In Almelo bevindt zich een PI-leerwerkbedrijf dat uniek is in zijn soort: het biedt een plek voor ieder persoon met een afstand tot de arbeidsmarkt. Zowel (ex-)gedetineerden en werkgestraften als mensen met een beperking, langdurig werklozen en statushouders vinden in de Fabriek, het arbeids- en re-integratiebedrijf van de PI Almelo, een plek waar zij samen aan hun re-integratie kunnen werken. We spraken met John Simmelink, operationeel manager, en Cyrille van der Wijst, trajectbegeleider bij de Fabriek.

Het bestuurlijk akkoord ‘Kansen bieden voor Re-integratie’ (pdf, 257 kB) is op 1 juli 2019 getekend. Dit is een samenwerking tussen de gemeenten, de PI’s en de reclasseringsorganisaties. In het akkoord is onder meer afgesproken dat in het re-integratieplan van een gedetineerde aandacht wordt besteed aan inkomen vanuit werk en/of uitkering, dagbesteding én scholing. De Fabriek is een mooi voorbeeld dat laat zien hoe deze partijen gezamenlijk aan deze doelen kunnen werken.

De Fabriek is een locatie van de PI Almelo en onderdeel van In-Made, het landelijke penitentiaire arbeidsbedrijf van het gevangeniswezen. Toch is de Fabriek geen re-integratiebedrijf voor alleen de doelgroep van (ex-)gedetineerden. Daarom vroegen we onze gesprekspartners hoe de Fabriek in zijn huidige vorm is ontstaan.

Simmelink: 'We zijn begonnen als een op- en overslaglocatie voor goederen van onze klanten met inzet van gedetineerden . Door vraag vanuit Reclassering Nederland zijn we begonnen om de Fabriek als een werkplek voor (ex-)gedetineerden en voor deelnemers vanuit de Reclassering met een taakstraf in te richten. Na een tijdje hebben we contact gekregen met de gemeente Almelo, waarmee we een aantal trajecten zijn gestart richting de re-integratie van deelnemers vanuit het UWV. In 2016 werd de Fabriek geopend zoals we die nu kennen: in een ruime locatie met een grote diversiteit aan doelgroepen en een variëteit aan arbeidssoorten. In contact met diverse partijen merkten we dat er veel behoefte was aan werkplekken voor re-integratie en dagbesteding en we wilden zelf ook meer dan het stukje kleinschaligheid dat we tot dan toe hadden. Tegelijkertijd nam de vraag van de klant toe. Deze omstandigheden zorgden ervoor dat we konden groeien.'

Een verscheidenheid aan ketenpartners

De Fabriek werkt nu al enkele jaren samen met diverse ketenpartners. 30 tot 50 procent van de deelnemers valt onder de Participatiewet en komt vanuit de gemeenten Almelo, Hengelo, Twenterand, Rijssen-Holten en Enschede. Er is een samenwerking met ‘Ontplooj’ en de SWB, de sociale werkvoorzieningen van de gemeenten Almelo en Hengelo. Ook wordt samengewerkt met tien tot vijftien vrijwilligers van een kerkgemeenschap. De leden van de kerkgemeenschap verrichten werk in de Fabriek, waar ze een financiële vergoeding voor krijgen die zij kunnen inzetten voor hun  eigen maatschappelijke doelen.

Verder werkt de Fabriek samen met re-integratiebedrijven (die kandidaten aanbieden) en met (potentiële) werkgevers. Eén van die werkgevers is schoonmaakorganisatie Asito. Met Asito is de afspraak gemaakt dat deelnemers vanuit de Fabriek worden geplaatst om schoonmaakdiensten te verrichten in de stadions van Twente en Heracles. Als wederdienst biedt Asito jaarlijks een tiental opleidingen aan gedetineerden aan. Na het succesvol afronden daarvan ontvangen zij een branche-erkend diploma.

Een grote diversiteit aan doelgroepen

Gemiddeld genomen nemen er tussen de 85 en 100 mensen deel aan het werk- en leerprogramma in de Fabriek. Op de vraag wat de verhouding is tussen de verschillende doelgroepen vertelt Simmelink ons dat er wordt gestreefd naar een gelijkmatige verdeling. Simmelink: 'In de praktijk blijkt dat ongeveer 20 procent van de deelnemers bestaat uit gedetineerden of mensen vanuit een Penitentiair Programma. Duidelijk moet zijn dat dit een privilege is en geen recht: deze personen hebben over een langere periode laten zien dat ze bepaald gewenst gedrag kunnen volhouden. En dat wordt beloond door bijvoorbeeld op zo’n locatie als bij ons te komen werken.' Bijna de helft van de deelnemers in de Fabriek komt vanuit de gemeenten. Dit zijn onder meer personen met een mentale of fysieke beperking, langdurig werklozen en statushouders. De overige 30 procent bestaat uit deelnemers die van verschillende sociale werkvoorzieningen komen en vanuit organisaties die bij de Fabriek een (individueel) re-integratietraject uitzetten.

Kregen jullie het idee dat er een bepaalde weerstand heerste tegen het bij elkaar brengen van de diverse doelgroepen?

Simmelink: 'We merkten wel dat met name de deelnemers vanuit de kwetsbare groepen nog wel eens een bepaald beeld hadden bij gedetineerden. Maar als je dat beeld wilt zien, moet je naar een goede Hollywoodfilm kijken, waar je enkel grote mannen ziet vol tattoos en met gedrag dat wij niet altijd wenselijk achten. In de samenwerking tussen de verschillende doelgroepen zien we dat deze vooroordelen bij de deelnemers vanuit de kwetsbare doelgroepen in grote mate worden weggenomen. De onderlinge samenwerking draagt bij aan het verminderen van stigmatisering.'

De onderlinge samenwerking van de verschillende doelgroepen zorgt ervoor dat de deelnemers elkaar positief weten te stimuleren

Simmelink: 'We merkten dat op het moment dat we de (ex)-gedetineerden lieten samenwerken met mensen uit de andere doelgroepen, dat zij elkaar positief wisten te stimuleren. De gedetineerden komen vanuit een stoere gesloten setting, waar hulp aan de medemens bieden niet op de voorgrond staat. Wat je hier in de Fabriek ziet is dat gedetineerden erachter komen dat er mensen zijn die ze kunnen helpen, iets waar ze waardering voor krijgen.'

Van der Wijst: “Er lijkt een soort voorbeeldrol te ontstaan. We zien dat het bij de doelgroep van gedetineerden soms lastiger is om bepaalde dingen aan te nemen van een werkgever of van één van onze collega’s. Maar in contact met iemand van bijvoorbeeld de sociale werkvoorziening van de gemeente Almelo – mensen die vaak heel puur zijn – zien we iets heel anders gebeuren. Voor die mensen staan de gedetineerden meer open. Dat zijn de mensen voor wie zij echt iets kunnen betekenen. Hierdoor ontstaat een hele andere sfeer, waarin supergoed wordt samengewerkt. Dat is echt de meerwaarde van het combineren van deze verschillende doelgroepen.”

Een plek waar werkervaring én zelfontwikkeling centraal staan

Van der Wijst: 'We bieden een plek waarbij mensen én werkervaring kunnen opdoen – daarbij verschillende werkvormen kunnen uitproberen – én zichzelf kunnen ontwikkelen om er zo achter te komen wat hun drijfveren zijn.'

De Fabriek kent verschillende arbeidssoorten. Deelnemers kunnen werken in de groenvoorziening, bij de receptie en in de schoonmaakdienst. Daarnaast is er een machinale verpakkingsafdeling, waar met flowpack-machines wordt gewerkt en ook logistiek werk kan worden verricht. Verder is er een regionale gedetineerdenwinkel waar levensmiddelen voor gedetineerden worden ingepakt en er is een magazijn met meer dan 1200 palletplekken. Voor iedereen is er een plek om te werken, binnen of buiten en zittend of in beweging.

In de Fabriek is het verder mogelijk een grote diversiteit aan trainingen en cursussen te volgen om kennis te verbreden, vaardigheden aan te leren en actiever te kunnen werken aan re-integratie. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan een competentie- en beroepskeuzetest, BHV, VCA, code-95, heftruckcursus en taalcursussen.

Het Re-integratiecentrum (RIC)

Onderdeel van de Fabriek is het RIC. Hier vinden activiteiten plaats die onder meer gericht zijn op arbeidsintegratie. De medewerkers van het RIC ondersteunen de deelnemers bij de uitvoering van hun werktraject en onderhouden het contact met jobcoaches of andere externe begeleiders. Bij aanmelding wordt samen met de deelnemer actief gekeken naar wat het doel van de aanmelding is. Aan de hand van in kaart gebrachte competenties, vaardigheden, drijfveren en ambities wordt er een traject in werking gezet, om zo doelgericht mogelijk naar re-integratie te kunnen werken.

Van der Wijst: 'Het doel van het RIC is uiteindelijk het bieden van ondersteuning voor re-integratie. We kijken hoe we ondersteuning kunnen bieden in de periode dat de deelnemer hier is om zoveel mogelijk tools te krijgen en de kans zo groot mogelijk te maken dat deze persoon kan doorstromen naar een reguliere baan. Daarbij is de Fabriek een hele veilige omgeving om fouten te maken en daarvan te leren, een ruimte die er buiten de Fabriek niet altijd is.'

In het RIC kan er ook ondersteuning worden geboden bij het zoeken naar vacatures, het opstellen van een CV of het schrijven van een motivatiebrief. Simmelink: 'Of zelfs op het voorbereiden van een sollicitatiegesprek; dan gaan we een rollenspel aan als het nodig is. Vaak zijn er laagdrempelige ondersteuningen die dat kleine beetje zijn om iemand verder te kunnen helpen. En dit hoeven niet altijd dure cursussen of trainingen te zijn.'

Van der Wijst: 'We hebben ook een taalmeter. Statushouders of andere mensen die om wat voor reden dan ook een afstand hebben tot de Nederlandse taal kunnen gebruikmaken van die taalmeter om te zien waar ze qua basiskennis Nederlandse taal staan. Daarbij hebben we ook trainingen die mensen kunnen volgen om heel specifieke taalkennis te krijgen in de richting van, bijvoorbeeld, techniek. Zo kunnen mensen met een migratieachtergrond die al bepaalde vakkennis hebben hier geholpen worden in het bijspijkeren van specifieke taalkennis.'

Ons financieringsmodel? Arbeid als middel tot re-integratie

Simmelink: 'Enerzijds zijn we overheid, waar een kleine vorm van financiering op zit. Maar omdat we een bijzonder initiatief zijn binnen de justitiële inrichtingen, krijgen we daar geen volledige vergoeding voor. Ons verdienmodel is arbeid als middel tot re-integratie. Daarbij maken we gebruik van de vraag vanuit de markt bij het verrichten van productiewerkzaamheden. De opbrengsten vanuit de arbeid worden gebruikt voor bekostiging van de diverse re-integratieactiviteiten.'

De Fabriek groeit verder: een ontmoetingsplek en horeca-opleidingscentrum bij het Huis van Herstel in Almelo

Op de locatie van het Huis van Herstel Almelo, een locatie bedoeld voor gedetineerden uit de regio Twente die kampen met complexe problematiek, komt een cateringsvoorziening en een opleidingsvoorziening in de horeca. Simmelink: 'Dit wordt een ontmoetingsplek voor deelnemers en ketenpartners, waar we ook de catering kunnen verzorgen bij bedrijven op het bedrijvenpark.' Cyrille voegt daaraan toe: 'Een gecertificeerde kok die ook deelnemers van ons daar zou kunnen opleiden. Dat is een mooi project waar de start gepland staat voor het najaar.'

Iedereen verdient een plek in de arbeidsmarkt

Simmelink: 'We hebben geen winstoogmerk en we werken niet met dure inkooptrajecten. We dragen altijd uit: wij zijn geen concurrentie op de markt, maar proberen hierop een aanvulling te zijn. Wij hebben in de Fabriek tijd, ruimte en expertise om mensen uit te dagen, wat steevast resulteert in meer duurzame plaatsingen naar buiten toe.'

Niet voor iedereen spreekt een plekje in de arbeidsmarkt voor zich. Of je hiervoor nu een klein duwtje in de rug nodig hebt of intensievere begeleiding, wij zijn ervan overtuigd dat er voor iedereen een plek is en dat iedereen deze ook verdient.

Interesse?

Mocht u na het lezen van dit interview graag meer te weten willen komen over de mogelijkheden bij de Fabriek? Of mocht u belangstelling hebben in de Fabriek, als werkgever, als ondernemer of als keten- c.q. netwerkpartner? Cyrille van der Wijst gaat graag in gesprek via c.vd.wijst@dji.minjus.nl.