De Zorg- en Veiligheidshuizen bestrijden, onder eenduidige regie, ernstige overlast en criminaliteit. Dat doen ze door samen te werken met tal van partijen in de regio, denk aan: politie, Openbaar Ministerie, GGZ instellingen en Veilig Thuis. Veilig Thuis is het wettelijke advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling. Het biedt slachtoffers, daders en omstanders deskundige hulp en advies.

In deze interviewreeks verkennen we hoe de Zorg- en Veiligheidshuizen en de Veilig Thuis-organisaties elkaar (nog) meer kunnen versterken.

portretfoto machteld beukema

We spraken deze keer met Machteld Beukema, hoofd Veilig Thuis Zuid Limburg, zij werkte eerder bij de politie.

Ervaring vanuit de politie inbrengen bij Veilig Thuis

“De afgelopen twintig jaar heb ik bij de politie gewerkt. Die ervaring is waardevol, omdat ik geloof dat Veilig Thuis meer en eerder kan opschalen aan de veiligheidskant. De afgelopen jaren had ik bij de politie de strategische portefeuille veiligheidshuizen en huiselijk geweld. Vanuit die rol heb ik deel uitgemaakt van verschillende stuurgroepen, waaronder de stuurgroep van het Veiligheidshuis Noord en Midden Limburg en in het kernteam veiligheidshuizen, het overkoepelende bestuurlijk overleg in Limburg voor de vijf veiligheidshuizen. Vanuit mijn politierollen ben ik dus ervaren in dit dossier. Des te leuker is het dat ik nu weer hoofd van een uitvoeringsorganisatie ben dat moet zorgen dat de samenwerking weer beter gaat lopen tussen Veilig Thuis en de veiligheidshuizen.”

Veilig Thuis kwam in 2017 volledig in haar rol

“Toen we de wettelijke taak kregen om Veilig Thuis in te richten was er terughoudendheid bij de veiligheidshuizen om het hele werkgebied over te dragen aan Veilig Thuis. Veilig Thuis zoals het landelijk bedoeld was kwam hier dus moeilijk van de grond. Op 1 januari 2015 moest er een Veilig Thuis – organisatie staan, maar omdat de bestuurlijke opdracht niet was gegeven hebben de veiligheidshuizen nog twee jaar lang alle meldingen van politie in behandeling genomen. Pas in 2017 is Veilig Thuis hier echt ontwikkeld zoals dat landelijk bedoeld was. Dat ging gepaard met heel wat hobbels en soms met minder vertrouwen richting Veilig Thuis. Gelukkig is dit anno 2020 anders.”

Veilig Thuis fors gegroeid en vooral naar binnen gericht

“In de beginjaren was Veilig Thuis vooral bezig de organisatie op te bouwen en dus meer intern gericht. We zijn ontzettend snel gegroeid van 15 collega’s naar 70 collega’s en hadden, net als veel Veilig Thuis – organisaties, te maken met wachtlijsten. Dat levert veel druk op. Onze organisatie was erg gericht op de werkvoorraad: alles moest worden weggewerkt. Veilig Thuis heeft veel extern personeel ingehuurd om voorraad weg te werken en er is onvoldoende gebouwd aan een eigen betrouwbare organisatie die ook openstaat voor de buitenwereld. Vertrouwen kwam moeizaam tot stand. Daar kwam vervolgens, terecht, kritiek op van de veiligheidshuizen en van gemeentes. We gooien het nu weer helemaal om en hebben letterlijk sinds afgelopen zomer de deuren geopend. We hebben korte lijntjes met de gemeentes om, als er een zaak binnenkomt, snel te bellen en af te stemmen.”

Mobiele nummers uitwisselen om uiteindelijk samen meters te maken

“Elke gemeente is anders georganiseerd, dus het is zaak om te weten wie je moet bellen bij welke gemeente en ook te investeren in die contacten. We horen bijvoorbeeld dat procesregisseurs van gemeenten en zorg- en veiligheidshuizen soms een strategisch melding doen bij Veilig Thuis. Een strategische melding is een melding die gericht op dat ogenblik wordt gedaan, zodat er actie van Veilig Thuis wordt ondernomen en zaken in gang worden gezet. Aangezien wij niet wisten dat er een hele wereld achter die melding zat, gaven we er niet de gewenste prioriteit aan. Simpelweg omdat niet met ons werd gecommuniceerd dat het ging over een strategisch tactische melding. Dat leidt, logisch, tot frustratie bij procesregisseurs. In de gesprekken daarover geef ik aan dat we vier gedragswetenschappers hebben. De gedragswetenschappers hebben zicht op de hele caseload. Van hen mag je verwachten dat ze op iets hoger abstractieniveau in de keten, los van al die individuele zaken, kunnen denken. We doen een warme oproep richting procesregisseurs: dit zijn de vier mobiele nummers van onze gedragswetenschappers, bel ze en zeg dan: ik heb een ellendig dossier, kunnen we samen een plan maken? En dan kan onze gedragswetenschapper zeggen: oké, dan geven we dat dossier prioriteit.”

De wereld iets simpeler maken en investeren in rolduidelijkheid

“Zuid-Limburg omvat zestien kleine gemeenten. De veiligheidshuizen zijn in deze regio een sterke bestuurlijke kracht, die hebben eigenlijk het meeste connectie en korte informatielijnen met de wethouders en met de burgemeesters. De drie veiligheidshuizen werken goed samen en zoeken elkaar actief op, maar ze moeten – denk ik – samen meer definiëren wat nou echt hun inhoudelijke bijdrage gaat worden. Is dat op verwarde personen, stalking en/of overlast gevende jeugd? Waar zit hun inhoudelijke meerwaarde? Tussen Veilig Thuis en de veiligheidshuizen zit overlap qua processen, de wijze waarop we procesregie voeren en doorbraken forceren, maar ik denk dat we elkaar inhoudelijk mooi kunnen aanvullen, waarbij Veilig Thuis – vind  ik – gaat over geweld en afhankelijkheid.”

Bouwen aan een 24/7-mentaliteit

 “In mijn beleving zijn alle partijen gezamenlijk – veiligheidshuizen, gemeenten, politie, GGZ, raad voor de kinderbescherming en Veilig Thuis – 24/7 verantwoordelijk voor alle casussen in onze regio. Dat betekent ook dat we zouden moeten zorgen voor een integrale crisisdienst. We hebben nu een crisisdienst ggz, een crisisdienst jeugd en een telefonische nachtbereikbaarheid bij Veilig Thuis, een van de wettelijke taken. Veilig Thuis gaat er ’s nachts niet op uit, dus als de nood hoog is wordt 112 gebeld of wordt – in geval van een jeugdige – de crisisdienst ingeschakeld. We zijn dus een onnodige filter én het ontbreekt aan integraliteit bij het oppakken van casussen in crisissituaties. Mijn wens is om de drie veiligheidshuizen onder één noemer onder te brengen en te bouwen aan een 24/7-mentaliteit. Dat houdt ook in dat met alle betrokken organisaties gekeken wordt naar welke meldingen er de afgelopen dag en nacht zijn binnengekomen en samen te bepalen wie wat gaat doen. Actief samenwerken kan geborgd worden in de uitvoeringsstructuur, bijvoorbeeld door het inrichten van multidisciplinaire centra.”

Belang van bestuurlijke samenwerking

“Het is zaak om niet onnodig veel overlegtafels op te tuigen. Dat geldt ook voor de bestuurlijke afstemming. Daarbij is het zaak dat burgemeesters en wethouders regelmatig met elkaar om tafel zitten en dat deze bestuurders wat breder gaan kijken. Daar is nog een wereld te winnen en zo lang die bestuurlijke afstemming er niet is probeer ik in de praktijk te organiseren dat een casus op de juiste tafel wordt geagendeerd en dat we van elkaar weten met welke casussen we aan de slag zijn. Het zijn heel vaak dezelfde gezinnen. Dan moet je gewoon in de uitvoering constateren dat je elkaar op moet zoeken.”

Gemeenten cruciale factor om werkvoorraad behapbaar te houden

“Elkaar in de uitvoering opzoeken betekent ook dat we als Veilig Thuis meer de regierol nemen. Dat houdt in dat we risicofactoren signaleren en een advies opstellen bij casussen en die meegeven aan sociale teams en hulpverleners. Bijvoorbeeld: elke middag als die man dronken uit de kroeg komt, dan moeten de kinderen bij oma zijn. Zo voorkom je dat, als die man agressief wordt, de kinderen in de buurt zijn. Als de gemeente er samen met het gezin niet uitkomt, kan er altijd weer met ons overlegd worden over wat wel zou kunnen slagen. En als blijkt dat het niet lukt om de adviezen toe te passen, dan kunnen we als Veilig Thuis ook overleggen met de hulpverlener: het is de zoveelste keer dat de kinderen toch op woensdagmiddag thuis zijn geweest, dat is niet de afspraak. Dat is de regierol en de monitoringsfunctie die Veilig Thuis neemt.”

Halvering van de wachtlijst

“Omdat wij nu veel meer en vooral ook eerder met gemeenten samenwerken is onze wachtlijst inmiddels gehalveerd. Alles werd getriageerd en we focusten op het doen van onderzoek, zonder dat actief de samenwerking met gemeenten werd gezocht. Als je hier alles vasthoudt gaat de wachtlijst heel erg oplopen. Dus omdat wij nu sinds de zomer de omslag aan het maken zijn zie je dat we onze achterstand inmiddels inhalen omdat we meer meteen delen.”

Ons doel is onszelf overbodig maken

“We investeren fors in de samenwerking met gemeenten. Misschien moet Veilig Thuis zich wel overbodig maken over een aantal jaren. Echter vind ik nog steeds dat het unieke van Veilig Thuis is dat we als enige zicht hebben op alle informatie in de regio en we leggen alles vast. Dat is in vergelijking met de voorgaande jaren toen VT er nog niet was een enorme kwaliteitsverbetering. Alle nieuwe informatie die bij ons binnenkomt wordt meteen getoetst aan alles in het systeem en bij ketenpartners. We hebben dus een belangrijke rol in de coördinatie van informatie in het hele domein van Geweld in afhankelijkheid. Er is nog veel werk aan de winkel. En het gaat langzamerhand beter om met alle zestien gemeenten op maat te werken, en gewoon te denken: gaan en samen stappen zetten.”