VNG Magazine nummer 1, 28 januari 2022
Tekst: Rutger van den Dikkenberg | Beeld: Shutterstock
Elke politieke partij heeft partijbeginselen. Maar op lokaal niveau kan het gebeuren dat raadsleden in hun afweging een voorstel dat die beginselen omarmt, niet steunen. Wat dan? De lokale context is minstens zo belangrijk, zeggen raadsleden en hoogleraar Marcel Boogers.
GroenLinksers zijn voor windmolens. D66’ers steunen de lhbti-gemeenschap. En VVD’ers zijn voor strenger handhaven. Het zijn standpunten die bij wijze van spreken vet onderstreept staan in de landelijke partijprogramma’s. Maar op lokaal niveau kan het gebeuren dat een fractie of individueel raadslid een eigen afweging maakt en tegen de ‘partijlijn’ ingaat. Wat dan?
In sommige gevallen leidt dat ertoe dat een raadslid uit de fractie wordt gezet. Dat overkwam in Veenendaal Hassan Saidi, toen nog van D66, vorig jaar. De democraten zetten zich sterk in voor gelijke behandeling van de lhbti-gemeenschap; het is een van de kernwaarden van de partij. Maar bij stemmingen over een regenboogzebrapad in de gemeente ging het mis, net als bij een motie over het hijsen van de regenboogvlag. Saidi stemde in beide gevallen tegen.
‘Ten eerste vraagt alle discriminatie onze volle aandacht en niet slechts de discriminatie van een bepaalde groep burgers,’ zei hij in juni in een stemverklaring: discriminatie treft ook inwoners met een niet-Nederlandse afkomst. ‘Ten tweede lossen we het probleem niet op door het hijsen van een vlag. Het hijsen van een vlag is symboolpolitiek. Daar doe ik niet aan mee.’ Afgelopen zomer kwam het tot een breuk met de fractie en Saidi leidt tegenwoordig een eenmansfractie. Hij wil desgevraagd niet meer op de kwestie ingaan: ‘Dat boek is gesloten.’
Gefronste wenkbrauwen
Zo heet wordt de soep vaak niet gegeten. Maar het leidt wel tot gefronste wenkbrauwen als raadsleden niet vol enthousiasme instemmen met een onderwerp dat de partij na aan het hart ligt. Raadslid Evelien Baudoin uit Maasdriel maakte het van dichtbij mee. De gezamenlijke fractie van PvdA en GroenLinks, waar zij als GroenLinkser deel van uitmaakt, werd met argusogen bekeken toen de partij kritisch was over de komst van drie windmolens in een polder langs snelweg A2. GroenLinksers, die zijn toch voor windmolens?
We moeten het goed regelen als mensen er onverhoopt schade van krijgen
Dat is ook zo, zegt Baudoin. Maar de omwonenden van het gebied maakten zich zorgen, en dus wilde ze niet rücksichtslos tekenen bij het kruisje. De polder waar de windmolens komen te staan, is een open gebied. Goed voor de wind, maar het betekent ook dat de molens al van verre te zien zijn. Buurtbewoners maakten zich zorgen over het uitzicht en de eventuele waardedaling van hun huis. En er zijn gezondheidszorgen: leidt de laagfrequente bromtoon van de windmolens niet tot een verstoring van de nachtrust? Baudoin: ‘Die effecten zijn nog niet bekend, dus ik vind die angst invoelbaar.’
De fractie stemde uiteindelijk in met de komst van het windmolenpark. ‘Tegenstemmen is voor mij nooit een optie geweest’, zegt Baudoin. ‘Ik wil dat die windmolens er komen. Maar ik vind ook dat we het goed moeten regelen als mensen er onverhoopt schade van krijgen.’
Samen op zoek
‘Het hoort bij het wezen van de lokale politiek,’ zegt hoogleraar Marcel Boogers van de Universiteit Twente, ‘dat er op gemeentelijk niveau soms afwegingen worden gemaakt die niet in lijn zijn met de landelijke partijlijn’. Boogers is gespecialiseerd in het lokaal en regionaal bestuur. ‘Je moet samen op zoek naar oplossingen die goed zijn voor de gemeente als geheel. Neem de VVD’er die als Tweede Kamerlid heel stoere standpunten verkondigt over langdurig werklozen. Als hij op lokaal niveau actief wordt, en oog in oog staat met deze mensen, gaat hij er toch anders mee om.’
Volgens Boogers is de lokale politiek veel pragmatischer en oplossingsgericht, en is er voor partijpolitiek minder ruimte. Dan gebeurt het soms dat raadsleden van de partijlijn afwijken. Het ligt vervolgens aan de partij hoe daarmee wordt omgegaan. De VVD is daar ‘heel liberaal’ in, zegt Boogers. ‘Er zijn VVD-fracties die voor het gedoogbeleid rond coffeeshops zijn, waar andere fracties juist tegen zijn.’ Andere partijen zijn wat dogmatischer, zoals de PvdA, D66, SP en GroenLinks, ziet hij.
Conflict
Een dergelijke worsteling op lokaal niveau kan leiden tot een conflict met de landelijke partij. In het debat in Zeewolde over de komst van een datacentrum voor Meta, het moederbedrijf van Facebook, speelde de PvdA-GroenLinks-fractie een sleutelrol. Die zorgde voor een meerderheid en de raad stemde in met de komst van het datacentrum. De landelijke GroenLinks-fractie, tegen de komst van het energieslurpende centrum, nam vervolgens afstand van de beslissing van de lokale afdeling. Boogers: ‘Lokale fracties zijn geen spreekbuis van de Tweede Kamerfracties, al denken Kamerfracties dat soms wel.’ De gezamenlijke fractie valt overigens na de verkiezingen uiteen: de PvdA gaat met Zeewolde Liberaal en BurgerBelang verder als Actief Zeewolde, zonder GroenLinks.
Bloemendalerpolder
Jan van der Does is raadslid en fractievoorzitter in Weesp, voor GroenLinks. Zijn fractie stemde in februari vorig jaar tegen de mogelijke komst van wind-molens in de Bloemendalerpolder, in het noorden van de gemeente. De procedure binnen de RES waarin de polder als zoekgebied werd ¬aangewezen, leidde niet tot ‘de gewenste betrokkenheid van bewoners’, zegt hij. Daardoor was het draagvlak bij omwonenden beperkt. De kwestie leidde tot het aftreden van partijgenoot Maarten Miner als wethouder, onder meer omdat de ‘eigen’ fractie kritisch was op zijn rol in het proces.
‘We zijn niet tegen windmolens’, zegt Van der Does, een jaar later. ‘Windenergie is op dit moment een van de meest efficiënte manieren om duurzaam stroom op te wekken.’ Hij wijst erop dat zijn partij in 2020 met D66 het plan steunde om in de Aetsveldsepolder, ten zuiden van Weesp, te onderzoeken of het mogelijk was om windmolens te plaatsen. Daar was in de gemeenteraad echter geen meerderheid voor.
Er zullen altijd tegenstanders van windmolens zijn
Maar de Bloemendalerpolder is ongeschikt als potentiële locatie voor windmolens, zegt Van der Does. In de polder, ingeklemd tussen de spoorlijn, het Amsterdam-Rijnkanaal, de Vecht en snelweg A1, is een woonwijk gepland. Alleen in de hoek in het noordwesten van de polder, langs de snelweg, zou ruimte zijn voor een windmolen, volgens Van der Does. En inwoners en toekomstige wijkbewoners waren nog niet op de hoogte van de mogelijke komst van windmolens in de polder, zegt hij. ‘Zelfs de projectontwikkelaar van de nieuwe wijk wist van niets.’
Doorgaan met het onderzoeken van een mogelijk windmolenpark in de polder zou ‘vanwege het draagvlak en de stemming in de raad’ een ‘zinloos traject’ zijn, en dus keerde ook GroenLinks zich tegen het plan.
Geen one-issuepartij
Politieke partijen zijn doorgaans geen one-issuepartijen, zegt hoogleraar Boogers. ‘Ze hebben verschillende uitgangspunten. Partijen als GroenLinks en D66 hebben ook standpunten over de lokale democratie. Ze willen inwoners zorgvuldig bij het proces betrekken. Dan moet je op lokaal niveau alle belangen afwegen, in de lokale context. Dan kan het gebeuren dat raadsleden tegen de komst van een windmolen zijn, ook al zijn ze van GroenLinks. Of dat een lokale fractie van een landelijke partij in Drenthe een andere afweging maakt dan in Den Haag.’
Dat ziet Van der Does uit Weesp ook. ‘Je moet als politiek het algemeen belang behartigen, maar ook zorgen dat je draagvlak kunt creëren’, zegt hij. ‘Er zullen altijd tegenstanders van windmolens zijn, daar maak ik me geen zorgen om. Maar je moet de mensen wel meenemen in het proces. Je moet het kunnen uitleggen. De partij staat ook voor nauwe betrokkenheid van burgers.’
Zowel Van der Does in Weesp als Baudoin in Maasdriel is niet gepusht door de landelijke partij om vooral in te stemmen met de komst van windmolens, zeggen ze. ‘We zijn geheel zelfstandig’, zegt Van der Does. Omdat de Weesper casus na het vertrek van de wethouder even landelijk nieuws was, is er wel overleg geweest met de partij. En ook met de GroenLinks-fracties in de omgeving was overleg, onder meer met die in Amsterdam. Weesp fuseert in maart, na de gemeenteraadsverkiezingen, met Amsterdam. ‘We wilden voorkomen dat we andere fracties in de problemen zouden brengen.’
Was een stem vóór in Weesp alsnog een optie geweest? Het zou kunnen, zegt Van der Does. ‘We hadden het best gewild, als het proces anders was gelopen en we eerder in gesprek waren gekomen over hoe om te gaan met de weerstand.’