Naast de Actualiteitensessies verstuurt VTH met regelmaat actualiteitenmails, bijvoorbeeld over wijzigingen in het Omgevingsloket of over veelgestelde vragen die naar boven zijn gekomen. Dit was de mail van 26 januari. Op 28 mei zijn er op bepaalde onderwerpen updates gegeven.
Regels op de kaart: transparantie kaartlagen Op dit moment is het niet mogelijk om de transparantie van kaartlagen aan te passen binnen de functionaliteit Regels op de kaart, zoals dat op ruimtelijkeplannen.nl wel mogelijk was. Met deze functionaliteit is het mogelijk om exact te zien hoe het verloop van een perceel is (zoals bijvoorbeeld sloten, greppels, bomen, opstallen). De functionaliteit om de transparantie van kaartlagen aan te passen wordt geïmplementeerd in een volgende software update van het Omgevingsloket. Naar verwachting is deze release in februari. |
Bij dit onderwerp lijkt het om drie issues te gaan: 3. We zien dat initiatiefnemers niet alle vragen beantwoorden of bijlagen toevoegen, omdat de keuze is gemaakt om te werken met zo weinig mogelijk verplichte velden. Ten aanzien van het eventueel verplicht invullen van e-mailadres en/of telefoonnummer loopt op dit moment eenanalyse of dit op korte termijn alsnog gerealiseerd kan worden. |
Bij onder andere de VTH-netwerksessie over overgangsrecht is aangegeven dat zowel in het oude als in het nieuwe recht een onvolledige melding geen melding is. Na 1 januari hoeft de initiatiefnemer echter alleen nog maar gegevens aan te leveren wanneer de nieuwe regels daarom vragen. Al eerder aangeleverde gegevens (bijvoorbeeld bij een onvolledige melding) hoeft eeninitiatiefnemer niet nog een keer aan te leveren. De melding is vormvrij. Het aanvullen van de melding door de initiatiefnemer via het Omgevingsloket is niet mogelijk. Het is wel mogelijk dat de initiatiefnemer de melding kopieert en zo hergebruikt, de ontbrekende gegevens kunnen dan worden aangevuld. Het bevoegd gezag krijgt hier een nieuwe melding van binnen. De oude melding kan het bevoegd gezag dan zelf uit het zaak-/ of VTH systeem verwijderen. Een andere optie is om de aanvullende informatie te laten mailen en dit als bevoegd gezag zelf in het zaaksysteem op te nemen. Dit heeft echter consequentie voor de geregistreerde datum. In veel zaaksystemen is het echter mogelijk de meldingsdatum aan te houden (zoals dat ook bij vergunningen mogelijk is). Let er dus op dat de indieningsdatum van de melding de datum is waarop álle vereiste informatie binnen is. Meer informatie vindt u op: |
De Omgevingswet geeft de initiatiefnemer het recht om alle activiteiten die hij voor zijn initiatief doet en waarvoor een vergunning, meldings- of informatieplicht geldt, deze los in te dienen. De onlosmakelijke samenhang komt te vervallen. De initiatiefnemer is zelf verantwoordelijk om voor alle toestemmingen aanvragen te doen, meldingen te doen of de verplichte informatie te verstrekken. Maar het ontslaat bevoegd gezag niet van de plicht om een initiatiefnemer te wijzenop mogelijke andere verzoeken die hij hiervoor moet doen als je die als bevoegd gezag logischerwijs had kunnen weten. Daarnaast is het net als nu om in voorkomende gevallen altijd in gesprek aan te gaan met de initiatiefnemer. Een incomplete vergunningaanvraag: wat nu? | VNG |
Wilt u als bevoegd gezag monitoren of een initiatiefnemer al eerder aanvragen voor activiteitenheeft gedaan, dan kunt u gebruik maken van de mogelijkheid die het loket biedt, namelijk ‘de gerelateerde verzoeken’. Een aantal VTH-systemen is hier inmiddels op aangesloten. Zo ziet u ook of er iets op die locatie eventueel bij een ander bevoegd gezag is ingediend. In uw eigen VTH-systeem kunt u, als uw leverancier dat heeft ingebouwd, activiteiten aan elkaar relateren. Is uw VTH-systeem nog niet hierop aangesloten dan kunt u via de TAM-gerelateerde verzoeken deze gegevens inzien. |
Bij een vergunningprocedure is het nu als volgt: als een aanvraag ingediend is vóór 1 januari blijft het oude recht van toepassing totdat het besluit onherroepelijk is. Met één uitzondering: lex silencio positivo (de fatale termijn) uit het oude recht is onmiddellijk vervallen sinds 1 januari. Dit betekent dat er vanaf 1 januari geen vergunning van rechtswege meer ontstaat wanneer eenbestuursorgaan niet tijdig beslist op een aanvraag voor een omgevingsvergunning op grond van de Omgevingswet. Voor de overgangsperiode geldt daarmee ook dat als mensen een aanvraag hebben gedaan na 6 november 2023 geen beroep meer kunnen doen op deze lex silencio positivo. Wat kan de aanvrager doen bij overschrijding van de beslistermijn? De aanvrager heeft twee opties. De eerste optie is ‘dwangsom bij niet tijdig beslissen’ (paragraaf 4.1.3.2 Awb). Deze kan maximaal oplopentot € 1.442. De tweede optie is beroep instellen bij de rechter bij niet tijdig beslissen (art 6:2 en6:12 Awb). |
Onder de Omgevingswet is er geen automatisch uitgestelde inwerkingtreding meer. De vergunning is dus direct geldig. Als het college bijvoorbeeld bij het kappen van bomen niet wil dat dit kappende dag erna gebeurt, dan zal dit in de omgevingsvergunning moeten staan. In dat voorbehoud mag het college (art. 16.79 lid 2 Ow) bepalen dat de omgevingsvergunning ‘pas’ in werking treedt met ingang van de dag waarop vier weken zijn verstreken sinds de dag van bekendmaking of terinzagelegging. Dit mag het college echter alleen doen als naar zijn oordeel: a. het verrichten van de activiteit die de omgevingsvergunning mogelijk maakt binnen die vier weken kan leiden tot een wijziging van een bestaande toestand die niet kan worden hersteld, en; b. de regels over het verlenen van de omgevingsvergunning ertoe strekken die bestaande toestand te beschermen. Als het college geen bepaling hierover opneemt, dan treedt het besluit direct in werking. Het is dus belangrijk dat u als gemeente helder hebt wanneer er sprake is van onontkoombare gevolgen endat u eventueel een dergelijke bepaling opneemt in het besluit zelf. Of er uitstel is, weten de initiatiefnemer en belanghebbenden pas na het ontvangen van het besluit. Als eenbelanghebbende vervolgens de activiteit wil tegenhouden (schorsen), zal de belanghebbende eenvoorlopige voorziening moeten aanvragen (art. 16.79 lid 4 Ow). Deze voorlopige voorziening moet de belanghebbende binnen 4 weken hebben aangevraagd. De termijn wordt dus korter: geen 6 maar 4 weken. Meer informatie vindt u op:
|