VNG Magazine nummer 17, 10 november 2023
Tekst: Leo Mudde en Rutger van den Dikkenberg
Ook bij de komende Kamerverkiezingen hebben zich talloze raadsleden en wethouders verkiesbaar gesteld. Ze willen de oversteek maken van het lokaal bestuur naar de landelijke overheid, omdat ze zien dat niet alle lokale problemen ook lokaal opgelost kunnen worden.
Herma Hemmen
Nu: raadslid Westerwolde, Lijst Hemmen (sinds september 2022, daarvoor CDA)
Lijst: BBB, plek 17
‘Met ruim negen jaar ervaring in de lokale politiek heb ik gezien dat in het beleid dat door de landelijke overheid in Den Haag wordt gemaakt, onvoldoende rekening wordt gehouden met de effecten in de regio. Ik zie hoe mijn eigen dorp Ter Apel bijna ten onder gaat aan de uitvoering van het asielbeleid. Den Haag ziet en hoort wat de desastreuze effecten zijn, maar er wordt niet gehandeld. Als de politici en leden van het kabinet op de terugreis voorbij Zwolle rijden, dan lijken zij de inwoners van onze regio vergeten. Dit was voor mij de reden om mijn lidmaatschap voor het CDA per direct op te zeggen. Ik zie hetzelfde bij het aardgasdossier, ik zie voorzieningen verdwijnen. Dat vind ik onacceptabel, daarom heb ik me kandidaat gesteld.
‘Bij mijn oude partij miste ik de verbinding tussen lokaal en landelijk. Binnen BBB zie ik een andere energie. De partij heeft juist lokaal een sterke achterban en de vereniging heeft zich goed georganiseerd. In de regio Groningen zal ik ook blijven investeren in de lokale netwerken. Om het contact met inwoners te houden overweeg ik om BBB-cafés te organiseren voor leden en niet-leden, zo blijf je uit de eerste hand horen wat er speelt, ook als je weg bent uit de lokale politiek.’
(Foto: Jan Anninga)
Ik zie voorzieningen verdwijnen. Dat vind ik onacceptabel
Martine van Schaik
Nu: raadslid, Leiden
Lijst: PvdD, plek 7
‘Ik ben negen jaar actief in de lokale politiek. In die periode heb ik een aantal keren ervaren dat landelijke regelgeving, of juist het gebrek daaraan, belemmerend kan zijn voor de lokale besluitvorming. Dat is mijn motivatie om een stap verder te zetten. In Leiden lopen we vaak aan tegen het gebrek aan ruimte. We moeten tot 2030 bijna negenduizend woningen bijbouwen, maar we zijn een van de meest versteende gemeenten. Waar moeten we die woningen dan laten? En hoe zorgen we ervoor dat dat niet ten koste gaat van dieren en natuur? Dan merk je dat de landelijke regie op de ruimte de laatste tien jaar is losgelaten. Nederland bestaat voor 50 procent uit agrarisch gebied. Daar zit veel ruimte.
‘Den Haag heeft niet altijd een goed beeld van hoe landelijk beleid uitpakt op lokaal niveau. Dat geldt voor het ruimtelijk domein, maar ook voor bijvoorbeeld de omvang van het gemeentefonds. Bij onze partij zijn de lijntjes kort. Mocht ik straks gekozen zijn, dan wil ik die contacten ook blijven onderhouden. Zo wil ik voorkomen dat ik volledig word opgezogen in de Haagse waan van de dag.’
Ik wil voorkomen dat ik volledig word opgezogen in de Haagse waan van de dag
Easther Houmes
Nu: raadslid, Goes
Lijst: CDA, plek 27
‘In Den Haag zitten veel politici met fantastische carrières. Ze zijn geboren en getogen in de Randstad en hebben weinig kennis van wat er in Zeeland, Limburg of Flevoland gebeurt. Dat is zorgelijk. Hier in Zeeland merken we welke effecten dat heeft op de regio. Meer lokale politici in de Kamer zorgen voor een meer realistische kijk op het beleid. Op dit moment zijn de verschillen in brede welvaart te groot. Dan gaat het om de levensverwachting, het inkomen en vervoer, maar ook om zoiets als de aanwezigheid van een regionale hogeschool.
‘Het demissionaire kabinet is van mening dat het pas goed gaat met Nederland als het overal goed gaat. Dat gaat het nu niet. Het maakt echt uit waar je bed staat. De landelijke overheid moet overal een basis garanderen voor vitale gemeenschappen. Als raadslid heb ik al goede contacten met de Tweede Kamer. Ik was een soort relatiemanager voor Joba van den Berg, ons Zeeuwse Kamerlid voor het CDA en had goed contact met Jacqueline van den Hil van de VVD, ook uit Zeeland. De lijntjes waren kort. Dat werkte erg prettig.’
Het maakt echt uit waar je bed staat
Aant Jelle Soepboer
Nu: tot recent wethouder, Noardeast-Fryslân, Fryske Nasjonale Partij (FNP)
Lijst: NSC, plek 7
‘Als wethouder in een grote plattelandsgemeente heb ik ervaren hoe het vertrouwen in de politiek tot stand kan komen. Dat vergt het vermogen om je te kunnen verplaatsen in mensen, dat je als politicus open en dichtbij bent. Dat vraagt ook een aanpak die laat zien dat je er als overheid juist voor de mensen bent en hun belangen vooropzet. Die zaken mis ik weleens in de landelijke politiek.
‘Het geluid van de regio’s en het belang van de regio’s zijn te lang niet gehoord en behartigd in Den Haag. Het rapport Elke regio telt! onderschrijft dit ook. In dat rapport staat een aantal veranderadviezen. Maar dan moeten er wel mensen in de Tweede Kamer zitten die er met een regionale bril op toezien dat die adviezen worden opgevolgd.
‘Ik ben herhaaldelijk met ambtenaren vanuit de gemeente naar Den Haag en Brussel gegaan om problemen aan te kaarten. Als regionale partij hadden we geen directe lijnen. Maar juist daarom waren mensen bereid om te helpen. Er zijn meerdere toezeggingen gedaan, maar de meeste daarvan moeten nog verwezenlijkt worden. Des te meer reden om zelf naar Den Haag te gaan.’
Het geluid van de regio’s is te lang niet gehoord
Jantine Zwinkels
Nu: raadslid, Utrecht
Lijst: CDA, plek 14
‘Als raadslid heb je veel contact met de inwoners, je bent erg dichtbij. Dat maakt het zo leuk en eervol om te doen. Naast het werk op het stadhuis ben ik vooral te vinden in de verschillende buurten. Zo probeer ik continu een beeld te krijgen van wat er speelt en leeft. Ook richting de ambtenaren zijn de lijntjes kort. Daarnaast is er veel samenwerking tussen de fracties in de raad.
‘Zeker bij grote ruimtelijke ontwikkelingen heb ik als raadslid al wel contact gehad met de Tweede Kamer. Denk dan bijvoorbeeld aan de voorgenomen verbreding van de A27 bij landgoed Amelisweerd, waar wij tegen zijn. Ik ben er trots op dat het gelukt is om ons lokale standpunt te laten landen in het landelijke coalitieakkoord. Het was erg prettig schakelen met onze landelijke fractie. Zulke momenten maken je trots op je partij. Je krijgt het gevoel dat je samen meer kunt bereiken en dat “Den Haag” niet zo ver weg en afstandelijk is als soms wordt gesuggereerd.’
“Den Haag” is niet zo ver weg als soms wordt gesuggereerd
Tobias Holtman
Nu: raadslid, Aalten
Lijst: ChristenUnie, plek 7
‘Ik wil de Kamer in omdat de lokale en regionale afvaardiging voldoende vertegenwoordigd moet zijn. Het geluid uit de regio’s moet worden gehoord. Met mijn achtergrond in de gemeente weet ik dat veel zaken op lokaal niveau anders uitwerken dan op landelijk niveau is bedacht. Denk aan het organiseren van zorg en veiligheid in rurale gebieden, accijnsverhoging op brandstof, kwesties rondom vuurwerk en bepaalde coronamaatregelen. Vanuit meer randstedelijke gebieden lijken zaken soms logisch te zijn, maar vanuit het perspectief van kleinere en landelijke gemeenten helemaal niet.
‘Als raadslid weet ik mijn partijgenoten in de Kamer en ook in de Gelderse statenfractie goed te vinden. Binnen de ChristenUnie zijn de lijnen kort en mijn ervaring is dat vragen en opmerkingen vanuit gemeenteraden worden opgepakt of meegenomen. Of ik bang ben onderdeel van de “Haagse bubbel” te worden? Als je blijft wonen waar je vandaan komt, in mijn geval de Achterhoek, meedoet aan werkbezoeken door het hele land en actief de contacten met provincies en gemeenten organiseert, verwacht ik dat dat minder snel zal gebeuren.’
Veel zaken werken op lokaal niveau anders uit dan op landelijk niveau is bedacht
Natascha Wingelaar
Nu: wethouder Stein, Democratisch Onafhankelijken Stein (DOS)
Lijst: NSC, plek 24
‘De hoofdthema’s van NSC – bestaanszekerheid, goed bestuur en elke regio telt – zijn voor Limburg van groot belang. Als ik daar in Den Haag iets voor kan betekenen, doe ik dat graag. Daarnaast loop ik als wethouder aan tegen onmogelijkheden van regels en beleid vanuit Den Haag. Gemeenten zijn dagelijks bezig met bestaanszekerheid en voeren veel taken uit op dit gebied. Helaas weten ze financieel niet waar ze structureel aan toe zijn. Daarom heb ik me kandidaat gesteld. Ik hoop dat ik mijn lokale ervaringen kan overbrengen op Kamerleden. Vooral de betrokkenheid van gemeentebestuurders bij de gemeenschap. Ze weten heel goed waarmee hun inwoners, verenigingen en ondernemers worstelen.
‘Ik ben van een lokale partij, maar dat betekent niet dat we geen contact hebben met de Tweede Kamer. Soms zochten we dat contact zelf, andere keren vanuit partijen in ons netwerk of samen met andere. Die contacten waren goed. De signalen vanuit gemeenten worden wel opgepakt, maar vaak laat. Ik zie niet snel gebeuren dat ik als Kamerlid het gemeentelijk belang uit het oog zal verliezen. Ik blijf in Stein wonen en blijf betrokken bij evenementen en het verenigingsleven. En bij mijn huidige lokale partij natuurlijk.’
Ik zie niet snel gebeuren dat ik als Kamerlid het gemeentelijk belang uit het oog zal verliezen