Werken aan de gezonde leefomgeving is behalve een inhoudelijke opgave ook een organisatorische opgave. Zoals in hoofdstuk 1 beschreven, is de gezonde leefomgeving een breed thema dat verschillende beleidsterreinen en thema’s raakt. Dit vraagt om samenwerking met verschillende afdelingen binnen uw gemeente. Maar ook om een goede externe samenwerking met partners van de gemeente en inwoners. In dit hoofdstuk worden handvatten gegeven voor interne samenwerking, externe samenwerking en inwonersparticipatie voor de gezonde leefomgeving.

2.1 Intern samenwerken aan de gezonde leefomgeving

Gemeenten geven aan dat het uitdagend kan zijn om de samenwerking tussen verschillende domeinen goed vorm te geven. Waar het tussen sociaal en fysiek domein vaak op vastloopt is taalgebruik. Zo betekent transformatie voor een adviseur wonen het veranderen van bijvoorbeeld een winkel in een woning, en betekent het voor de sociaal domein-adviseur misschien juist de beweging naar een ander soort zorg en ondersteuning. Ook budgetten (gebiedsgericht in het fysiek domein, individueel in het sociaal domein), mate van concreetheid, onbekendheid met elkaars werkwijze en gespreide verantwoordelijkheid spelen een rol.

We geven de volgende tips om de interne samenwerking goed vorm te geven.

Vanaf het begin samen vormgeven aan beleid, doelen en indicatoren

Begin met het in beeld brengen van de belangrijkste personen die actief zijn op aspecten die de gezonde leefomgeving raken. Denk aan collega’s bij milieu, gezondheidsbeleid, groen, welzijn en publieke gezondheid. Vorm daarmee een overleg en overweeg een domeinoverstijgend kernteam. Dit kan informeel of formeel. Werk eventueel met een stakeholdersanalyse. Neem de tijd om elkaar beter te leren kennen en elkaars taal te leren spreken.

Gebiedsgericht werken

Op gebiedsniveau komen opgaven uit het sociaal en fysiek domein bij elkaar. Door samen in te zoomen op een gebied, de opgaven die daar spelen en de oplossingen die daar succesvol kunnen zijn, wordt snel duidelijk hoe de domeinen elkaar raken. Dit is vaak eerst een puzzel, maar kan op termijn de samenwerking tussen fysiek en sociaal domein makkelijker maken.

Slim omgaan met budgetten

Zorg voor openheid over belangen en baten voor verschillende afdelingen bij de inzet van maatregelen, zeker wanneer de ene afdeling meer budget beschikbaar heeft dan het andere domein. Het gaat om voldoende budget, maar ook om het (op gebiedsniveau) koppelen van budgetten uit het sociale en fysieke domein. Subsidieprogramma’s als het GALA stimuleren dit. Het kan helpen een planeconoom te betrekken bij het opstellen van beleid en plannen, om goed naar bestaande budgetten en het koppelen hiervan te kijken.

Om integraal werken aan de gezonde leefomgeving makkelijker te maken, is ontschotting van (rijks)budgetten en (rijks)beleid nodig. Dit geldt ook voor lokale budgetten en lokaal beleid. Het ontschotten van budgetten voor de gezonde leefomgeving wordt nog weinig gedaan. Wel is er ervaring met het ontschotten van budgetten in de zorg en ondersteuning (Andersson Elffers Felix, 2021). Deze kennis kunt u meenemen als u budgetten wil ontschotten voor de gezonde leefomgeving. Houd er rekening mee dat het inzet kost om te beginnen met het ontschotten van budgetten, maar dat het daarna financiële voordelen kan bieden.

Kosten en baten gezonde leefomgeving in beeld brengen

Het is soms lastig om een zachte waarde zoals gezondheid in positie te brengen naast hardere (economische en/of financiële) waarden. Er zijn steeds meer tools beschikbaar die inzichtelijk maken wat investeringen in de gezonde leefomgeving (financieel) kunnen opleveren. Het Kenniscentrum Sport & Bewegen heeft bijvoorbeeld onderzoek laten doen door Mulier Instituut en Rebel, die de opbrengsten van sport en bewegen in kaart gebracht hebben. Voor Nederland in het algemeen geldt dat elke euro die in sport en bewegen wordt geïnvesteerd, de maatschappelijke opbrengsten 2,7 keer hoger zijn (Kenniscentrum Sport & Bewegen, 2022). In bijlage 3 vindt u verschillende andere bronnen en websites waar u hiervoor gebruik van kunt maken.

Gezonde leefomgeving opnemen in de begroting en planning en control cyclus (P&C-cyclus)

Met de P&C-cyclus wordt binnen uw gemeente de koers in de gaten gehouden. Dit moet inzicht geven in hoeverre uw gemeente de doelstellingen bereikt en welke (financiële) middelen daarbij nodig zijn. De gezonde leefomgeving kan binnen uw gemeente opgenomen worden als een budgetpost.

Samenwerken tussen beleid en uitvoering

De uitvoering (wijkprofessionals, beheer, handhaving, etc.) staat vaak dicht bij inwoners en weet beter wat er speelt, terwijl de afdeling beleid over het algemeen meer afstand heeft van de inwoners en het grote geheel overziet. Het is van belang dat de ervaringen van de uitvoering mee worden genomen in het maken van beleid, zodat problemen en uitdagingen die achter de voordeur spelen ook meegenomen worden. Verder is het belangrijk dat het beleid en de maatregelen die bij het beleid passen goed uitvoerbaar zijn. Ook daarom is het belangrijk om de uitvoering mee te nemen in het maken van beleid, zodat het tijdig naar voren komt als maatregelen niet mogelijk zijn of niet werken. Als blijkt dat beleid in de uitvoering niet werkt, kan het aangepast worden op basis van die ervaring.

Duidelijkheid over eigenaarschap

Een domeinoverstijgend onderwerp als de gezonde leefomgeving kent vaak veel probleemeigenaren in zowel het fysieke als het sociale domein. Hoewel het goed is als de opgave breed aandacht krijgt, helpt het als de verantwoordelijkheid en het eigenaarschap, zowel bestuurlijk als ambtelijk, op één plek liggen. Daarbij helpt het als er eerst bestuurlijk draagvlak en eigenaarschap is, van waaruit het ambtelijk eigenaarschap kan volgen. Kijk daarom waar en bij wie in de organisatie dit eigenaarschap het best belegd kan worden. Vragen als wie coördineert, monitort en aanspreekpunt is, moeten beantwoord worden voor het ambtelijk eigenaarschap. Zo is het duidelijk wie waar verantwoordelijk voor is.

Het is niet altijd mogelijk om de verantwoordelijkheid bestuurlijk bij één persoon te beleggen. Zorg dan voor bestuurlijk draagvlak, mensen die domeinen goed aan elkaar kunnen verbinden en een gesprek over eigenaarschap. Is er één wethouder portefeuillehouder voor de gezonde leefomgeving? Of is het een portefeuille-overstijgend dossier? Bij wie ligt de (eind)verantwoordelijkheid? Wie coördineert? Help geënthousiasmeerde bestuurders het verhaal te vertellen waarom inzet op een gezonde leefomgeving belangrijk is.

2.2 Extern samenwerken aan de gezonde leefomgeving

Als gemeente werkt u niet alleen aan de gezonde leefomgeving. Een belangrijke partner is de lokale GGD. De GGD ondersteunt en adviseert uw gemeente op het gebied van gezondheid. De GGD’en hebben een aantal taken volgend uit de Wet publieke gezondheid, zoals jeugdgezondheidszorg, medische milieukunde, infectieziektebestrijding, gezondheidsmonitoring en gezondheidsvoorlichting. Daarnaast doen ze vaak aan kennisontwikkeling en helpen ze gemeenten met onderzoek en expertise. Deze taken hebben in veel gevallen raakvlakken met het werken aan een gezonde leefomgeving. Het is dan ook van belang om de kennis en ervaring van uw GGD te betrekken in het vormen van beleid en de uitvoering.

Een andere belangrijke partner is de omgevingsdienst. De omgevingsdienst ondersteunt en adviseert inwoners en bedrijven op het gebied van milieu en zijn gespecialiseerd in milieutoezicht en handhaving op het gebied van veiligheid, luchtkwaliteit, geluid, energie, afval en bodem. De samenwerking tussen de gemeente en omgevingsdiensten is gericht op het verbeteren van de kwaliteit van vergunningverlening en het verbeteren van het toezicht en de handhaving van milieugerelateerde uitvoeringstaken.

Betrek ook overige partners in uw netwerk zoals kennisinstellingen, onderwijs en ontwikkelaars in de uitvoering om kennis uit te wisselen en te waarborgen dat het thema gezonde leefomgeving ook bij deze partijen onder de aandacht is.

2.3 Inwonersparticipatie

Geeft u inwoners en partijen een grote rol, kiest u ervoor om ze alleen te informeren of neemt u een positie ergens daartussenin? Om de mate en invulling van participatie te bepalen, kunt u gebruik maken van de participatieladder. Deze ladder bestaat uit zes treden: informeren, raadplegen, adviseren, coproduceren, (mee)beslissen en zelforganiseren. De keuze voor een bepaald participatieniveau werkt door in de keuze voor maatregelen. U bent als gemeente verplicht een participatieverordening te hebben, waarin de spelregels over participatie vooraf worden vastgesteld. Richt u bij een participatieproces voor de gezonde leefomgeving ook specifiek op maatschappelijke partners en groepen met een kwetsbare gezondheid, zoals ouderen, kinderen of mensen met lage inkomens. Het is tot slot belangrijk dat er in het participatieproces aandacht is voor inclusiviteit en toegankelijkheid voor iedereen.

Participatie is ook een belangrijke pijler onder de Omgevingswet. De Omgevingswet geeft aan dat er participatie moet plaatsvinden bij zowel beleidsvorming als planvorming. Er kan onderscheid gemaakt worden tussen participatie in de verschillende stappen van de beleidscyclus van de Omgevingswet [link naar webpagina met kader en figuur beleidscyclus]. In de beleidsontwikkeling en beleidsdoorwerking kunt u ideeën ophalen of in co-creatie een visie ontwikkelen. Vanuit de Omgevingswet geldt een motiveringsplicht bij de omgevingsvisie en het omgevingsplan. Het bevoegd gezag geeft aan hoe de participatie wordt vormgegeven. Bij de aanvragen van initiatieven en vergunningen geeft de initiatiefnemer aan of en zo ja hoe burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen betrokken zijn bij de voorbereiding van de aanvraag en wat de resultaten daarvan zijn. Dit legt zij vast in het participatiebeleid en in haar verordening kan zij verwijzen naar dit beleid. Verschillende participatieprocessen hebben een eigen doel, deelnemers en aanpak. De Inspiratiegids Participatie biedt praktijkverhalen, handreikingen en inzichten.