VNG Magazine nummer 2, 2 februari 2024

Tekst: Rutger van den Dikkenberg | Beeld: Jiri Büller

De toeslagenaffaire maakte duidelijk dat systemen de boventoon voeren in het contact met inwoners, en niet de menselijke maat. Het kabinet werkt aan een wetswijziging, maar Liesbeth Spies vreest dat die averechts werkt.
 

Liesbeth Spies

De toeslagenaffaire liet zien dat de overheid het oog voor mensen is verloren, zegt Liesbeth Spies. ‘Alles is geprotocolleerd. En als we het oog voor echte mensen verliezen, dan brengen we onze inwoners in een heel moeilijke positie. De wetgever heeft de uitvoerende instanties, waaronder de gemeenten, zo strak in het pak gezet dat medewerkers alleen maar met het hoofd en niet meer met het hart dingen kunnen doen.’
Spies, sinds 2014 burgemeester van Alphen aan den Rijn, is voorzitter van de VNG-commissie Bestuur en Veiligheid. ‘We moeten ons realiseren dat we als overheid best heel machtig zijn’, zegt ze. ‘En dat we soms mensen tegenover ons hebben die het even niet meer weten. Mensen hebben vaak meer dan één probleem. Het gaat niet alleen over de vraag of je je huur kunt betalen, of over hoe het met de kinderen gaat op school. Als je zoveel zorgen hebt over of er vanavond wel eten op tafel staat, heb je dan ruimte in je hoofd om naar werk te zoeken? Mensen worstelen met ingewikkelde vraagstukken. En wij als overheid hebben onze systemen ook steeds ingewikkelder gemaakt. De gemeente gaat ergens over, maar voor andere vraagstukken moeten mensen weer bij de Belastingdienst zijn, of bij het energiebedrijf. Inwoners kunnen dat onderscheid vaak niet maken.’

Het kabinet werkt aan een wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de basisregels voor het contact tussen overheid en burger, om weer meer oog te krijgen voor die burger. De VNG is daar kritisch op, blijkt uit de reactie op de preconsultatie. Kunt u dat uitleggen?
‘We hebben het voor mensen heel ingewikkeld gemaakt. Daar moeten we wat aan doen. De Nationale ombudsman benoemt een aantal algemene beginselen van behoorlijk bestuur die ook in het wetsvoorstel worden benoemd, zoals het evenredigheidsbeginsel. Dat zijn mooie beginselen, maar die worden in het wetsvoorstel min of meer gejuridiseerd. Idealiter hebben we deze wet helemaal niet nodig omdat we de regels gewoon toepassen zoals ze bedoeld zijn. Dat betekent dat je stevig mag optreden tegen mensen die er misbruik van maken, maar dat je de mensen die verdwalen in het woud van al die regels bij de hand neemt.’

Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. De regels staan vast.
‘Maar moeten wij dan een keihard njet verkopen op het moment dat een brief een dag te laat is binnengekomen? Of hebben we soms het lef om te zeggen dat we een regel nu toch volgens de bedoeling toepassen, en niet volgens de letter? Het is natuurlijk heel prettig om in de veiligheid van het protocol of van de regel het gelijk aan je zijde te hebben. Maar krijg je datzelfde gelijk als je er met een maatschappelijke, meer betrokken pet op naar kijkt?
‘Ik zal een voorbeeld geven. We hebben hier in Alphen aan den Rijn dat vreselijke schietincident in winkelcentrum De Ridderhof gehad. Veel slachtoffers hebben een uitkering. Zij hebben na veel gedoe gedaan gekregen dat de politie een schadevergoeding uitkeert, omdat ze de wapenvergunning voor de schutter nooit had mogen afgeven. Maar op basis van de Participatiewet zouden ze die schadevergoeding moeten verrekenen met de uitkering. Als we dat zouden doen, vinden we geen oplossing voor deze mensen. We zijn daarom bewust afgeweken van de Participatiewet. Juristen roepen dan natuurlijk gelijk dat dat niet mag, maar het waren unieke omstandigheden. Inmiddels heeft het ministerie van Sociale Zaken dit ook gewaardeerd met een ministeriële regeling waarin een uitzondering is gemaakt voor de slachtoffers.’

We hebben het voor mensen heel ingewikkeld gemaakt

Het kabinet wil dat de overheid straks niet meer ­alleen rekening houdt met de belangen en zienswijzen van inwoners, maar ook met wie die inwoner is. Bijvoorbeeld of iemand extra hulp nodig heeft bij het contact met de overheid. Betekent dat dat ook de gemeente een stapje extra moet zetten?
‘Ja, dat denk ik wel. Wij staan het meest dicht bij de inwoners, dat maakt dat we ook oog moeten hebben voor de bijzondere situatie waarin mensen zich bevinden. Dat is net als in een schoolklas. Het ene kind redt zich fantastisch zelf, het andere heeft de juf juist wat vaker nodig. Op het gebied van zorg en veiligheid hebben we dat al goed voor elkaar, maar ook op andere terreinen moeten we proberen de dienstverlening zo goed mogelijk voor elkaar te hebben. Dan moeten we de toegankelijkheid wel verbeteren.
‘De commissie-Marcouch [die onderzoek deed naar het versterken van de democratische rechtsorde, red.] vraagt daar ook aandacht voor. Een moeder met een gehandicapte zoon die een grote zorgvraag heeft en van alles moet uithalen om hulp te krijgen, ondernemers die grote investeringsbeslissingen moeten nemen en niet veel verder durven te kijken dan vier jaar omdat de overheid geen richting geeft, boeren die momenteel in een volstrekt vacuüm worden gelaten… Het zijn mensen die niet meer van de overheid op aan kunnen. Als wij niet dienstbaar zijn en op de inwoner gericht, dan kan het ertoe leiden dat we heel afstandelijke besluiten nemen. Dan sluit onze leefwereld niet meer aan bij die van hen, en komt de vertrouwensband onder druk te staan.’

Mensen kunnen niet meer van de overheid op aan

U zegt te vrezen dat de wijziging van de Awb de verhoudingen juist nog verder juridiseert. Kunt u dat toelichten?
‘Dat is nu al aan de gang. We krijgen geen telefoontjes meer van inwoners die vragen of we kunnen uitleggen hoe het nou precies zit met een bestemmingsplan. Nee, we krijgen gelijk een Woo-verzoek. Die trend vind ik heel spijtig. Alsof wij niet gewoon met onze inwoners om tafel willen om hen volledig transparant te kunnen uitleggen wat er gaande is, en dat ze daar dan niet meer van alles van mogen vinden. We moeten als overheid heel erg ons best doen om dat te herstellen en vast te houden. Het risico van dit voorstel is dat die juridisering toeneemt, omdat het vooral een impuls geeft aan bijvoorbeeld privacywaarborgen. Dat maakt dat we straks erg veel moeten investeren in de backoffice, en in juristen, in plaats van dat we samen met onze inwoners goede dingen kunnen doen.’

Er is vooral een cultuurverandering nodig?
‘Ja, zeker. Ik denk dat je er als gemeenteambtenaar en als bestuurder bewust van moet zijn dat mensen op een bepaalde manier naar je kijken. Dat geldt zeker voor mensen die al een stapeling van problemen hebben. Zij vinden het best spannend om met de gemeente in contact te treden. Als wij ons beter kunnen verplaatsen in de leefwereld van onze inwoners, zullen we al een stuk toegankelijker worden en mensen echt met raad en daad terzijde kunnen staan.’

We krijgen gelijk een Woo-verzoek

Er is ook een grote groep inwoners die zich al van de overheid heeft afgekeerd en die nog maar moeilijk te bereiken is.
‘Als we niet uitkijken wordt die groep nog groter. We moeten daar niet in berusten. Hier in Alphen nodigen we elk jaar voor de nieuwjaarsborrel de mensen uit die op hetzelfde huisnummer wonen als het nieuwe jaar. Dit jaar dus de mensen die op 24 wonen. Want die komen anders vaak niet. Er is een groot aantal mensen dat het leuk vindt dat ze een uitnodiging krijgen van de burgemeester en dat gehoor geeft aan de uitnodiging. Dit is een klein voorbeeld van hoe we op een laagdrempelige manier in contact proberen te komen met onze inwoners. Als bestuur moet je beseffen dat dat niet automatisch gaat. Alleen al het feit dat we bewust onbekwaam zijn, maakt dat we daar rekening mee houden.’

Wie is...

Liesbeth Spies is sinds 2014 burgemeester van Alphen aan den Rijn. Daarnaast is ze voorzitter van het Nederlands Genootschap van Burgemeesters en voorzitter van de VNG-commissie Bestuur en Veiligheid. Eerder was ze onder meer Tweede Kamerlid en minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.