VNG Magazine nummer 17, 10 november 2023

Auteur: Maria Grever | Beeld: Stefanie Uit den Boogaard

Gebrekkige of eenzijdige informatie over herdenkingstekens en straatnamen in gemeenten is een belangrijke oorzaak voor de felle discussies en conflicten rond omstreden monumenten.

Maria Grever

Toen recent het bewijs opdook dat prins Bernhard lid was van de ­NSDAP, ontstond ophef over de straten die naar hem zijn vernoemd. Moeten die straatnaamborden weg? En hoe gaat een gemeente om met een standbeeld dat het koloniale verleden verheerlijkt? Groepen staan soms lijnrecht tegenover elkaar. Het zijn voor gemeenten herkenbare problemen. De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) liet daarom de omgang met omstreden monumenten onderzoeken door een commissie waarvan ik de voorzitter was. We hebben ons gericht op monumenten over het ­koloniale verleden van Nederland en de Nederlandse betrokkenheid bij oorlogen en genociden in de ­twintigste eeuw.

Bevindingen

Bestuurders en actievoerders hebben weinig kennis van de figuur op de sokkel. Vaak wordt snel geoordeeld dat iemand goed of fout is. Dat bleek uit de commotie rond het standbeeld van Piet Hein in Rotterdam. De luitenant-generaal van de West-Indische Compagnie (WIC) stierf toen de slavenhandel pas echt op gang kwam. Bovendien moest Hein weinig hebben van de uitbuiting van de slaafgemaakte inheemse bevolking in Mexico. Tegenstanders van het standbeeld stellen echter dat de Zilvervloot een gigantische financiële ondersteuning van de WIC had ­opgeleverd, waardoor Hein indirect wel betrokken was bij ­mensenhandel.

Het collectief geheugen in steen is het resultaat van selectief vergeten

Gemeenten hebben ook weinig overzicht van de ­gedenk- en eretekens in hun regio. Ambtenaren weten vaak niet wie de eigenaar is, of wie de kunstenaar was. Opvallend is dat sommige groepen slachtoffers wel worden herdacht met een gedenkteken, andere niet. Dat geldt zeker voor het koloniale verleden. Jan Pieterszoon Coen staat in Hoorn op een sokkel, maar een gedenkteken voor de 14.000 slachtoffers die hij maakte bij zijn verovering van de Banda-eilanden ont­breekt. Voor de slachtoffers van de MH17 in 2014 kwam al na drie jaar een monument. Het collectief geheugen in steen is het resultaat van selectief vergeten.

In gevallen van grootschalig geweld en genocide, waar Nederland medeverantwoordelijk voor is geweest, duurde het lang voordat overheden oog kregen voor de doden en hun nazaten. Ook voor de 8.000 vermoorde Bosnische moslims in 1995 in Srebrenica is nog steeds geen nationaal monument in Den Haag, ook al hebben twee ministers van Defensie en de ­burgemeester dat publiekelijk beloofd.

Aanbevelingen

Ons rapport biedt naast een concrete handreiking ook aanbevelingen voor lokaal bestuurders, zoals:

  • Bestudeer de geschiedenis van het afgebeelde, het monument zelf én de context.
  • Betrek kunstenaars om de beeldtaal te begrijpen of voor conceptuele vernieuwing van een omstreden monument.
  • Ontwikkel een beleidsvisie op publieke monumenten in de gemeente, het ‘herinneringslandschap’ van de regio.
  • Voer gesprekken met alle partijen: omwonenden, nabestaanden, actievoerders. Niet iedereen kan tevreden worden gesteld, maar communiceer duidelijk.
  • Het zou helpen als de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) samen met de VNG en Unesco Nederland een expertiseteam publieke ­monumenten ­opzet waar gemeenten met hun vragen en dilemma’s terechtkunnen.

Tot slot

Discussies en conflicten over monumenten zorgen weliswaar voor onrust in de samenleving, maar zijn kenmerkend voor een democratie en houden het verleden levend. Sterker nog, de commotie over publieke monumenten creëert met vallen en opstaan een nieuwe geschiedenis van Nederland.

Maria Grever is emeritus hoogleraar cultuurgeschiedenis aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en lid van de KNAW. Zij was voorzitter van de KNAW-commissie Omstreden Monumenten (2021-2023).

Het rapport 'Wankele sokkels - Omstreden monumenten in de openbare ruimte' is te vinden op de website van de KNAW.

Schrijf ook een betoog voor VNG Magazine: redactie@vngmagazine.nl