VNG Magazine nummer 1, 28 januari 2022

Tekst: Rutger van den Dikkenberg | Beeld: Jiri Büller

De bedreigingen aan het adres van raadslid Loes ten Dolle zijn een uitvloeisel van een breder verschijnsel: het groeiende wantrouwen in de samenleving. Raadsleden moeten ook naar zichzelf kijken.
 

Loes ten Dolle

Elf doodsbedreigingen ontving Ten Dolle de afgelopen periode, naast talloze scheldpartijen. Ze kreeg landelijk veel bijval toen ze daarover in oktober in haar gemeenteraad aan de bel trok.
Ten Dolle (D66) is niet de enige die is bedreigd, bleek medio deze maand uit een peiling van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden (NVvR) en de NOS: 15 procent van de raadsleden ontving de afgelopen raadsperiode bedreigingen, drie keer zoveel als de periode daarvoor. Het ging haar niet zozeer om de bedreigingen zelf, al zijn die ‘niet tof’, maar om het verharde klimaat in de samenleving, waarin polarisatie al gauw op de loer ligt. Politici kunnen veel zelf doen, zegt ze, door in gesprek te blijven met mensen die het niet eens zijn met beslissingen, maar ook door onderling een beschaafd debat te voeren: niet op de persoon, maar op de inhoud.

Kunt u dat toelichten?
‘Het vertrouwen in de overheid is de laatste jaren verminderd. De tegenstellingen in de maatschappij worden steeds groter, tussen mensen die nog wel mee kunnen komen en mensen die dat niet meer kunnen. De overheid gaat soms te snel voor sommige groepen, en de taal die we gebruiken, snappen ze soms niet. Corona heeft versterkt dat die tegenstellingen aan de oppervlakte komen. Dat uit zich in wantrouwen richting de overheid. Dat vertrouwen krijgen we alleen terug als je weet waar het verloren is. En dat begint bij onszelf. Waar zijn wij de inwoners verloren? Hebben we niet goed gecommuniceerd, zijn participatietrajecten wel goed verlopen, en hebben we wel voldoende oog gehad voor de tegenstem? Pas als je dat weet, kun je weer gaan bouwen aan vertrouwen.’

Heeft u een antwoord op die vragen?
‘Ik denk dat we als overheid te vaak doordenderen en vergeten de mensen mee te nemen. Dat merk ik zelf weleens. Dan ben ik bezig met een raadsbesluit. Dat ziet er heel logisch uit, en het is goed voor het algemeen belang, dus doen. Maar hoe krijg ik de mensen uit de buurt mee? Zij moeten niet pas in de krant lezen dat er een besluit is gevallen over hun wijk. Het gaat om transparantie, dat begint bij een goed gesprek. Hier in Winterswijk kreeg ik boze mails van boeren. Ik ben op mijn fiets gestapt en naar hen toe gegaan. Dat waren inhoudelijk pittige gesprekken, maar daarna was de kou wel uit de lucht.’

Wat als inwoners dat gesprek uit de weg gaan?
‘Je moet het actief proberen. Als ze emotioneel zijn, dan kun je op dat moment vrij weinig doen. Maar je moet ze niet vergeten. Probeer het na twee maanden nog eens. Je moet inwoners niet wegstoppen omdat er niet mee te praten valt. Dat is met veel groepen wel gebeurd. Die mensen zijn nooit meer teruggehaald. Het is inmiddels een grote groep die zo het vertrouwen is kwijtgeraakt.’

U richt zich ook op de omgangsvormen in de raad? 
‘Ja. Het gevolg is dat inwoners boos worden omdat ze niet begrijpen wat er is gebeurd. Er zijn partijen die die boosheid overnemen. Het is heel makkelijk om elkaar als politici aan te pakken: jullie wethouder heeft dit geregeld, jullie zijn verantwoordelijk. Het leidt tot verharding van het debat, en als dat doorslaat is het een verdienmodel geworden om elkaar hard aan te vallen. “Die partij is dom, stem op ons”. Als inwoners dat zien, denken zij dat zij dat ook zo kunnen doen. We hebben een voorbeeldfunctie, maar daar zijn we ons niet allemaal even bewust van.’

We hebben een voorbeeldfunctie, maar daar zijn we ons niet allemaal even bewust van

U bent meerdere keren met de dood bedreigd. Wat voor berichten waren dat?
‘Dat wisselt. Soms gaat het om landelijk beleid, waar wij lokaal niets mee kunnen. Hier in de Achterhoek is de agrarische sector groot. De landelijke afdeling van D66 vindt daar wat van [de partij wil de veestapel halveren, red.]. Alleen al omdat ik raadslid ben van diezelfde partij, krijg ik dingen naar mijn hoofd geslingerd. Maar er is ook heel veel vrouwenhaat. Ik ben jong, vrouw, en als je dan ook nog een leuk make-upje op hebt, word je helemaal door de mangel gehaald. Hier in Winterswijk hebben we een dossier gehad over een industrieterrein. Ook daarbij heb ik heel veel bagger over me heen gekregen. Mensen denken dan dat we hebben ingestemd, maar dat hebben we helemaal niet. Het gaat helemaal niet meer over de inhoud.’

Wat doet dit met u?
‘Ik kan bedreigingen op sociale media op zich goed handlen, maar het is niet tof. En het is niet fijn als je op straat wordt uitgescholden. Het gaat onder je huid zitten. Als mensen mij op straat uitschelden, dan verwacht ik dat anderen die dat zien ingrijpen. Maar als je op Facebook mensen uitscheldt, gebeurt dat niet. Dat vind ik heel bizar.’

Beïnvloeden de scheldpartijen en bedreigingen de keuzes die u maakt?
‘Nee, ik zit er zonder last. Maar ik denk wel meer na over de organisatie. Als we een fysieke raadsvergadering hebben waarbij ik boze mensen verwacht, dan verwacht ik ook dat de gemeente een klimaat creëert waarin ik alles moet kunnen zeggen. Dat betekent soms dat er extra beveiliging is bij een vergadering. Gelukkig neemt de burgemeester dit serieus.’

Uw oproep kreeg veel bijval. U bent niet de enige die dit overkomt.
‘Ik denk dat er bij politici angst is om zich hierover uit te spreken. Mensen zeggen: “Je hebt zelf voor de politiek gekozen, dan hoort dit er wel bij.” Zolang we dat blijven zeggen, verandert er niets. Ik weiger te geloven dat het erbij hoort. Maar als je er wat van zegt, stel je je kwetsbaar op. Politici houden daar niet van.’

‘Ik weiger te geloven dat het erbij hoort’

De verkiezingen komen eraan, u bent opnieuw lijsttrekker. Enkele mensen die u benaderde voor de lijst bedankten omdat ze niet meer durven te zeggen dat ze lid zijn van een politieke partij. Lukt het dan nog om goede kandidaten te vinden?
‘Ja. Drie mensen wilden niet op de lijst, omdat ze zien wat je allemaal over je heen kunt krijgen. Of ze werken met agrariërs en vrezen dat ze hun bedrijf moeten sluiten als blijkt dat ze van D66 zijn. We hebben nu gelukkig goede nummers op plek 2, 3, 4 en 5, maar het is zorgelijk. Waar zijn we mee bezig als je geen leken meer kunt vinden voor een lekenbestuur, omdat ze verbaal afgemaakt worden als ze de politiek ingaan? En kunnen ze nog zonder last en ruggespraak spreken, of houden ze zoveel rekening met de bagger die volgt, dat ze niet meer vanuit de inhoud politiek bedrijven? Ik maak me daar echt zorgen om. Vooral in kleinere gemeenten, waar sowieso al weinig mensen politiek actief zijn, zal die ruimte er minder zijn. Iedereen kent elkaar in een dorp. Je moet sterk in je schoenen staan als het halve dorp over je heen valt.’

Vindt u het nog wel leuk, het raadswerk?
‘Ja. Anders zou ik niet doorgaan. Ik vind het ontzettend leuk, omdat ik zelf erg geloof in wat ik doe. Ik kan mezelf bij elk besluit in de spiegel aankijken. Zodra ik dat niet meer kan, stop ik ermee.’

Heeft u overwogen om te stoppen?
‘Daar heb ik weleens over nagedacht. Als er weer zo’n periode is, dan vraag ik me soms af waarom ik hier zit. Als iedereen alleen maar boos op me is, terwijl ik het goede wil doen voor het dorp, waarom zit ik er dan nog? Maar er is ook de andere kant: we leven in een democratie. Als mensen mijn idealen steunen, dan stemmen ze op mij. Ik heb mijn zetel eerlijk verdiend. Dat biedt mij de ruimte om dit te doen, en zolang ik er zelf in geloof, blijf ik het doen. Maar het kost soms belachelijk veel energie. Dat is zo jammer.’
 

Polarisatie

De verhoudingen in de maatschappij worden scherper. De komende tijd duikt VNG Magazine daarom in het thema polarisatie. Dit is artikel 1.