie.

Ingrid Hoogstrate

Tot voor kort lag de focus in veel gevallen op handhaven. Vaak was dit een politieke keuze die voortkwam uit de wens om ons kostbare sociale stelsel overeind te houden. Hadden we daar met de kennis van nu naar gekeken, dan ben ik ervan overtuigd dat we het anders hadden opgeschreven, maar ook anders hadden uitgevoerd. Met name de kinderopvangtoeslagenaffaire heeft er terecht toe geleid dat we op een andere manier naar handhaving kijken en dat de ‘taal rond naleving is veranderd’. En die taal zal ook de komende tijd nog wel in beweging blijven.

Nieuwe voertaal

In mijn blog van 15 december van vorig jaar schreef ik dat gemeenten en ketenpartners continu moeten reflecteren op toezicht en handhaving. En dat dit onherroepelijk leidt tot meer aandacht voor onder meer preventie, menselijke maat en proportionele gegevensuitwisseling. Gelukkig zie ik dat er al veel gebeurt op deze gebieden. Het is de uitdaging om er de komende tijd voor te zorgen dat dit ‘de voertaal’ wordt in de hele uitvoering. Door onszelf steeds af te vragen of we echt iets moeten doen, wat we moeten doen, hoe we dat het beste kunnen doen en of wat we (gaan) doen voor iedereen duidelijk is. We hebben een nieuwe, solide koers nodig, die oog heeft voor rechtvaardigheid in brede zin. 

Niet verkrampen, jojoën of doorslaan

Het risico van de huidige aandacht voor toezicht en handhaving is dat we ‘maar even niets doen’. Projecten waarin gegevensuitwisseling een grote rol speelt worden in de ijskast gezet of mensen die doelbewust onrechtmatig een uitkering ontvangen komen ermee weg omdat handhaving op een laag pitje staat. Terwijl het juist de bedoeling is dat we meebewegen met de nieuwe inzichten. Als handhavingsorganisaties en handhavers hebben we een belangrijke taak. We maken ons hard voor het voorkomen en tijdig ontdekken van fouten en het tegengaan van doelbewuste fraude. En burgers verwachten dat ook van ons. De crux is dat het slechts een kleine minderheid is die doelbewust fraudeert. Dat moet ‘handhaving anno nu’ ook uitstralen en handhavers moeten zich daar bewust van zijn. Maar we moeten echt voorkomen dat we verkrampt raken of, erger nog, het kind met het badwater weggooien. 

Cultuurverandering

Ik geloof heilig in de kennis en professionaliteit van ‘de handhavers’. Maar het is niet fair voor inwoners, én voor handhavers zelf, om soms onbewuste aannames een te grote rol te laten spelen in de handhaving. Ik moet daarbij denken aan de Cito-toetsen op de basisschool. Die voorkomen dat het niveau van een kind enkel door het menselijk oordeel tot stand komt. Met het risico dat hierin mogelijk onbewuste overtuigingen over het betreffende kind worden meegenomen. Overigens laat onderzoek zien dat de Cito-toets en het advies van de leerkracht complementair zijn. Die complementariteit geldt in mijn ogen ook binnen het veld van handhaving. 

Protocollen en professionele autonomie

De fouten die recent op tafel zijn gekomen binnen de uitvoering, hebben alles te maken met een disbalans tussen het wat en het hoe. Met protocollen kunnen we waarborgen creëren van beleid naar uitvoering. Dit vraagt veel van het vakmanschap van de handhaver en het vraagt ook lef om nieuwe werkwijzen te implementeren. In die protocollen zullen preventie, de menselijke maat en ruimte om – in bijzondere gevallen en goed onderbouwd – af te wijken, een grote rol moeten hebben. De professionele blik van de handhaver is daarbij belangrijk. Hij of zij is tenslotte degene die zaken kan duiden. Maar bij bijzondere zaken, zaken die afwijken van het protocol of bijvoorbeeld bij vermoedens van ernstige misstanden, toetst de handhaver de zaak bij een of meer collega’s. Afwijken van de procedures kan alleen goed gefundeerd en gedocumenteerd.

Transparantie

Een ander aspect dat ik wil noemen is transparantie. Vaak zie je dat de manier waarop handhaving plaatsvindt ongeschreven processen zijn geworden. Die vragen om meer uitleg. Duidelijkheid en zekerheid zijn voor burgers meer dan ooit noodzaak. ‘Zeggen wat je doet of gaat doen en doen wat je zegt’. Op deze manier voorkomen we dat de rechtszekerheid van burgers in het geding komt. Voorkomen we dat onbewuste aannames van professionals leidend kunnen zijn in de uitvoering.

Gegevensuitwisseling

Ook voor gegevensuitwisseling zijn waarborgen, zorgvuldigheid en transparantie onmisbaar. Daarnaast dient het altijd gekoppeld te zijn aan een gerechtvaardigd doel. Ruim een jaar geleden schreef ik een uitgebreide blog over dit thema. Hierbij schets ik dat ook hier het vakmanschap van de handhaver onmisbaar is. Een risicoselectie op basis van data mag bijvoorbeeld niet automatisch leiden tot een handhavingsactie. Dit moet altijd gepaard gaan met een individuele beoordeling. Die moeten complementair zijn. Net als de Cito-toetsen en de leraar.