VNG Magazine nummer 16, 27 oktober 2023

Marije van den Berg

Niet zo, niet hier, niet deze, niet nu. Dat is de boodschap die ik geregeld krijg als ik lege blikjes en flesjes wil inwisselen voor statiegeld. De geweigerde druppende dingen gaan terug mijn drassige boodschappentas in. Misschien dat de andere supermarkt iets verderop ze wel inneemt. 
Ik zie inmiddels op tegen de gang naar de automaat. Verrast ben ik bijna als alles er zonder morren ingaat. Het ligt niet aan mij, het overkomt velen; op de apparaten hangen inmiddels briefjes met vriendelijke boodschappen als ‘wilt u flesjes en blikjes die niet passen weer meenemen?’ Of er staat een enorme vuilnisbak naast, voor alles waar het systeem kennelijk geen raad mee weet. Door onvoorspelbaarheid en onnavolgbaarheid is mijn vertrouwen in het apparaat en het statiegeldsysteem laag.

Dat apparaat is onbetrouwbaar en vaak onnavolgbaar

Natuurlijk legde u de link al tussen blikjes en burgers. Niet zo, niet hier, niet deze, niet nu: dit horen ook mensen die niet passen in onze overheidssystemen. Het briefje op het apparaat zijn de zwartboeken, ombudsmanonderzoeken en Staten van de Uitvoering. Ernaast staat de bak waarin inmiddels een derde van de Nederlanders belandt, aldus het SCP-rapport Eigentijdse ongelijkheid.
‘Maar er gaat ook veel goed.’ Inderdaad, voor de meerderheid van de blikjes, eh, burgers. En steeds dezelfde. Maar die miljoenen mensen voor wie dat niet zo is, ergens op een ingewikkeld punt in hun leven? 
Daarover vertellen we elkaar dat de standaard ‘nu eenmaal’ niet voor hen werkt, en we een andere, nog onontdekte werkwijze moeten hanteren. Tien procent, twintig procent, zo veel situaties zouden niet passen in ‘de standaard’. Om wie dat gaat, weten we niet van tevoren, dat merk je pas als ze teruggeschoven worden uit het staatsapparaat. Dat apparaat is onbetrouwbaar en vaak onnavolgbaar.
Als een op de vijf keer je kraan niet naar links opengaat maar naar rechts. Als een op de vijf keer de stekker van een apparaat niet in het stopcontact past. En je bovendien van tevoren niet weet welke kraan anders is en op welk stopcontact je kunt vertrouwen. Dan moeten we dat niet accepteren en constateren dat standaarden ‘nu eenmaal’ maar voor een volkomen onvoorspelbare tachtig procent van de gevallen werken. 
Dan is het zinvoller om eerst maar eens twee andere conclusies te trekken: het is een bar slechte standaard en/of we houden ons er niet aan. Het gat is te klein, de stekkermaker moet op cursus en de Warenautoriteit een sterkere bril. 
In onze wetten en beleidsregels leggen we de standaarden voor het overheidsapparaat vast. Die standaard moet standaard goed genoeg zijn voor alle Nederlanders, er hoort niemand in de drassigheid.

Marije van den Berg

Marije van den Berg is onderzoeker en adviseur lokaal bestuur