VNG Magazine nummer 15, 8 oktober 2021

Auteur: Rob Jonkman | Beeld: Marieke Balk

De EU stelt miljarden euro’s beschikbaar om de gevolgen van corona op te vangen. Maar Nederland heeft nog altijd niet het noodzakelijke herstelplan ingediend. Wethouder Rob Jonkman, rapporteur namens het Comité van de Regio’s, maant het kabinet tot spoed.
 

Rob Jonkman

Vorig jaar is door de Europese regeringsleiders het Coronaherstelfonds opgericht. Dat is bedoeld om de economische schade van het coronavirus in de Europese Unie te beperken. Onder bepaalde voorwaarden kunnen de lidstaten een beroep doen op 750 miljard euro die in de pot zit. Nederland kan op zo’n 6 miljard euro rekenen.
In afwijking van de andere 25 EU-lidstaten hebben Bulgarije en Nederland één ding gemeen. Beide landen hebben nog geen crisis- en herstelplan ingediend bij de Europese Commissie; een voorwaarde om geld te ontvangen uit het herstelfonds. Het demissionaire kabinet geeft er de voorkeur aan om dit bij een nieuw kabinet neer te leggen. Dat kan betekenen dat we lang moeten wachten op steun voor onze gemeenten en provincies.
Zowel de provincies via het IPO als de gemeenten via de VNG hebben het kabinet aangeboden om samen tot uitwerking en invulling van een nationaal herstelplan te komen. Tenslotte zijn het vooral onze inwoners,  die voor een zeer belangrijk deel te maken hebben met de negatieve gevolgen van de coronacrisis.

We moeten lang wachten op steun voor onze gemeenten

Top-downaanpak

In Europa wordt zeer verschillend omgegaan met de manier waarop gemeenten en regio’s betrokken worden bij en toegang krijgen tot het Herstelfonds. Helaas blijkt er vaak sprake van een top-down-aanpak. De Sloveense EU-voorzitter heeft daarom het Europees Comité van de Regio’s (CvdR), het adviesorgaan van lokale en regionale overheden, gevraagd om een rapport uit te brengen waarin hiervoor aandacht wordt gevraagd.
Door het CvdR ben ik benoemd als rapporteur. Dat is enigszins pikant, aangezien ons land nogal achteraan loopt bij dit onderwerp. Wel hebben ons kabinet en de Tweede Kamer nu nog alle ruimte om de decentrale overheden goed mee te nemen bij de planvorming en uitvoering. De Kamer heeft de regering eind mei al opgeroepen om onder meer decentrale overheden te consulteren om zo een breed draagvlak te realiseren. Dat is ook de boodschap van het rapport dat in december aan de plenaire vergadering van het CvdR ter goedkeuring wordt voorgelegd.
Het conceptrapport is tot stand gekomen met essentiële inbreng van VNG en IPO. Een belangrijke constatering is dat weliswaar in verschillende lidstaten decentrale overheden geconsulteerd zijn, maar dat veelal onduidelijk is op welke manier raadpleging heeft plaatsgevonden en wat ermee is gedaan. Ook zijn er lidstaten waarbij medeoverheden niet betrokken zijn, terwijl zij het dichtst bij hun inwoners en bedrijven staan. Dit roept vragen op over het respecteren van het principe van subsidiariteit. 

Welkome injectie

In het rapport worden adviezen gegeven aan de Europese Commissie en het Europees Parlement om tot verbeteringen te komen. Zo wordt de Europese Commissie opgeroepen afspraken te maken met de lidstaten over de rol van lokale en regionale overheden in de uitvoering, verdere planning en evaluatie van de herstelplannen. Het Europees Parlement wordt gevraagd het CvdR structureel te betrekken bij de zogenaamde ‘herstel- en veerkrachtdialogen’, zodat ook de lokale en regionale overheden op de hoogte zijn van de stand van het herstel, de plannen van de lidstaten en de voortgang van de uitvoering.  

Resumerend kan worden gesteld dat het Coronaherstelfonds een welkome injectie is voor de economie en helpt bij het halen van bijvoorbeeld de klimaatdoelen, maar het succes is zeer afhankelijk van de betrokkenheid van decentrale overheden. Dat is op dit moment nog niet voldoende; daarom is de oproep in het rapport om hiervan werk te maken, een zeer belangrijke en erg actueel.

Rob Jonkman (ChristenUnie) is wethouder in Opsterland en namens het Comité van de Regio’s rapporteur over het Europese Coronaherstelfonds.

Schrijf ook een betoog voor VNG Magazine: redactie@vngmagazine.nl