VNG Magazine nummer 10, 2 juni 2023
Tekst: Annemieke Diekman | Beeld: Siese Veenstra
Gemeenten kunnen een grotere rol spelen bij het ophalen van de lokale geschiedenis, zegt hoogleraar Dolly Verhoeven. De gemeente Groningen geeft met het Geheugenbalkon het goede voorbeeld. ‘Op deze plek wordt de geschiedenis niet weggevaagd.’
Lokale geschiedenis wordt nogal eens opgehangen aan de beroemde Nederlandse (zee)helden van weleer. Denk aan Jan Pieterszoon Coen en Michiel de Ruyter, die lokaal in hun geboorteplaats zijn geëerd met een standbeeld, plein of straat. Met de kennis van nu vallen deze mannen langzaam van hun sokkel.
Er ontstaat daarbij eerder schaamte en boosheid over de lokale geschiedenis, dan trots. Terwijl die geschiedenis zoveel verder strekt dan kennis over voormalige helden, zegt Dolly Verhoeven, bijzonder hoogleraar Gelderse geschiedenis aan de Radboud Universiteit in Nijmegen.
Al decennialang houdt Verhoeven zich bezig met het overbrengen van historische informatie op een breder publiek. ‘Dat kan op allerlei verschillende manieren’, zegt ze. ‘Een mooi voorbeeld is het rijke Romeinse verleden. Dat is heel slecht zichtbaar in Gelderland. Terwijl tweeduizend jaar geleden de noordelijke grens van het grote Romeinse Rijk, de limes, dwars door de provincie liep.’
Om de Romeinse geschiedenis in de regio onder de aandacht van een groter publiek te brengen, staan er langs de Rijn bij Nijmegen nu borden met teksten die het verhaal vertellen van het Romeinse verleden van dit gebied. Ook staat er een metershoog masker aan het water. Het dient als uitkijkpunt en is van de hand van kunstenaar Andreas Hetfeld. Hij ontwierp het naar voorbeeld van een origineel Romeins masker dat vlakbij werd gevonden.
Mensen kunnen straks van wijk naar wijk lopen
Geheugenbalkon
In de stad Groningen herleeft het verleden ook aan de hand van kunst, al gaat het hier om een meer recent verleden. Het Geheugenbalkon is een uitkijktoren en ontmoetingsplek op het punt waar de snelweg om de stad straks ondergronds gaat. Tijdens het VNG Jaarcongres, komende maand in Groningen, brengt een van de excursies de bezoekers hierlangs.
Iedere Groninger en bezoeker van de stad kent de vermaarde rondweg, waar het niet zelden helemaal vaststaat in de spits. Een deel van die weg verdwijnt nu ondergronds en verbindt straks weer delen van de stad die voorheen ook een aangesloten gebied vormden.
Projectleider kunst in de openbare ruimte bij Kunstpunt Groningen, Nicoline Wijnja, vertelt over het idee achter het Geheugenbalkon. ‘De vernieuwing van de zuidelijke rondweg is een belangrijke stadsontwikkeling, waarbij nieuwe openbare ruimte ontstaat. Mensen kunnen straks van wijk naar wijk lopen door een groene zone, onder meer via ontmoetingsplekken die wij creëren. Maar het is meer dan dat. Met het Geheugenbalkon en aanpalende kunstwerken zorgen wij dat de geschiedenis van dit gebied zichtbaar blijft.’
Kunstpunt Groningen is verzelfstandigd, maar de organisatie trekt gezamenlijk op met de gemeente. ‘Het is voor ons belangrijk om zo vroeg mogelijk bij planvorming te worden betrokken.’
We merken dat er aandacht is voor een plek waar een geschiedenis aan hangt
Doorkliefd
De kunstopdracht voor in het nieuwe Zuiderplantsoen boven de oude ringweg, werd gewonnen door Studio L A. Het Geheugenbalkon bestaat sinds 2021. Wijnja: ‘De gedachte is dat je op deze plek de geschiedenis niet wegvaagt, maar de herinnering aan de rondweg behoudt. Daarvoor is een bestaand deel van de weg opgetild en maakt ook een stukje van de voormalige vangrail onderdeel uit van het kunstwerk. Het wordt fantastisch goed bezocht. Het is een uitkijkpunt met tribune en ook een spannende plek, de weg duikt precies daar straks onder de grond.’
Op deze wijze blijft bekend dat de stad hier ooit werd doorkliefd door een vierbaansweg. Vanaf het Geheugenbalkon kunnen mensen de Geheugentrip lopen, een korte historische route van een uur. Daarbij wordt niet alleen het verhaal verteld dat te zien is vanaf het Geheugenbalkon, maar bijvoorbeeld ook dat over het naastgelegen Sterrenbos. ‘We merken dat er aandacht is voor een plek waar een geschiedenis aan hangt. Mensen voelen het verschil, hoewel het voor sommigen natuurlijk abstracter is dan de geschiedenis over een lokale held.’
Voor de gemeente Groningen is het belangrijk om iedereen te betrekken bij de geschiedenis van de stad. Dertig jaar geleden plaatste ze al stadsmarkeringen langs alle grote toegangswegen, kunstwerken die verwijzen naar de geschiedenis en identiteit van Groningen. Ze vertellen bijvoorbeeld dat de stad ooit een belangrijk centrum was voor de productie van strokarton en aardappelmeel. ‘Inmiddels horen die markeringen bij het collectief geheugen,’ aldus Wijnja.
Lokaal bier
Iets verderop, net over de provinciegrens, timmert Veenhuizen (gemeente Noordenveld) ook aan de weg met de overdracht van lokale historische kennis. In de voormalige veenkolonie is de afgelopen jaren veel cultureel erfgoed opgeknapt en voorzien van een nieuwe functie. In het Nationaal Gevangenismuseum, gevestigd in een voormalig werkgesticht, wordt ook aandacht besteed aan de donkere geschiedenis van de veenkoloniën. Die wordt getekend door diepe armoede, en gedwongen (rijks)opvoedcampagnes. In andere gerestaureerde erfgoedpanden zijn onder meer een hotel, een lokale bierbrouwerij en een boerderijwinkel te vinden.
Noordenveld won in 2020 de BNG Bank Erfgoedprijs. De gemeente werd door de jury geprezen om haar ‘enthousiaste ondersteuning van de talrijke initiatieven van bewoners en vrijwilligers’. In het juryrapport staat verder dat ‘in de hechte samenleving veel kennis, interesse en liefde bestaat voor de lokale geschiedenis en voor het erfgoed’. Burgemeester Klaas Smid zegt daarover: ‘Erfgoed en het bewaren ervan moet gedragen worden door de inwoners. Gelukkig is dat in Noordenveld volop aan de orde.’
Kennis van dit eigen lokale verhaal is belangrijk om je ergens thuis te voelen
Verrijking
Ook in Gelderland groeit de aandacht voor de eigen geschiedenis. Het recent verschenen ‘Verhaal van Gelderland’ vertelt de geschiedenis van deze provincie, zegt Dolly Verhoeven. Zij vervulde de afgelopen jaren de rol van projectleider en heeft tijdens het onderzoek gezien hoe belangrijk landschap en ligging zijn in de loop van de geschiedenis. ‘Of een plaats aan een rivier ligt, of er al vroeg handelsrelaties waren, welke grondsoorten boeren tot hun beschikking hadden, zijn dingen die tellen voor de ontwikkeling van een plek.’
Verhoeven: ‘Kennis van dit eigen lokale verhaal is belangrijk om je ergens thuis te voelen, om je verbonden te voelen met de plek waar je woont of verblijft. Dat kan een verrijking betekenen. Daarnaast stimuleert het mensen verantwoordelijkheid te tonen of te nemen voor hun omgeving en er met zorg mee om te gaan.’
Gemeenten kunnen daar volgens haar een rol in spelen, maar dan moeten ze zich wel beter realiseren wat het belang is van hun eigen geschiedenis. ‘Er is wel enige aandacht voor, maar het kan een tikje meer. Daar wil ik best een pleidooi voor houden. We staan als land voor grote maatschappelijke problemen als de stikstofreductie, het woningtekort en de aardbevingen in Groningen. Neem het verleden dan mee in mogelijke oplossingen, kijk hoe dingen zijn ontstaan. Als je jezelf als gemeente meer rekenschap geeft van de vorming van een landschap of hoe een dorp, stad of gemeenschap tot stand is gekomen, kun je veel duurzamer aan de toekomst bouwen. Dat gebeurt nu te weinig.’
In Gelderland is het Gelders Genootschap hier heel goed in, zegt Verhoeven. Dat denkt met gemeenten mee vanuit de historische vorming van het landschap. ‘In elke gemeente zijn ook wel een of meer historische verenigingen of kringen. Gemeenten kunnen daar hun voordeel mee doen.’
Spannend
Er zijn twee groepen inwoners die interesse tonen in de lokale geschiedenis, is de ervaring van Verhoeven. ‘Jonge kinderen vinden het spannend om van alles te ontdekken. Vervolgens verflauwt vaak de aandacht voor lokale geschiedenis, mensen gaan een opleiding volgen, werken, een gezin stichten, zijn kortom druk met andere dingen. Daarna groeit de belangstelling weer. Oudere mensen vragen zich af hoe het komt dat wegen op een bepaalde manier lopen en waarom het ene dorp een groot plein heeft en het naastgelegen dorp niet.’
In dorpen wordt de interesse in de historische dimensie ook met regelmaat aangezwengeld door mensen van buitenaf. Zij komen wonen in een voor hen vreemde omgeving en willen graag meer weten over de achtergrond en oorsprong van hun nieuwe plek.
Verhoeven: ‘Gemeenten kunnen op die interesse inspelen en samen met inwoners, plaatselijke musea en historische verenigingen de lokale geschiedenis beter zichtbaar maken.’