VNG Magazine nummer 3, 21 februari 2020

Auteur: Pieter van den Brand

Steeds meer gemeenten nemen natuurinclusief bouwen op in hun ruimtelijk beleid. Goed voor de biodiversiteit én voor het leefgenot. Nabije thema’s als klimaatadaptatie versterken de ambities. Nu nog de handvatten vinden voor de praktijk.

Natuurinclusief bouwen mag zich bij gemeenten verheugen in een groeiende aandacht. Zo’n 25 gemeentelijke ecologen en stedenbouwkundigen volgden eind januari een seminar over het onderwerp in Amersfoort, voor de derde keer op rij georganiseerd door vakblad Groen en Stichting Steenbreek. Meer biodiversiteit in de stad is hard nodig. De populatie van stadsvogels in en rond gebouwen neemt af, blijkt uit cijfers van Vogelbescherming Nederland. Ook de positie van andere spelers in het ecosysteem gaat terug, denk aan stuifmeel verspreidende bijen. Intussen groeit het oppervlak aan stedelijk gebied. ‘In feite is ons land is één stedelijke agglomeratie. De natuur in de stad is voornamelijk kunstmatig’, vertelt architect Piet Vollaard, die samen met ontwerper Jacques Vink het seminar verzorgt. ‘Gebouwen zitten vandaag de dag potdicht zonder kieren en spleten’, vult Vink aan, die een foto van de kademuur van de ontgraven Utrechtse Catharijnesingel laat zien. Steriel aangelegd met harde klinkers en betonmortel, waar geen kiem zich meer kan hechten.

Beschermde soorten

Vleermuiswand

Natuurinclusieve ingrepen in gebouwen passeren de revue, zoals met sedum ingezaaide daken en voor potgrond en weelderige plantengroei ingeruilde stoeptegels langs huizengevels, die vogels en insecten weer een leefomgeving bieden. Het aantrekken van vleermuizen, gierzwaluwen en huismussen staat hoog op de agenda. Het zijn beschermde soorten die een sleutelrol in het ecosysteem van de stad spelen. Bij het seminar hoort een rondleiding door het Soesterkwartier langs huizen met fraai geïntegreerde neststenen van houtvezelbeton. Een nestkast achteraf plaatsen past niet in de opzet van natuurinclusief bouwen, stelt Vollaard, ‘maar het is een sympathieke oplossing.’

De echte uitdaging zijn gebouwen met groene gevels. Een geslaagd voorbeeld, vinden Vollaard en Vink, is Het Funen in Amsterdam. De gevel van dit wooncomplex heeft stalen draden en is volledig overwoekerd met klimop. Imposantere gebouwen zijn in de maak. In het Utrechtse stationsgebied verrijzen in 2022 de twee woon- en werktorens Wonderwoods. Op het dak van de hoogste toren, die van negentig meter, komt een bos. Balkons en gevels worden volledig beplant.

Op het dak van de hoogste toren komt een bos

Explosieve bevolkingsgroei

Het zijn mooie voorbeelden op gebouwniveau. Maar er liggen bredere opgaven. Zo heeft datzelfde Utrecht behoefte aan minstens 550 hectare aan recreatief groen. Dat heeft de provincie vorig jaar onderzocht. De reden is de explosieve bevolkingsgroei in de regio met 115.000 mensen tot 2035 - de omvang van een stad als Alkmaar. Volgens het rapport verwachten inwoners steeds meer van de natuur. Een van de oplossingen is het opkopen en vergroenen van landbouwgrond en bedrijventerreinen.

De wil is er. Natuurinclusief bouwbeleid wordt in steeds meer gemeenten ondersteund door uitvoeringsnota’s. De strekking is dat natuurinclusiviteit bij elk bouwproject aan de orde moet zijn. Hilversum wil bij de provincie ontheffingen van de Wet natuurbescherming vragen, vertelt adviseur Natuur, Landschap en Ecologie Joost Volkers van de gemeente tijdens het seminar. Dat kan met een soortenmanagementplan. ‘Je krijgt dan een goed beeld van wat er al aan flora en fauna is’, legt Volkers uit, ‘en wat er aanvullend op locaties met bouw- en renovatieprojecten aan verblijfplaatsen voor beschermde soorten nodig is.’ Hilversum wil de stedenbouwkundige ontwikkeling van het stationsgebied volledig natuurinclusief maken.

Den Haag, zo licht ecoloog Jennifer van Kolck van Ingenieursbureau Den Haag, onderdeel van de gemeente, toe, wil de bestaande ecologische verbindingszones uitbreiden en robuuster maken. Dat vergroot de biodiversiteit. Om de komende twintig jaar 100.000 extra inwoners te accomoderen, is het nodig om te verdichten en te vergroenen. De hofstad wil niet sec aan de natuurregels voldoen, ‘maar proactief handelen ten bate van de natuur’, aldus de Nota Natuur-inclusief Bouwen. Om dat beleid een impuls te geven is ook een nota Stadsnatuur in de maak. ‘Onze raad wil meer. Dus we gaan onze inspanningen verhogen’, zegt Van Kolck.

We hebben een aantal mooie plannen voorbij zien komen

Het dilemma is dat natuurinclusief bouwen niet als eenduidig voorschrift in een wet of in contract valt voor te schrijven. Ook willen gemeenten niet tornen aan de creativiteit en keuzevrijheid van bouwers en ontwikkelaars. Maar voor de uitvoering van het beleid moet natuurinclusief ontwerpen een randvoorwaarde zijn in stedenbouwkundige programma’s van eisen, benadrukt Eric van der Sande van de gemeente Almere. ‘Dat is nog geen automatisme. Ik ken daar nog geen voorbeelden van’, zegt de stedenbouwkundige.

Er zijn meer mogelijkheden. Nieuwegein heeft voor de ontwikkeling van Rijnhuizen een gebiedsvisie en een kwaliteitskader opgesteld, om op vergroening te sturen. Dit bedrijventerrein, pal aan het Merwedekanaal onder de rook van Utrecht, zit middenin een transformatieproces naar een gemengde leefwijk met 2500 woningen. ‘De grond in Rijnhuizen is grotendeels privaat eigendom. In de planfase zijn onze mogelijkheden beperkt’, vertelt stedenbouwkundige Esther Weggeman. ‘De openbare ruimte rond de kavels wordt gerealiseerd en gefinancierd door de ontwikkelaar. In het kwaliteitskader hebben we spelregels opgesteld voor de aanleg van extra ecologische kwaliteit, zoals het planten van grote bomen en het toevoegen van groene gevels. Maar ook groene daken en zo min mogelijk verharding, mede voor de klimaatadaptatie. Het belangrijkst is dat onze wensen in de planfase meegenomen worden en niet achteraf. Van belang is wel te toetsen of de ontwikkelaar zijn afspraken nakomt.’

De natuur in de stad is voornamelijk artificieel

Puntenscore

Den Haag hanteert een puntensysteem voor groen en natuurinclusief bouwen. Er zijn vier gebiedstypen – historisch centrum, woonwijk, hoogbouw en bedrijventerrein – die elk een eigen maatregelenlijst hebben waar architecten en ontwikkelaars uit kunnen kiezen. Ingrepen variëren van groene daken en dierenverblijven tot bloemrijk grasland en natuurvriendelijke oevers. Als ook de schaal van het project is bepaald (in vierkante meters en hoogte), volgt een minimaal te behalen puntenscore, die de gemeente meeneemt bij de aanbesteding. Het puntensysteem wordt dit jaar getest in het centrumgebied. ‘We willen de regeling niet meteen bij alle bouwprojecten invoeren, maar gefaseerd en met tussentijdse evaluatie’, vertelt landschapsarchitect en projectleider Irene Mulder. ‘Wel hebben we de belangrijkste bulk te pakken, want de verplichting geldt bij grootschalige nieuwbouw in die gevallen waar we dat contractueel vast kunnen leggen. Dat komt dan vooral neer op projecten nabij de drie treinstations in het centrum en in de Binckhorst, een transformatiegebied.’

Marktpartijen reageren positief, aldus Mulder. ‘We hebben een aantal mooie plannen voorbij zien komen, en architecten ontmoet die ecologen betrekken bij de planvorming. Dat is al een enorme verandering. Maar er waren ook vragen over de kosten uiteraard. We willen met robuuste maatregelen een belangrijke bijdrage leveren aan de leefbaarheid in die gebieden waar verder weinig groen is. Hoe dat uitpakt, daar ben ik erg benieuwd naar.’