Alle acht gemeenten in de regio Zaanstreek-Waterland hebben de handen ineen geslagen met elkaar én met de belangrijkste spelers uit de twee ‘losse’ werelden van zorg en veiligheid: politie, Openbaar Ministerie, Raad voor de Kinderbescherming, Reclassering Nederland, Veilig Thuis, GGD en allerlei zorginstanties. Dat doen ze onder de vlag ‘Allen voor Eén’ met als uiteindelijk doel passende, snelle en betere hulp voor inwoners realiseren. Dit gebeurt vanuit de overtuiging dat het samenbrengen van zorg en veiligheid gaat helpen om de juiste ondersteuning te bieden, vanuit het uitgangspunt één gezin, één plan en één regisseur. In het huidige stelsel is er geen sprake van samenhang en ontbreekt het aan systeemgericht werken, is de gedachte. ‘Allen voor Eén’ bouwt aan een nieuwe werkwijze op operationeel, tactisch en strategisch niveau. Onderdeel daarvan is het inrichten van een gezamenlijke overlegstructuur, waar op regionaal niveau wordt samengewerkt op het gebied van zorg en veiligheid.

We spraken met Songül Mutluer, wethouder in Zaanstad (portefeuilles Wonen en Bouwen, Jeugd(zorg), Ouderenbeleid en Minima) en Lieke Sievers, burgemeester in Edam-Volendam. Beiden vervullen een trekkersrol in het traject “Allen voor Eén”.

Wat we deden, deugt fundamenteel niet

portretfoto lieke sievers

Lieke Sievers (foto rechts): “Voor aanvang van het traject ‘Allen voor Eén’ realiseerden we ons dat de omgeving waarin we met elkaar aan de slag zijn op het snijvlak van zorg en veiligheid fundamenteel niet deugt. Niet omdat mensen niet van goede wil zijn, maar omdat het systeem niet klopt, de structuren niet kloppen, de samenhang niet klopt en de financiering niet klopt. Als we hier verandering in willen brengen, dan moeten we het ook fundamenteel anders gaan doen.”

Songül Mutluer onderschrijft dit en vult aan: “Er zijn tal van voorbeelden te noemen waarbij we zien dat het efficiënter kan voor de professionals en effectiever moet voor de inwoners. Denk aan de meldingen bij Veilig Thuis die nu op een wachtlijst staan of de verwarde personen op straat waar de politie eigenlijk geen raad mee weet. We hebben er met elkaar een complex gebeuren van gemaakt met heel veel heilige huisjes. Mensen werken heel goed binnen het eigen huisje, maar we moeten soms ook de huisjes durven los te laten en de samenwerking opzoeken”.

Een nieuw fundament: kleine dingen klein houden

Lieke Sievers: “Doordat de decentralisaties zijn ingevoerd in de oude structuren, systemen, en financieringsmechanismen zijn we het probleem zelf uit het oog verloren. We werken veel te gesegmenteerd en we moeten juist weer leren kleine dingen klein te houden. We moeten veel meer 'bottom-up' werken, waarbij signalen kunnen ontstaan vanuit het onderwijs, huisarts, sociaal wijkteam, politie, buitengewoon opsporingsambtenaar of schuldhulpverlening. Bottom-up werken staat haaks op regionale financiering en aansturing. Het fundament moet anders. Waar we naartoe willen bewegen is dat we weer signalen snel op kunnen pakken en we dus mensen eerder kunnen ondersteunen in wijken, in hun eigen zorgsysteem.”

portretfoto Songül Mutluer

Songül Mutluer (foto links) benoemt dat dit de nodige inspanningen vergt: “Bottom-up werken met als hoogste doel 'kleine dingen klein houden' houdt in dat er in een vroeg mogelijk stadium wordt geïntervenieerd, waardoor je véél meer effectiviteit, welzijn, veiligheid in je samenleving organiseert. En doordat we nu niet effectief zijn en vanuit onze structuren en systemen redeneren, zijn we vaak véél te laat en zijn dingen al veel groter geworden. Dat is niet te wijten aan de professionals die vanuit de beste bedoelingen werken, maar ons stelsel zit gewoon te ingewikkeld in elkaar om die slagvaardigheid en die effectiviteit goed voor elkaar te hebben. Het uiteindelijke doel is om mensen beter te helpen door veel eerder aan de voorkant passende ondersteuning te bieden, zodat de boel niet escaleert.”

Startfoto als succesfactor

Songül Mutluer: “Er is een verandering van mindset, een cultuurverandering, nodig die groter is dan de eigen organisatie. Bij aanvang van het traject ‘Allen voor Eén’ maakten alle betrokken organisaties – justitiële- en zorginstanties én gemeenten – een zogenaamde ‘startfoto’. De startfoto’s omvatten een analyse van waar de samenwerking beter kan en moet. Alle betrokken organisaties hebben zich ontzettend kwetsbaar opgesteld door eerlijk te laten zien: dit doen we goed en dit doen we niet goed. Door de startfoto’s kwamen we erachter dat we  veel aannames hadden over wat de ander zou kunnen en nog veel meer aannames hadden over wat de ander niet zou kunnen. Dat was best pittig, maar leidde tot bewustwording en uiteindelijk ook een gedeeld gevoel van urgentie. Zoals Einstein al stelde: ‘De mooiste ontdekkingsreis is leren kijken met andere ogen’. Wat inherent en kenmerkend is voor dit proces, is het verplaatsen in een ander en het leren van elkaar.”

Lieke Sievers: “We hebben drie mijlpalen benoemd voor de eerste periode van het traject. De eerste mijlpaal was de startfoto. De tweede mijlpaal was een ontwerp voor ambtelijk en bestuurlijk overleg om te zorgen dat die integratie op verschillende niveaus gemeentelijk met alle partners kon plaatsvinden, ook regionaal en soms zelfs bovenregionaal. De volgende fase is dat die startfoto's geoperationaliseerd worden bij alle partijen. Om op het eigen niveau te zorgen voor implementatie van de verbeterpunten die uit die startfoto's komen, maar ook  op het gezamenlijke niveau.”  

Bruggen bouwen

Songül Mutluer: “We hebben, naast de inzichten die de startfoto’s hebben opgeleverd, ook een aantal thema’s gekozen die als katalysator of motor moeten dienen voor de brede aanpak, denk aan: de ggz problematiek, verward gedrag of Veilig Thuis. Deze thema’s pakken we samen op in de regio vanuit ‘Allen voor Eén’. Het traject ‘Allen voor Eén’ is dan ook geen project met een vastomlijnd begin en een eind, maar een beweging die resulteert in bewustwording en uiteindelijk ook een cultuuromslag.”

Lieke Sievers: “Aanvankelijk hadden we, heel ambitieus, gedacht dat we in één jaar tijd grootse resultaten konden bereiken. De startfoto’s maakten duidelijk dat het traject zo complex was, dat we ons echt eerst moesten focussen op vijf prioriteiten en dat het totale traject en dat we nog zeker een jaar extra nodig hebben. Heel belangrijk is het moment waarop we ook naar elkaar toe hebben uitgesproken dat we de tijd nemen. We bouwen de brug terwijl we er zelf overheen lopen: We weten waar de weg naartoe leidt, we weten hoe de brug eruit komt te zien en tijdens het bouwen zien we de concrete volgende stap als onderdeel van het hele proces”.

Informatiedeling is cruciaal om goede ondersteuning te bieden

Lieke Sievers: “Door de invoering van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) en vanuit de Wet politieregisters is er een soort angst om informatie te delen. Soms is het ook geen angst, maar is het gewoon een behoefte om zelf over de informatie te blijven beschikken en deze niet te delen. En dan is het excuus de AVG of een ander soort wetgeving. We moeten het eigenlijk helemaal om draaien, dus niet kijken naar wat we niet mogen delen, maar wat we moeten delen gegeven de noodzaak om een gezin te ondersteunen. De vraag wordt dan: welke informatie heeft een ander nodig om zijn of haar rol goed te vervullen? De AVG is niet bedoeld om geen informatie te delen, maar juist om het zorgvuldig te doen. In de ideale wereld delen we makkelijk informatie, waardoor we veel minder tijd en geld kwijt zijn aan casussen die steeds ingewikkelder worden”.

Songül Mutluer vervolgt: “We kijken hoe ICT-technisch aanpassingen kunnen worden doorgevoerd, zodat we beter met elkaar informatie kunnen uitwisselen. Maar daarmee is het wel een heel ambitieus project, waarbij de kosten voor de baten uit gaan, dat is niet altijd makkelijk.” Lieke Sievers benadrukt het belang van ICT-technische aanpassingen: “Waar in het oude systeem via alle structuren het twee uur duurt voordat alle informatie is verzameld om de juiste maatregelen te kunnen nemen, willen we dat het in de nieuwe manier van werken binnen twee minuten op tafel ligt”.

Bestuurlijke samenwerking ten dienste van de werkvloer 

Songül Mutluer: “Het operationele niveau is het allerbelangrijkste, daar begint het... De kracht van Allen voor Eén zit hem in het draagvlak binnen de eigen organisaties. Bijvoorbeeld bij de gemeenten geven de ambtenaren zelf aan waar de urgentie zit in hetgeen dat moet gebeuren en daar worden de acties vervolgens ook belegd. De bestuurlijke samenwerking is maar een sluitstuk om te faciliteren dat men elkaar beter kan vinden. Wij staan ten dienste van de mensen op de werkvloer en zo moet je ons zien, wij zijn het escalatiemodel. Wij zijn degenen die ze kunnen benaderen als het operationeel niet goed gaat”.

Lieke Sievers: “Eén van de instrumenten die we willen inzetten om de cultuurverandering aan te jagen, is het hebben van een gezamenlijk overleg vanuit de verschillende domeinen. Wij merkten dat er een overleg veiligheid was met de burgemeester, een overleg jeugd met de wethouder, een overleg zorg met de wethouder et cetera. We concludeerden dat als we een gezamenlijk overleg hebben vanuit de verschillende domeinen, we elkaar ook sneller vinden als er wat speelt. Ook de ambtenaren moeten een overleg hebben waarin de verschillende domeinen elkaar vinden. Op deze manier bouwen we garanties in dat de beweging van Allen voor Eén niet stopt als het ‘project’ stopt, maar dat we met elkaar deze ontwikkeling gezamenlijk kunnen blijven doorzetten. De hulp van partners zoals BMC en de VNG is daarbij ook enorm belangrijk. Vanaf 2020 komt daar nog de ondersteuning bij van een actieonderzoek door het Verwey-Jonker Instituut. Op deze manier kunnen onze ervaringen makkelijker gedeeld worden met andere regio’s en kunnen we de beweging ook landelijk stimuleren."

Tips voor andere regio's

  • Heb het lef om je kwetsbaar op te stellen, ga je verdiepen in een ander en durf de samenwerking met alle  partners aan te gaan.
  • Realiseer een gedeeld urgentiegevoel op alle niveaus: operationeel, tactisch en strategisch. Dat is een belangrijke drager om tijdens het traject de energie erin te houden.
  • Besef: in trajecten als deze zet je twee stappen vooruit en dan weer één stap terug.
  • Daag jezelf uit om niet alleen vanuit een visie te werken, maar om ook concreet te worden: wat zijn de dingen die nodig zijn, wie moet wat bijdragen, wat gaat het ook kosten etc.
  • Durf te pionieren en te denken vanuit “wat zou kunnen zijn” en niet vanuit “wat is”.