VNG Magazine nummer 1, 28 januari 2022

Auteur: Martiene Branderhorst

De inzet van data is een strategisch vraagstuk voor nu en de komende jaren. Het is zeker niet alleen een vraagstuk van de IT-afdeling. Het is iets dat op het hoogste niveau in het openbaar bestuur op de agenda moet staan: dus ook bij u als raadsleden.
 

Martiene Branderhorst

Er worden steeds meer data verzameld over burgers, maar burgers weten steeds minder over wat er nu gebeurt met de data die over hen verzameld worden en wat anderen ermee doen. De inzet van data is te vaak een black box en dat kan leiden tot digitale ontsporing.
We kennen allemaal de toeslagenaffaire, maar er zijn meer voorbeelden van ontsporing. Zo vertelde een gemeente enige tijd geleden tijdens een congres trots dat zij data van allerlei bronnen had geanalyseerd en ouders een brief gingen sturen als er een grote kans was dat hun kind over twee jaar zou gaan spijbelen. En vrij recent was er een behoorlijke opstand in een wijk waar de gemeente allerlei extra controles ging doen op basis van verzamelde data. Ze waren daar niet transparant over geweest en deze controles gebeurden in de ene wijk wel en in de andere wijk niet. 

De inzet van data is te vaak een black box

Menselijke duiding

Gelukkig zijn er ook voorbeelden dat het anders kan. Een gemeenteraad die samen met de wetenschap, ambtenaren, ondernemers en inwoners beginselen heeft opgesteld over hoe er met data gewerkt mag worden. Bijvoorbeeld: er mogen nooit besluiten genomen worden die de persoonlijke levenssfeer van burgers raken zonder menselijke duiding. Ook zie je in steeds meer gemeenten ethische commissies ontstaan die de inzet van data toetsen. 
Om datatechnologie op een verantwoorde wijze in te zetten, is verantwoording vragen en geven van groot belang. U als raadslid heeft daarbij een belangrijke rol. Allereerst door kaders te stellen: wanneer mag er wel en niet gestuurd worden met data en op welke wijze worden publieke waarden als transparantie, veiligheid, rechtmatigheid en privacy geborgd? Maar ook door als raadslid verantwoording te vragen aan het college over de inzet van data en technologie. Over de wijze waarop de gemeente zelf stuurt met data. Maar zeker ook hoe de gemeente al die gecontracteerde partijen toetst die voor de gemeente werken: hoe maken die partijen transparant wat ze doen met de verkregen data en welke aannames en algoritmes ze hanteren?

Worden persoonsgegevens goed beschermd en veilig beheerd?

Veilig beheerd

In het kader van goede verantwoording is het belangrijk om de juiste vragen te stellen. De Raad voor het Openbaar Bestuur heeft daarvoor een Data Debat Denkkader ontwikkeld. Voorbeelden van vragen die u kunt stellen, zijn: 

  • Zijn de gebruikte data actueel en betrouwbaar?
  • Worden persoonsgegevens goed beschermd en veilig beheerd? 
  • Welke aannames zijn gedaan bij het ontwikkelen van algoritmen en wordt hierover verantwoord? 
  • Vindt er automatische besluitvorming plaats op basis van algoritmen of vindt er ook een menselijke afweging plaats? 

U kunt het in uw gemeente ook structureler organiseren. Met het aanstellen van een bestuurder voor digitale zaken die in afstemming met de collega-bestuurders een data-agenda opstelt en verantwoording aflegt in een data-jaarverslag. Net zoals we voor de financiën een begroting en jaarverslag hebben, zouden we dat ook voor data moeten hebben. Met als doel de publieke verantwoording over sturen met data beter te organiseren en publieke waarden te waarborgen.

Martiene Branderhorst is lid van de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB).

Schrijf ook een betoog voor VNG Magazine: redactie@vngmagazine.nl