Het Zorg- en Veiligheidshuis Rijk van Nijmegen liet de doelgroepbenadering los en waakt ervoor dat deze benadering ‘langs de achterdeur’ weer naar binnen komt. We spraken met Carmen Polman, manager van het Zorg- en Veiligheidshuis Rijk van Nijmegen. Naast haar rol als manager van het Zorg- en Veiligheidshuis is ze eveneens procesmanager sociale veiligheid binnen de gemeente Nijmegen.

Het huis waar de verbinding tussen zorg en straf wordt gerealiseerd

Polman benoemt dat het Zorg- en Veiligheidshuis vanaf het begin onder regie is van de gemeenten, opgezet als de plek waar de verbinding tussen zorg en straf wordt gerealiseerd. Dat betekent bijvoorbeeld dat ook de GGZ al vanaf de start aan tafel zit. Het Zorg- en Veiligheidshuis Gelderland Zuid omvat twee subregio’s, te weten Rijk van Nijmegen en Rivierenland en heeft dan ook twee operationele locaties: Tiel en Nijmegen. Er is één stuurgroep en één managersoverleg op tactisch niveau.

Geen discussie over voortbestaan van het Zorg- en Veiligheidshuis

Esther Polman in haar kantoor

Polman: “Mijn combinatiefunctie, manager van het Zorg- en Veiligheidshuis én procesmanager sociale veiligheid binnen de gemeente, heeft als voordeel dat ik goed mijn weg weet en positie heb binnen de gemeentelijke organisatie. Hierdoor zijn de activiteiten van het Zorg- en Veiligheidshuis stevig verankerd binnen die gemeentelijke organisatie. Dat maakt dat er geen discussie is over de toegevoegde waarde en het voortbestaan van het Zorg- en Veiligheidshuis en dat geeft rust. Ook zijn de samenwerkingspartners, voor beide functies nagenoeg gelijk, hierdoor zijn de lijnen ook kort. Wel ben ik mij ervan bewust dat ik extra inspanning dien te verrichten om de omliggende gemeenten goed tot zijn recht te laten komen binnen het samenwerkingsverband, zodat het niet een te Nijmeegs verhaal wordt."

Doelgroepbenadering losgelaten

Vier á vijf jaar geleden zijn we afgestapt van een doelgroepbenadering en ons gaan richten op een top X-benadering [focus op de aanpak van plegers van delicten met grote impact op de maatschappij/ slachtoffers, red.]. Dat betekende ook dat we de caseload terug hebben geschroefd van meer dan 350 casussen voor enkel de gemeente Nijmegen naar 250 casussen voor de hele regio. Daaruit is het top X -overleg ontstaan, waarbij per casus op maat partners worden uitgenodigd. Met deze aanpak kunnen we eveneens goed tegemoet komen aan de verschillen in de regio. Als voorbeeld, een opgeschaalde woonoverlastcasus van een omliggende gemeente kan wel onder regie van het Zorg- en Veiligheidshuis worden opgepakt, terwijl deze casus voor Nijmegen niet hier belandt.

De doelgroepbenadering niet langs de achterdeur weer naar binnen halen

Polman vertelt dat in de diverse landelijke beleidsprogramma’s het Zorg- en Veiligheidshuis het vehikel is waarmee de meest complexe casuïstiek kan worden aangepakt. Dat is goed nieuws voor de positionering van de Zorg- en Veiligheidshuizen. Waar wel een mogelijk risico in zit, is het belasten van de procesregisseur met allerlei inhoudelijke expertises. Hiermee wordt bedoeld dat de procesregisseur ook echt op het proces moet kunnen sturen. Dit betekent dat bij de ontwikkeling naar een kennisknooppunt de partners elkaar actief kunnen bevragen en dat de procesregisseur inhoudelijke zaken snel kan adresseren.

Samen met zorgpartners leren middels geaccrediteerde leergang

Polman: “De afgelopen jaren hebben we vanuit het Zorg- en Veiligheidshuis en de regieteams multiprobleemhuishoudens flink ingezet op het verbeteren van de kwaliteit van de casusregie. Het is bij de aanpak van complexe casuïstiek belangrijk dat iemand het overzicht heeft en dit ook behoudt. Dit betreft, wie is er allemaal betrokken bij de uitvoering, welke activiteiten zijn reeds ingezet en niet te vergeten wie heeft frequent contact met het huishouden. Hiertoe heeft de gemeente Nijmegen een leergang ontwikkeld, inmiddels zijn er 100 professionals getraind en is deze leergang onder andere SKJ geaccrediteerd. Daarnaast vinden er intervisiebijeenkomsten plaats en is er twee keer met jaar een netwerkbijeenkomst tussen de procesregisseurs en de casusregisseurs waarin ze de samenwerking versterken."  

Wat met cliënten die zelf niks willen?

Polman: “De grootste uitdaging voor het Zorg- en Veiligheidshuis zijn de groep cliënten die eigenlijk zelf niks willen, maar wel forse overlast en/of criminaliteit plegen. Dan is zorg en straf moeilijk te verbinden en met alleen straffen lossen je de achterliggende problemen niet op. Het Zorg- en Veiligheidshuis heeft dan de mogelijkheid om gemeentelijk casemanagement in te zetten. Dit is een vorm van intensieve bemoeizorg verzorgd door de verslavingszorg waarbij aandacht is voor alle leefgebieden van de cliënt”.

Geleerde lessen

  1. Zoek continu de samenwerking op. Met de aantrekkende markt zijn er veel personele wisselingen, dit betekent blijven kennismaken en investeren.
  2. Wees blij met kleine successen. Het is vaak drie stappen vooruit en twee achteruit.
  3. Neem geen werk over van gemeenten, maar pak werk samen op met gemeenten. Dan ontstaat een gedeelde verantwoordelijkheid. Tijdelijk de regie overnemen, betekent niet de hele verantwoordelijkheid overnemen. Communiceer duidelijk waar je wel en niet van bent.
  4. Focus op ‘het doen’ en niet teveel op beleid en/of op ‘het ontwikkelen’. Het Zorg- en Veiligheidshuis is een operationeel samenwerkingsverband. De kaders en lijnen met betrekking tot beleidsontwikkeling dienen in het managersoverleg en in de stuurgroep te worden geformuleerd en uitgezet.