VNG Magazine nummer 3, 21 februari 2020

Auteur: Annemieke Diekman | Beeld: Gerrit Groeneveld

Zaltbommel heeft hernieuwde aandacht voor de monumentale parken op de stadswallen, na jarenlange verwaarlozing. De gemeente hoopt een voorbeeld te zijn voor de omgang met dit bijzondere groene erfgoed.

Kaart stadswallen Zaltbommel

Zelfs in de stromende regen ligt het Oranjebolwerk in Zaltbommel er mooi verzorgd bij. Ontluikende sneeuwklokjes en andere kleine bolgewassen brengen wat kleur, verder zijn bomen en struiken nog kaal. Door het park slingeren pas aangelegde schelpenpaadjes, hier en daar opgeluisterd door ranke stalen bankjes. Alleen voor het ingezaaide narcissenveld moet de verbeelding worden aangesproken. Dat is weleens anders geweest. Veertig jaar heeft de gemeente niet naar het Oranjebolwerk omgekeken, evenmin als naar de vijf andere bolwerken die samen de stadswallen van het Gelderse plaatsje aan de Waal vormen.

Landschapspark
De wallen zijn in 1834 ontworpen door François Willem de Virieu, naast landschapsarchitect ook musicus en schilder. Van de toenmalige natuurlijke verdedigingsbastions maakte hij een landschapspark, in de geest van het negentiende-eeuwse Zocherpark in Utrecht. In de jaren zeventig van de vorige eeuw hebben de wallen de status van rijksmonument gekregen. Ze vormen daarmee het belangrijkste groene erfgoed van Zaltbommel. Toch was dit voor de gemeente geen reden de wallen goed te onderhouden, laat staan te renoveren naar het oorspronkelijke ontwerp. Doordat ze zo lang zijn verwaarloosd en slechts onderhouden als waren ze ‘gewoon’ groen, was er veel werk aan de winkel. Plus gedegen kennis om dit erfgoed niet voorgoed te laten vervallen tot een park als elk ander.

Ondergeschoven kindje
In die veronachtzaming of verwaarlozing van het groene (rijks)erfgoed staat Zaltbommel niet alleen. Bij veel gemeenten is groen erfgoed een ondergeschoven kindje, zegt Ruurd van Donkelaar, adviseur Groen Erfgoed bij Stichting ERM (www.groenerfgoedzorg.nl). Veel groen erfgoed heeft de status van rijksmonument, maar er zijn ook groene gemeentemonumenten. Er liggen zo’n 1400 groene rijksmonumenten verspreid over het hele land en in verschillende gedaantes, zoals stadsparken, buitenplaatsen, kasteeltuinen, maar ook statige bomenlanen of tuinen van kantoorvilla’s uit de jaren twintig. Gemeentelijke monumenten zijn minder goed in kaart gebracht. Maar ook voor rijksmonumenten hebben gemeenten op basis van de Monumentenwet een zorgplicht.

Groen erfgoed vertelt een verhaal

Die handhavende onderhoudstaak wordt volgens Van Donkelaar helaas niet altijd naar behoren uitgevoerd. Maar het is belangrijk dat groen erfgoed met kennis en speciale aandacht wordt onderhouden: ‘Groen erfgoed is door mensenhanden gemaakt en er zit een ontwerpgedachte achter, dat maakt het anders dan willekeurig aangelegd of natuurlijk groen. Niet alles hoeft precies zo te blijven als ooit ontworpen; gebruiken en eisen veranderen immers. Wel is het van groot belang variatie in stand te houden en te weten wat bijzonder en beschermingswaardig is.’

Historische gelaagdheid
Bij het onderhoud moet je je verdiepen in de aanwezige historische gelaagdheid, vervolgt hij. ‘Je leest de geschiedenis aan de plek af, dat geeft het een identiteit. Groen erfgoed vertelt een verhaal. Dat verhaal van die plek wil je doorgeven en dat betekent niet lukraak bomen kappen of planten zonder kennis te nemen van het oorspronkelijk ontwerp, de zichtlijnen en de oorspronkelijke begroeiing. Maar ook bijvoorbeeld geen prullenbakken plaatsen in een historische zichtlijn. Als je daar in het onderhoud geen rekening mee houdt, gaat het verhaal verloren en daarmee het unieke karakter van de specifieke plek.’   

Zaltbommel

In stadsparken is daar afgelopen decennia slecht mee omgesprongen, zeggen zowel Van Donkelaar als Biezeman en Sanders. Daardoor is de diversiteit in gevaar gekomen. Zo ontstaat er langzaam een eenheidsworst, die je zou kunnen vergelijken met de gemiddelde winkelstraat in Nederland met daarin allemaal filialen van dezelfde winkelketens. Vaak ontbreekt de kennis om groen erfgoed kwalitatief goed en met aandacht te onderhouden. Soms is de kennis er wel, maar wordt die niet overgebracht op de uitvoerende partij. Meer bewustwording kweken is daarom belangrijk.

De bramenstruiken en brandnetels stonden metershoog

Die kennis is er nu wel bij de gemeente Zaltbommel. ‘Na jarenlange verwaarlozing van de stadswallen stonden de bramenstruiken en brandnetels metershoog’, vertelt Moniek Biezeman, tuin- en landschapsarchitect bij de gemeente. De wallen waren volgens haar enorm verslonsd. ‘Hier en daar waren wel nieuwe bomen geplant, maar er was geen specifieke kennis aanwezig bij de hoveniers. Een planmatige aanpak ontbrak, laat staan dat er rekening werd gehouden met laanstructuren en zichtlijnen. Er werkte geen vaste ploeg aan, ook is er nooit rijkssubsidie aangevraagd.’

In het slop geraakt

‘De wallen waren echt in het slop geraakt’, voegt historica Mieke Sanders, eveneens in dienst van de gemeente, toe. ‘Er was te weinig kennis om de betekenis en geschiedenis op waarde te kunnen schatten. ‘Groen zat in het verdomhoekje en er werd weinig geld voor vrijgemaakt. Gemeenten maken continu afwegingen en een nieuwe parkeerplaats krijgt dan al gauw voorrang boven groen erfgoed.’

Het kantelpunt vormde in 2015 de motie van de gemeenteraad: er moest dringend iets gebeuren met de stadswallen. Aan de hand van oude kwitanties van de beplanting uit medio negentiende eeuw kregen Biezeman en Sanders een goed overzicht van de bomen, planten en bloemen die toen zijn geplant. Zij trekken samen de kar met een onderzoeker en een vast buitenteam, onder wie jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt.

De renovatie van de stadwallen wordt gefaseerd uitgevoerd, ieder jaar een bolwerk. In 2018 is gestart met het Oranjebolwerk, maar omdat je te maken hebt met de natuurlijke omstandigheden waaronder het best gesnoeid en geplant kan worden, worden verschillende bolwerken tegelijkertijd aangepakt. In totaal gaat het om negen hectare groen en negen hectare water. Het oude beplantingsschema wordt waar mogelijk gehandhaafd, maar sommige soorten zijn vervangen door andere, maar vergelijkbare soorten. Biezeman brengt de kennis doorlopend over op het uitvoerende hoveniersteam, zodat de gerenoveerde bolwerken vanaf het begin ook kwalitatief goed en gespecialiseerd onderhoud krijgen.  

Een nieuwe parkeerplaats krijgt al gauw voorrang boven groen erfgoed

 

 

Intussen wordt in Zaltbommel hard gewerkt om het groene erfgoed op de agenda te houden en ervoor te zorgen dat de pas herstelde historische structuur straks niet bijvoorbeeld weer platgewalst wordt door een foodtruckfestival. ‘Het blijft een strijd om het groen voor iedereen leuk en beschikbaar te houden. Sanders is daar wel bezorgd over. ‘We moeten het historische belang van de wallen onder de aandacht blijven brengen, en daarbij steeds weer afwegen wat het park bovenop het normale recreatieve gebruik aankan.’

Onderscheid maken

Van Donkelaar zou graag zien dat meer gemeenten omgaan met groen erfgoed zoals Zaltbommel dat nu doet, ‘met waardering voor wat destijds is ontworpen, met gevoel voor hoe het bedoeld was’. Hij heeft advies voor gemeenten die nog niet zo ver zijn. ‘Ontwikkel een visie voor eventuele renovatie, maar vooral ook voor kwalitatief onderhoud. Er moet een beheerplan worden opgesteld, speciaal gericht op het in stand houden van het onderhouden van groen erfgoed. Stel daarbij duidelijke eisen aan uitvoerders en leid ze zo nodig op.’

Belangrijk punt is ook dat groen erfgroen niet in het standaardbestek wordt opgenomen. ‘Bij een aanbesteding van bijvoorbeeld een woonwijk ontbreekt de langetermijnvisie. Als groen erfgoed in zo’n wijk ligt, vormt het onderdeel van al het openbaar groen en wordt er geen onderscheid meer gemaakt. Het wordt dan onderhouden als gewoon groen. Zo zonde.’