VNG Magazine nummer 3, 21 februari 2020

De Tweede Kamer wil tussentijdse verkiezingen mogelijk maken voor de gemeenteraad als er sprake is van een onbestuurbare gemeente door ernstig verstoorde verhoudingen. Dat is geen oplossing en zal eerder leiden tot dreigen met nieuwe verkiezingen, vooral door notoire dwarsliggers. Het plan geeft een extra wapen aan populisten die zand willen strooien in de raderen van het lokale openbare bestuur.
 

Dit voorstel zal niets veranderen aan een gevoel van onbehagen bij burgers over de mate waarin politieke ambtsdragers het volk vertegenwoordigen. Voor eerdergenoemde populisten is het simpel: zij ontkennen de maatschappelijke pluriformiteit en de noodzaak van een veelvoud aan politieke partijen om die verschillen een stem te geven in het parlement. Alwetende populistische leiders zien zichzelf als de belichaming van het volk. Hij (soms een zij) weet precies wat ‘het volk’ wil. Representatie is eenvoudig, omdat er maar een enkele ‘volkswil’ is. De werkelijkheid is echter veel complexer. 

De meeste Nederlanders zijn geen extremisten 


De meeste Nederlanders zijn geen extremisten en hebben zeer gematigde standpunten, of moeten we zeggen ‘inconsistente’ standpunten. Liever wil men lagere belastingen, maar wel betere sociale voorzieningen. Velen willen lekker door kunnen rijden met de auto, maar de natuur is prachtig en moeten we behouden. In een verkiezing vragen we burgers om al hun belangen, ideeën en (inconsistente) wensen om te zetten in de keuze voor een enkele partij. Dat leidt er automatisch toe dat er een gat gaapt tussen wat burgers willen en wat de partij van hun uiteindelijke keuze aanbiedt.
Er is een alternatief: de zogenaamde assembly vote. In plaats van kiezers te dwingen één enkele partij te kiezen, geef je ze de mogelijkheid hun ideale parlement of raad samen te stellen. Ze mogen de zetels zelf verdelen over de politieke partijen. Omdat de meeste Nederlanders een redelijk hoge voorkeur hebben voor twee of meer politieke partijen, is de verwachting dat dit systeem leidt tot een veel betere afspiegeling van belangen en wensen onder de bevolking. Die kennis kan ook helpen bij het vormen van een stabiel bestuur: je weet immers welke andere partijen jouw kiezers ook wel zien zitten.  
Samen met collega’s Maurits Meijers en Victor Ellenbroek van de Radboud Universiteit voerde ik een experiment uit waarin we Nederlanders vroegen hun ideale parlement samen te stellen.

De resultaten laten zien dat je de representatie aanzienlijk kunt verbeteren met een assembly vote: er is meer aansluiting tussen wat burgers willen en de partijen die dan vertegenwoordigd zijn in het parlement. Vooral gematigde kiezers worden beter vertegenwoordigd en het resultaat is eveneens een aanzienlijke vermindering van de polarisatie. 
In plaats van meer verkiezingen te gaan houden, is het slimmer om na te denken over hoe we de stem van kiezers meer betekenis kunnen laten hebben. En zorgen dat die stem een duidelijkere instructie is bij het vormen van een gemeentebestuur. Welke gemeente durft een dergelijk experiment aan?
 

André Krouwel is oprichter van Kieskompas en werkt als politicoloog aan de Vrije Universiteit: andre.krouwel@vu.nl, @AndreKrouwel