VNG Magazine nummer 17, 10 november 2023
Tekst: Redactie
Later deze maand vinden de verkiezingen plaats. Maar welke verkiezingsplannen hebben invloed op het lokaal bestuur? VNG Magazine zet de plannen voor gemeenten op een rij.
Armoede en bestaanszekerheid
Als het aan de VVD ligt, moet het armoede- en schuldenbeleid van gemeenten gericht zijn op ‘ontzorging’ van mensen met problematische schulden. Gemeenten moeten laagdrempelige hulp bieden en actief het gesprek aangaan met mensen die hun brieven niet beantwoorden en structurele betalingsachterstanden hebben.
BBB wil gemeenten extra compenseren voor de bijkomende uitgaven aan bijzonder bijstand om huishoudens die onder het sociaal minimum zakken, te kunnen ondersteunen. Volt gaat verder en stelt dat armoedebestrijding onderdeel moet worden van het Nationaal Preventieakkoord, dat nu vooral is gericht op het terugdringen van roken, alcoholmisbruik en overgewicht.
GroenLinks-PvdA komt met het voorstel om de doelgroep voor gemeentelijk minimabeleid overal gelijk te trekken: minimaal 120 procent van het sociaal minimum. Ook krijgen gemeenten in de plannen van deze partij meer ruimte om lokale belastingen kwijt te schelden. ‘Voor mensen met een uitkering en een vermogensgrens die gelijk is aan die van de bijstand, komt er automatisch kwijtschelding.’ Daarnaast zou er een landelijke pauzeknop moeten komen: : zodra je hulp vraagt, gaat de inning van nieuwe schulden op pauze.
De ChristenUnie wil huisuitzettingen bij gezinnen met kinderen verbieden: ‘Wanneer iemand in een schuldhulpverleningstraject zit, kan van huisuitzetting ook geen sprake zijn. Dit geldt ook voor afsluiting van water, gas, en elektra.’
Meer ruimte voor vrije dagen rond tradities met een regionaal of lokaal karakter, zoals carnaval en paasvuren
Participatie
De VVD wil dat bij overtredingen van de Participatiewet ‘slimmer’ wordt opgetreden. Zo zouden niet alleen boetes, maar ook cursussen opgelegd kunnen worden wanneer dat helpt om de participatie te bevorderen. De partij vindt ook dat gemeenten mensen die lang in de bijstand zitten, ‘veel actiever’ moeten helpen.
Het CDA noemt een scala aan middelen om mensen die dat willen aan het werk of op weg naar passend werk te helpen: sociale ontwikkelbedrijven, de invoering van de basisbaan en de maatschappelijke diensttijd en de verdere ontwikkeling van ‘leven lang ontwikkelen’.
GroenLinks-PvdA wil af van de ‘verstikkende eis’ van de verplichte tegenprestatie, de taaleis en de zoektermijn voor jongeren en als mensen foutieve informatie aanleveren, dan moet dat worden gecorrigeerd zonder dat direct automatisch een boete volgt. Ook deze partij wil ‘basisbanen’ voor betekenisvol werk. Gemeenten moeten voor de realisering hiervan budget krijgen.
Bij1 noemt de Participatiewet ‘mislukt’ en wil deze helemaal van tafel.
Zorg en Wmo
Volt is voorstander van afschaffing van het landelijke Wmo-abonnementstarief. Daarvoor in de plaats moet de inkomensafhankelijke eigen bijdrage terugkeren, voor alle vormen van maatschappelijke ondersteuning – met uitzondering van rolstoelen.
Dat vind ook D66, dat verder pleit voor een herziening van de financiering van de Wmo, opdat gemeenten aan de zorgbehoefte kunnen voldoen. GroenLinks-PvdA wil meer ruimte en middelen voor gemeenten en ook JA21 zegt dat de financiële houdbaarheid van gemeenten van groot belang is.
BBB wil dat het rijk ‘samen met gemeenten’ gaat zorgen voor geschikte en betaalbare huisvesting voor huisartsen ‘in elk dorp en/of wijk’. Daarnaast moet er volgens BBB worden samengewerkt met lokale gemeenschappen voor preventie en gerichte zorg, met een rol voor gemeenschapshuizen, wijkcentra en (sport)verenigingen.
Ook GroenLinks-PvdA keert zich tegen wat ze noemt de ‘verschraling van zorgvoorzieningen’. De lokale politiek zou een belangrijke stem moeten krijgen in de besluitvorming over de beschikbaarheid van acute zorg.
BVNL wil de decentralisatie van de jeugdzorg terugdraaien. Deze partij staat daar alleen in. Alle andere partijen willen dat gemeenten voldoende geld krijgen dat nodig is voor een passende inzet van jeugdhulp.
Volt wil een recht op zendtijd voor politieke partijen bij de lokale omroep
Cultuur en media
‘Meer aandacht voor volkscultuur’, schrijft de VVD: ‘Organisatoren van volkscultuur worden beter ondersteund en volkscultuur wordt een volwaardig onderdeel van de culturele basisinfrastructuur.’ Ook het CDA werpt zich op als hoeder van ‘onze cultuur’: van het Concertgebouw tot de dorpsfanfare. De christendemocraten gaan zelfs zo ver dat zij lokaal meer ruimte willen bieden voor vrije dagen rond tradities met een regionaal of lokaal karakter, zoals carnaval, carbidschieten en paasvuren.
Het NSC van Pieter Omtzigt pleit voor een herverdeling van middelen voor kunst en cultuur, met extra inzet voor het landelijk gebied. Voor de bibliotheek ziet NSC een belangrijke rol weggelegd als ontmoetingsplaats en als ‘aanjager’ van cultuur.
Volt wil een recht op zendtijd voor politieke partijen, maar dan bij regionale en lokale publieke omroepen – ‘om de democratie te versterken’. BBB ziet ook een rol weggelegd voor regionale en lokale zenders, maar dan vooral voor het behoud van streektalen.
Het CDA wil de regionale omroepen versterken en introduceert het plan om deze in heel Nederland ‘op 10’ te zetten.
Inburgering
Nieuwkomers krijgen, als het aan BBB ligt, geen voorrang meer op de woningmarkt. ‘Iedereen is gelijk en dus wacht iedereen even lang’, zo staat in het verkiezingsprogramma. ‘De verplichte taakstelling voor gemeenten om aan hen toegewezen statushouders binnen 10 weken te huisvesten, schaffen we dus af.’
De VVD wil dat nieuwkomers pas na tien jaar in aanmerking komen voor het Nederlanderschap; daarvoor gaan ook hogere taaleisen gelden. Statushouders moeten ook betaald werk gaan verrichten, via startbanen die door elke gemeente moeten worden aangeboden. De VVD wil verder dat iedere gemeente erop toeziet dat jonge kinderen van inburgeraars tandaard naar voor- en vroegschoolse educatie gaan om mogelijke onderwijs- en taalachterstanden te voorkomen en om jonge nieuwkomers een goede start te geven in de Nederlandse samenleving.
Asiel
De spreidingswet is al goedgekeurd door de Tweede Kamer, maar blijft desondanks het debat beheersen, ook in de verkiezingsprogramma’s. En dus is het de vraag óf de wet ook na de verkiezingen op een meerderheid kan rekenen, of dat de nieuwe Kamer de wet aanpast of zelfs intrekt.
Dat neemt niet weg dat de meeste partijen wel zien dat de asielopvang een probleem is. Er zijn twee grofweg twee stromingen; de instroom beperken (VVD, PVV, FvD, JA21) of de opvang verbeteren en asielzoekers beter verdelen over gemeenten (D66, CDA, SP, GroenLinks-PvdA, ChristenUnie, Volt, SGP).
Gemeenschapskracht mag niet gesmoord worden in een dikke deken van regels, formulieren en controles
Voorzieningen
De ChristenUnie introduceert in haar programma de ‘Huizen van Ontmoeting’. Zo’n voorziening zou er in ieder dorp of wijk moeten komen. ‘Op deze fysieke ontmoetingsplekken kunnen gemeenten een basisaanbod van activiteiten organiseren, gericht op de behoefte van burgers en met als doel verbinding en ontmoeting tussen alle wijk- of dorpsbewoners te bevorderen. Een potje schaak of hulp met de computer voor ouderen, een kinderclub op woensdagmiddag of zomaar een ontmoeting met een bakje koffie.’ Dat kan in bestaande accommodaties als een wijkgebouw, bibliotheek, kerk of bijvoorbeeld de sport- of schoolkantine.
Ook wil de ChristenUnie schrappen in de regels voor verenigingen en lokale initiatieven: ‘Gemeenschapskracht mag niet gesmoord worden in een dikke deken van regels, formulieren en controles.’
Daar is ook het CDA voorstander van, dat ook een Gemeenschapsfonds wil waarmee lokale gemeenschappen belangrijke voorzieningen als een dorpswinkel, buurthuis of sportaccommodatie in stand kunnen houden. Dat fonds kan worden gevuld door overheid, samenleving en bedrijfsleven, denkt de partij.
‘Gemeenten krijgen voldoende geld om te investeren in toegankelijke voorzieningen voor alle inwoners’, schrijft de SP. Bibliotheken, wijkcentra en zwembaden zouden niet meer gesloten moeten worden omdat er geen geld voor is.
Gezondheid en leefstijl
NSC wil dat gemeenten de middelen krijgen om het lokale sportbeleid te bevorderen. ‘Onze doelstelling is dat elke jongere en volwassene deelneemt aan sport en in beweging komt.’ Ook het CDA wil extra investeringen, maar pas nadat de geldstroom naar programma’s die niets hebben opgeleverd, is gestopt.
ICT en digitalisering
Volt pleit voor een verplichte basistraining voor ambtenaren én politici op het gebied van digitale vaardigheden en kunstmatige intelligentie (AI). AI en algoritmen die door de overheid en in de uitvoering worden gebruikt om beslissingen te nemen die invloed hebben op mensen, moeten van Volt verplicht worden getoetst aan grondrechten en ethische kaders.
Het 'straatje erbij' zou voldoende moeten zijn om het tekort op te lossen
Woningbouw
Het woningtekort is groot. Maar hoe los je het op, welke woningen zijn er nodig en waar moeten die honderdduizenden nieuwe woningen komen? De opties zijn legio.
Onlangs bepleitte het Economisch Instituut voor de Bouw nog een ‘straatje erbij’ in elke stad of dorp. Dat zou voldoende moeten zijn om het tekort op te lossen. Maar niet iedere politieke partij denkt daar hetzelfde over. Zo bepleit de VVD de bouw van tientallen nieuwe wijken. Een bouwakkoord, gesloten tussen ‘bouwers, woningcorporaties en provincies’, moet daar een aanzet toe geven. De gemeenten hoeven daar volgens de VVD niet bij te zitten.
Er zijn meer partijen die de regie op de woningbouw willen centraliseren. Het rijk zou de regie moeten nemen, bepleit D66. De democraten wijzen, net als de ChristenUnie overigens, op een wetsvoorstel van het kabinet waarin dat geregeld wordt. Ook NSC en GroenLinks-PvdA en willen dat het rijk regie voert, en ‘niet-vrijblijvende afspraken’ maakt met gemeenten en provincies over de woningbouw. Het ‘straatje erbij’ is voor de PVV wel een optie, ‘maar bouw zeker ook buiten de stad’. Ook de ChristenUnie stelt dat dat straatje erbij dorpen licht kan geven. BBB wijst erop dat woningzoekenden op het platteland ook steun nodig hebben.
D66 kiest juist voor binnenstedelijk bouwen. Dat kan onder meer door het makkelijker te maken om grotere woningen te splitsen, en bijvoorbeeld optoppen toe te staan. Ook NSC en BBB willen dat splitsen eenvoudiger wordt.
Om de bouw te versnellen, moeten procedures vereenvoudigd worden, gemeentelijke bouwregels zoveel mogelijk gelijkgetrokken en mogen gemeenten van de VVD een nieuw ozb-tarief invoeren voor ‘vermijdbare braakliggende gronden’. Ook mogen van de VVD en de ChristenUnie gemeenten een leegstandsheffing invoeren om te voorkomen dat panden leeg blijven staan. D66 wil die heffing zelfs verplichten.
Volgens D66 moet het ook makkelijker worden om kantoorgebouwen te transformeren naar woningen. De landelijke transformatiesubsidie voor gemeenten en ontwikkelaars wordt daarvoor uitgebreid. Ook NSC wil het ombouwen van kantoren vereenvoudigen.
Klimaat en energie
Verreweg de meeste partijen willen door met verduurzaming en de aanpak van klimaatverandering. De Klimaatwet, waarin het doel is geformuleerd dat de CO2-uitstoot in 2030 55 procent lager moet zijn dan in 1990, is daarin leidend voor onder meer de VVD. D66 wil 60 procent, GroenLinks-PvdA is ambitieuzer en gaat voor 65 procent.
Welke mogelijkheden zijn er dan? Energiecoöperaties zijn een goede optie om gezamenlijk duurzame energie op te wekken, zeggen GroenLinks-PvdA en D66. Obstakels daarvoor moeten weggenomen worden. BBB bepleit de aanleg van lokale warmtenetten, als dat op lange termijn rendabel is.
Maar klimaatverandering tegengaan is niet meer voldoende. En dus focussen partijen ook op klimaatadaptie, om zo de gevolgen van het veranderende klimaat op te vangen. NSC wil een nieuw Deltaplan om wateroverlast, bodemdaling en droogte tegen te gaan. GroenLinks-PvdA wil dat gemeenten ‘voldoende middelen’ krijgen voor klimaatadaptatie, zoals de aanleg van extra parken en waterpartijen.
Ook hier speelt het ruimtegebrek parten. Want waar plaats je bijvoorbeeld zonnevelden of nieuwe windparken? Niet op goede landbouwgronden, vinden NSC en BBB. D66 sluit dat niet uit, maar geeft de voorkeur aan zonnepanelen op daken, gevels en ‘restgronden’.
Falende bestuurders, zoals burgemeesters, zouden na een referendum tussentijds afgezet moeten worden
Bestuur
Het is de hoofdvraag in bijna alle verkiezingsprogramma’s: hoe krijg je het vertrouwen in de politiek terug? Veel partijen zoeken het antwoord in manieren om burgers meer te betrekken bij de besluitvorming. Maar over de vraag hoe dat precies vorm kan krijgen, verschillen de meningen.
Ten eerste het correctief referendum. De SP verdedigt na de verkiezingen een wijziging van de Grondwet in tweede lezing, dat ook op lokaal niveau ingevoerd zou kunnen worden. Daar is een tweederdemeerderheid voor nodig. Het gaat erom spannen of die er in de nieuwe samenstelling is. Naast de SP zijn NSC, D66, GroenLinks-PvdA, PVV, PvdD, FvD, Volt en JA21 voor zo’n correctief referendum. Maar over de precieze voorwaarden, en in hoeverre dat referendum ook lokaal gevoerd kan worden, is geen overeenstemming.
Een andere optie is het uitdaagrecht, waarover in Den Haag al lang wordt gediscussieerd. Als inwoners denken dat ze een taak, zoals het instandhouden van een dorpshuis, zelf beter en goedkoper kunnen, dan zouden ze die taak van gemeenten kunnen overnemen, stellen SP, CDA, GroenLinks-PvdA en ChristenUnie.
Dan ligt ook het vraagstuk van de gekozen burgemeester nog altijd op tafel. De benoemingswijze is uit de Grondwet gehaald. Dat maakt het eenvoudiger om het stelsel te wijzigen, en bijvoorbeeld de gekozen burgemeester in te voeren. Een wijziging lijkt er echter de komende periode niet te komen: alleen D66, PVV, FvD, Volt, JA21 en BBB en BVNL zijn voor de gekozen burgemeester, al wil BBB eerst een proef doen. Die partijen hebben op basis van de huidige peilingen geen meerderheid. FvD voegt er overigens nog de wens van een ‘recall’ aan toe: falende bestuurders, zoals burgemeesters, zouden na een referendum tussentijds afgezet moeten worden.
Uitvoering
Naast democratiseringsvoorstellen, pleiten partijen ervoor dat er meer oog komt voor de uitvoering. Kernpunt daarbij is de verhouding tussen rijk en gemeenten. ‘Te lang hebben we decentrale overheden beschouwd als uitvoeringsinstanties van de centrale overheid’, schrijft bijvoorbeeld NSC. ‘Gemeenten zijn géén uitvoeringskantoor van Den Haag’, schrijft de ChristenUnie.
Rijk en gemeenten moeten elkaar juist versterken, schrijft de VVD. Het CDA wil gemeenten meer ruimte geven om in de uitvoering maatwerk te leveren. Dat wil ook de SP: ‘Ambtenaren krijgen de mogelijkheid problemen snel en proportioneel op te lossen.’ FvD wil dat gemeenten meer ruimte krijgen eigen keuzes te maken, ‘ook als dat leidt tot verschillen tussen gemeenten.’ En Volt ziet dat de gemeenten steeds meer verantwoordelijkheden krijgen, ‘terwijl de landelijke overheid meer en meer uit het zicht verdwijnt.’ JA21 wil het sudsidiariteitsbeginsel – besluiten worden op een zo decentraal mogelijk niveau genomen - ‘in ere herstellen’.
Vergroting van het gemeentelijk belastinggebied kan niet rekenen op veel enthousiasme
Financiën
Dat gemeenten voldoende geld nodig hebben voor de taken die ze uitvoeren, is inmiddels in Den Haag wel duidelijk. Bijna alle partijen pleiten voor, zoals de VVD dat noemt, ‘gezonde financiën’. Het is een ‘belangrijk aandachtspunt’ voor de liberalen. ‘De financiële verhoudingen tussen rijk, provincies en gemeenten moeten beter’, zegt ook D66.
De meeste partijen formuleren zo’n algemenere wens om gemeenten financieel gezond te maken. De ChristenUnie wil 2 miljard voor sterke steden en dorpen, ‘zodat voorzieningen in gemeenten op peil gehouden kunnen worden’. En het overhevelen van taken van rijk naar gemeenten ‘zonder toereikend budget’ is bij de ChristenUnie not done. Volgens de SGP moeten gemeenten ‘voldoende structurele financiële middelen hebben om hun taken uit te voeren’. Ook 50Plus bepleit dat gemeenten ‘financieel vrij en gezond zijn’.
Of dat betekent dat het financiële gat van zo’n 3 miljard euro in 2026 volledig gevuld wordt, is nog onduidelijk. En niet alle partijen zijn even specifiek in het beantwoorden van de vraag hoe het gat gevuld moet worden. De opschalingskorting verdwijnt bij D66, CDA, GroenLinks-PvdA, ChristenUnie en JA21 onomwonden van tafel. Daarnaast moet van D66 de taakstelling op de jeugdzorg van tafel.
Een andere veelbesproken optie, het vergroten van het gemeentelijk belastinggebied, kan niet rekenen op veel enthousiasme. ChristenUnie en D66 pleiten hiervoor, maar daar blijft het bij.
Er zijn ook enkele partijen die een van de weinige belastingen die gemeenten wél mogen heffen, juist willen beperken. De VVD bepleit het maximeren van de ozb-stijging. Ook FvD (‘huiseigenaren hoeven de kosten van de desastreuze decentralisaties van Rutte niet te dragen’) en Denk willen zo’n maximering.
Veiligheid
Veiligheid blijft een groot onderwerp. Verloedering in de wijken, jongeren die de criminaliteit ingaan, het tekort aan agenten: met name aan de rechterkant van het politieke spectrum zijn dit genoemde issues. Meer ogen en oren in de wijk, zegt de VVD, moet de verloedering tegengaan. En dus pleiten de liberalen voor meer wijkagenten en meer boa’s, waaronder jeugdboa’s die specifiek toezien op criminele jongeren.
Het CDA bepleit juist meer agenten op straat. De christendemocraten zien dat het personeelstekort bij de politie leidt tot een toename van het aantal gemeentelijke handhavers. Desondanks wil het CDA ook dat gemeenten meer ruimte krijgen om boa’s aan te stellen. NSC wil dat de gemeentelijke boa’s meer bevoegdheden krijgen en ook kleine verkeersovertredingen kunnen beboeten.
'Een stembus is geen kliko'
'Een goed lopend en foutvrij verkiezingsproces is belangrijk voor het vertrouwen in de democratie. In 2024 evalueren rijk en gemeenten de uitvoering van de verkiezingen. Ook maken we afspraken over nieuwe stembussen, die minder op een kliko lijken.'
(Verkiezingsprogramma NSC)