VNG Magazine nummer 15, 13 oktober 2023

Tekst: Leo Mudde | Beeld: Jean-Pierre Geusens/ANP

Het belang van de lokale journalistiek lijkt groter dan ooit. Er komt extra geld beschikbaar voor de lokale omroepen, maar het lijntje met de gemeente wordt dunner.

RTV Maastricht

Staatssecretaris Gunay Uslu (Cultuur) schetste dit voorjaar de contouren voor de lokale omroep van de toekomst. Belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de bestaande situatie: de financiering verloopt niet langer via de gemeenten, maar via het rijk, en ze beloofde een extra investering van structureel 16 miljoen euro per jaar. Daarmee wil ze de basis van de lokale omroepen verstevigen en hun journalistieke taken versterken.
Volgens Sjors Fröhlich is het voor een belangrijk deel aan deze staatssecretaris te danken dat het belang van de lokale journalistiek weer op de radar staat. ‘Zij ziet dat lokale media en lokale democratie niet zonder elkaar kunnen. Dat is echt een trendbreuk met de afgelopen jaren.’
Fröhlich is behalve burgemeester van Vijfheerenlanden ook ambassadeur lokale omroepen voor zowel de VNG als NLPO, het samenwerkings- en coördinatieorgaan voor de lokale publieke omroep. Hij kent de wereld van de publieke omroep als geen ander, als voormalig radio- en televisiepresentator en hoofdredacteur van BNR Nieuwsradio. Hij noemt het ‘fantastisch’ dat er meer geld voor de lokale omroep beschikbaar komt, en het is ook ‘heel goed’ dat de staatssecretaris inzet op kwaliteitsverbetering van de lokale journalistiek. Maar minder enthousiast is hij over het doorknippen van het lijntje tussen de gemeente en de omroep. ‘Op dat punt hebben we als gemeenten echt zorgen’, zegt hij. ‘Zonder een directe subsidierelatie verdwijnt ook het periodieke gesprek dat de gemeente met de omroep heeft, over hoe het gaat, wat er beter kan, wat de gemeente nog meer kan bieden.’

Betrokkenheid

Weliswaar schrijft Uslu dat ze ‘ervoor wil zorgen dat de inhoudelijke betrokkenheid van gemeenten bij de lokale publieke omroep betrokken blijft’, maar dat stelt Fröhlich allerminst gerust. ‘Als er meerdere gegadigden zijn voor een vergunning, bepaalt het Commissariaat voor de Media wie deze krijgt. De gemeente gaat daar dan niet meer over. Dan wordt onze rol wel heel erg klein. Ik zou een klein financieel lijntje willen houden, al is het maar een paar duizend euro. Dat zie je niet eens op een begroting, maar voor een lokale omroep kan het een serieus bedrag zijn.

Ik zou een klein financieel lijntje willen houden

Bananenrepubliek

Volgens de staatssecretaris is ook de onafhankelijkheid beter geborgd wanneer de bekostiging niet meer via de gemeenten loopt. Fröhlich: ‘Daarom hebben we als VNG gezegd: als het écht zo is dat er zorgen zijn dat gemeenten zich gaan bemoeien met de inhoud van de programma’s, dan kunnen we ermee instemmen dat elke lokale omroep een redactiestatuut krijgt, waar ook de handtekening van de gemeente onder staat,  waarin de gemeente belooft zich van inhoudelijke bemoeienis te onthouden.’
Voor hem persoonlijk hoeft het niet. ‘We leven niet in een bananenrepubliek. Ik ken geen voorbeelden van gevallen waarin een journalist denkt dat hij z’n subsidie kwijtraakt als hij een verkeerd of vervelend item maakt. Of een wethouder die gekscherend tegen een journalist zegt: maak er wat moois van hè, anders gaan we nog eens naar de subsidie kijken. Ik zie het ook als een van mijn taken als ambassadeur om dat ook tegen gemeenten te zeggen: doe dat niet, ook niet als grap.’
Veel gemeenten erkennen het belang van goede lokale media en zijn ook bereid daarvoor de portemonnee te trekken. Sommige hebben zelfs een eigen fonds voor goede onderzoeksjournalistiek in het leven geroepen, ook al vergroten ze daarmee het risico zelf te worden gebeten door de waakhonden van de democratie. Daartegenover staan gemeenten die niet voldoen aan de subsidienorm. Het Commissariaat voor de Media constateert dat ruim een derde van de gemeenten (37 procent) in de periode 2019-2021 niet voldeed aan de richtlijn van 1,39 euro per huishouden per jaar. Zo vreemd lijkt het dan ook niet dat de staatssecretaris de bekostiging naar zich toe trekt.
‘Ik wil dat beeld toch nuanceren’, zegt Fröhlich. ‘Er zijn ook gemeenten die veel meer doen. Als je kijkt naar wat gemeenten in totaal uitgeven, dan is dat veel meer dan zij volgens de norm zouden moeten doen.’

Nieuws dicht bij huis

Maar het gesprek zou wat hem betreft niet alleen over het geld moeten gaan. ‘We moeten ook het gesprek voeren over hoe we de lokale politiek meer bij de mensen kunnen brengen. Het is nog altijd zo dat mensen het nieuws dicht bij huis belangrijk vinden. Bijvoorbeeld RTV Purmerend zendt gewoon elke raadsvergadering uit, met duiding. Dat doen ze hartstikke goed. Dus ga als gemeente met je lokale omroep in gesprek hoe je elkaar kunt versterken, en dat heeft dan helemaal niks met onafhankelijkheid te maken.’
 

Het is nog altijd zo dat mensen het nieuws dicht bij huis belangrijk vinden

Yael de Haan, verbonden aan de Hogeschool Utrecht en de Rijksuniversiteit Groningen, is het ermee eens dat de politiek dichter bij de inwoners moet worden gebracht en dat de media daar een belangrijke rol in hebben. Een omslag in het denken over de lokale publieke omroep is nodig. ‘De samenleving is compleet veranderd sinds vijftig jaar geleden, toen we werkten en woonden op één plek. Gemeenschapsgevoel was heel geografisch bepaald. Jongeren zitten nu veel in online community’s en halen hun informatie overal vandaan, maar zijn ook geïnteresseerd in hun eigen leefomgeving. Erbij horen heeft nu verschillende niveaus. Toch is het stelsel nog altijd gebaseerd op de oude aanbodgedachte van destijds: wat vindt de journalistiek of de gemeente dat de lokale media zouden moeten doen? De tijd dat we konden zeggen: als we maar goede content maken, dan komt de rest vanzelf – die tijd is echt voorbij.’
Uit onderzoek blijkt steeds weer dat mensen nog altijd graag geïnformeerd willen worden. Maar de context is veranderd. Het beeld dat de media altijd schetsten, dát was de waarheid en daarmee moesten mensen het doen, zegt De Haan. Tegenwoordig is het aanbod van informatie zo groot, dat een gezamenlijk referentiekader ontbreekt. Niet alleen de media maken nieuws, gemeenten bedrijven zelf ook journalistiek. Het publiek ziet geen verschil – en áls ze het verschil wel zien, zien ze daar het probleem niet van in.’

Kracht van het lokale

In de discussie over de polarisatie in de samenleving, over het elkaar niet begrijpen, kan de lokale journalistiek ‘belangrijker dan ooit’ zijn, zegt De Haan. ‘Om het gesprek weer te gaan voeren. Maar dat hoeft niet per se in de vorm van radio of televisie te zijn. Een lokale situatie kan om een heel andere manier van werken vragen. Maar het is te simpel om te zeggen: we gaan allemaal op TikTok als we jongeren willen bereiken. Je zult eerst moeten nagaan waar je gemeenschap behoefte aan heeft en hoe je de mensen kunt betrekken. Wanneer je als lokale omroep begint nieuws te maken mét jongeren, dan heb je ze al mee. Dat is de kracht van het lokale, dat je dat soort dingen kunt doen. Je wilt juist ín die samenleving zitten.’
Vanuit het publiek is er volgens De Haan meer waardering dan ooit voor lokale journalistiek. ‘Maar het debat gaat nu te veel alleen over geld. Daaronder liggen vragen als: hoe gaan we het besteden, hoe organiseren we het zo dat we journalistiek kunnen maken die aansluit bij de lokale samenleving? Die vragen moeten worden gesteld om het geld goed te kunnen besteden. Het is niet slim om automatisch, als er dan toch geld naar ze toe komt, dan nog maar een eindredacteur of een coördinator aan te stellen. Misschien hebben ze geen coördinator nodig, maar een communitymanager die heel andere dingen doet.’

Afstandelijker

Een aandachtspunt is ook dat de beoogde professionalisering, waaronder de vorming van streekomroepen, de lokale media afstandelijker maakt. ‘Hoe voorkom je dat je professionalisering ten koste gaat van de lokaliteit? Dat vind ik een lastige. Je wilt niet dat mensen overstappen naar de regionale omroep NH Nieuws omdat de streekomroep geen nieuws meer uit het eigen dorp brengt. Dus bij de professionalisering van omroepen is het van belang de lokale gemeenschapsfunctie niet uit het oog te verliezen.’

Wie zijn...

Sjors Fröhlich is burgemeester van Vijfheerenlanden en ambassadeur lokale omroepen voor de VNG en NLPO.

Yael de Haan is lector Kwaliteitsjournalistiek in Digitale Transitie aan de Hogeschool Utrecht en bijzonder hoogleraar Lokale Publieke Omroep aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Toekomst van de lokale publieke omroep

Elke gemeente in Nederland heeft een lokale publieke omroep. Deze zijn op advies van de gemeente aangewezen door het Commissariaat voor de Media. De gemeente heeft een bekostigingsplicht voor de lokale omroep en ontvangt hiervoor een bijdrage in het gemeentefonds. Dit stelsel gaat de komende jaren waarschijnlijk op de schop. Lees meer