VNG Magazine nummer 11, 23 juni 2023

Tekst: Rutger van den Dikkenberg | Beeld: Jiri Büller

Als vicevoorzitter heeft Sharon Dijksma al een halfjaar volop meegedraaid in het VNG-bestuur. Op het jaarcongres van de VNG nam ze het voorzitterschap op zich. Haar boodschap: gemeenten mogen zich wel wat minder bescheiden opstellen.
 

Sharon Dijksma

Gemeenten, zegt Sharon Dijksma, ‘worden steeds krachtiger en invloedrijker’. De afgelopen jaren verschoof het zwaartepunt van het beleid steeds meer van de nationale overheid naar het lokaal bestuur. Kijk naar het sociaal domein, de Omgevingswet, de klimaataanpak. ‘Ook in het internationale discours zie je die verschuiving’, zegt Dijksma. ‘Instellingen als de Verenigde Naties kijken niet alleen maar naar nationale regeringen, maar ook naar de steden.’
Het was voor de burgemeester van Utrecht de reden om ‘ja’ te zeggen op het verzoek van VNG om zich kandidaat te stellen voor het voorzitterschap. ‘De VNG heeft een sterke traditie als vertegenwoordiger van de lokale overheid. Het voorzitterschap is een enorme kans om veel voor gemeenten te doen. Dat moet alleen wel onder de goede omstandigheden gebeuren. Als voorzitter wil ik er graag aan bijdragen om dat voor elkaar te krijgen.’
Toen ze in 2018 aantrad in Amsterdam had Dijksma al een lange loopbaan in de landelijke politiek achter de rug. ‘Het heeft mensen echt verbaasd dat ik in 2018 als oud-bewindspersoon wethouder werd in Amsterdam’, zegt ze daar nu over. ‘Ze bestempelden het als een degradatie. Ik heb dat altijd buitengewoon merkwaardig gevonden. Voor mij was het een volkomen natuurlijke overstap. En dat heeft echt te maken met de macht en de invloed van het lokaal bestuur. Je hebt direct invloed op het leven en de kansen van burgers. Dat wordt stelselmatig onderschat – overigens ook door de lokale overheden zelf.’

Het heeft mensen echt verbaasd dat ik wethouder werd

Waar komt die onderschatting vandaan?
‘We denken en opereren in het overleg met het rijk niet vanuit gelijkwaardigheid. Als je je te afhankelijk opstelt van je onderhandelingspartner, dan wórd je ook afhankelijk. Daardoor zijn we voor het rijk te vaak het uitvoeringsloket, in plaats van een gelijkwaardige partner. Aan die houding moeten we echt iets gaan doen, anders blijft het dweilen met de kraan open. Daarom ben ik zo blij met de nieuwe verenigingsstrategie. Daar hebben we best veel energie in gestoken. En natuurlijk zijn we met elkaar nog zoekende: hoe doe je dat nou op een verstandige en effectieve manier? En hoe doen we dat samen? Dat laatste is heel belangrijk. We zijn met 342 gemeenten, en iedereen is wat mij betreft even belangrijk en gewichtig. Maar we moeten de stap met elkaar zetten.’

Het mag wat minder bescheiden?
‘Ja. We maken vaak echt het verschil. Neem de coronaperiode. Aan de ene kant werden we gemeenten vaak onbedoeld het gezicht van de strenge maatregelen, aan de andere kant waren we het vangnet voor bedrijven en burgers die in de problemen kwamen. Gemeenten hebben massaal eigen beleid ontwikkeld om mensen te stutten. Daar praten we niet meer over, maar het is wel gebeurd. En neem de asielcrisis. Dat is een beleidscrisis die in Den Haag is ontstaan, maar die wordt opgelost door gemeenten. Die krijgen daar nu vaak de klappen voor, ten onrechte.’

U zei: we moeten het samen doen. Juist bij asiel is dat niet het geval. Er komt niet voor niets een spreidingswet aan.
‘De solidariteit is heel belangrijk, en het is best jammer dat die moet worden afgedwongen. We moeten het met elkaar doen.’

We moeten niet voortdurend maar afwachten wat er uit Den Haag komt

Uw voorganger Jan van Zanen noemde het onlangs in VNG Magazine een ‘fikse klus’ om al die gemeenten met elkaar te verbinden. U werd door de voordrachtscommissie geroemd als verbinder. Hoe gaat u het aanpakken?
‘Ik hoop dat ik dat kan waarmaken. Dat is in ieder geval wel mijn ambitie. Ik wil heel veel tijd investeren in de mensen, en gewoon luisteren naar wat er leeft. En dat geluid wil ik ook een plek geven in hoe we als bestuur opereren.’

Mark Boumans, de burgemeester van Doetinchem en op het congres gekozen als vicevoorzitter van de VNG, vindt dat kleine en middelgrote gemeenten een te kleine rol hebben binnen de VNG. Hoe kijkt u hiernaar?
‘Het is heel belangrijk dat het geluid van iedereen gehoord wordt. Ik ben zelf een geboren Groningse en heb 25 jaar in het oosten gewoond. Familieleden van mij wonen in kleinere gemeenten. Ik begrijp als geen ander hoe belangrijk het is dat we met oog voor het verschil juist niet vanuit een mal naar problemen kijken. De VNG moet alle leden vertegenwoordigen. Die verscheidenheid tussen de regio’s leeft ook enorm op dit moment. Het sijpelt dwars door alles heen. Ik hoop dat het niet leidt tot verdeeldheid, maar dat we juist als gemeenten laten zien dat we het samen doen en dat er voor polarisatie geen plaats is.’

Wat zijn voor de komende vier jaar uw speerpunten als voorzitter?
‘Dat zijn er een aantal, die ook terug zijn te vinden in de verenigingsstrategie. We moeten meer de regie pakken op wat wij inhoudelijk van belang vinden om bij te dragen aan de grote opgaven van deze tijd. Of het nou de energietransitie is, het bestrijden van kansenongelijkheid of iets anders. We moeten niet voortdurend maar afwachten wat er uit Den Haag komt, maar zelf met voorstellen komen, zeker omdat het kabinet het zelf heel moeilijk vindt om het land te regeren. We willen laten zien dat we onderdeel zijn van de oplossing in plaats van het probleem. Wij hebben de expertise op heel veel dossiers en staan dicht bij de burgers. We vertolken hun geluid en dienen hun belang. Zij hebben nog vertrouwen in de lokale overheid. Dat is een kostbaar iets, dat moet het kabinet zich aanrekenen. Dan moeten allereerst wel de omstandigheden worden gecreëerd om die stap naar voren te kunnen zetten. Dat kan niet zonder geld. 
‘Een ander speerpunt is de publieke dienstverlening. Onze burgers waarderen het als het contact met ons vrij rimpelloos verloopt. Alleen staat dat onder druk. Het wordt steeds moeilijker om goede arbeidskrachten te vinden en vast te houden. In onze strategie stellen we voor dat gemeenten ook op de arbeidsmarkt samenwerken. Kunnen ze een gezamenlijke arbeidspool vormen, waarmee ze een aantrekkelijke werkgever worden?’

De strategie gaat uit van sterke gemeenten. Wat is een sterke gemeente en wanneer ben je sterk genoeg?
‘Daar is niet één recept voor. Het gaat erom dat je voldoende in staat bent om datgene te doen wat van je verwacht wordt, op goed niveau. Het is heel belangrijk dat een gemeente in control blijft, op beleid en op de kwaliteit van de uitvoering. Daar worden we uiteindelijk op beoordeeld.’

U was staatsecretaris in Rutte-II. Dat kabinet bepleitte 100.000-plusgemeenten om de overheid krachtiger te maken.
‘Ik geloof daar niet in. Er zijn mooie voorbeelden van gemeentelijke samenwerking, ook in de regio waar ik burgemeester ben. Woerden en Oudewater hebben samen één gemeentelijk apparaat, maar zijn wel zelfstandig. Burgers merken nauwelijks wat er achter de schermen gebeurt. Er is dus meer mogelijk om de uitvoering te versterken, zonder dat daarvoor opschaling voor nodig is. Dat is een ouderwets recept.’

Op het jaarcongres werd een resolutie van het VNG-bestuur aangenomen waarin ingezet wordt op een ‘rechtvaardig, duurzaam en solide meerjarig financieel perspectief’. Hoe ziet dat eruit?
‘We lopen vanaf 2026 tegen een verschil aan van structureel 3 miljard euro. Dat leidt nu al tot forse problemen in de gemeentebegrotingen. De rekening komt uiteindelijk bij de burger terecht. Niet omdat wij dat willen, maar omdat we niet anders kunnen. Dat willen we graag voorkomen. En we zetten hier stevig op in. Want het gaat over de vraag onder welke omstandigheden wij in de komende tijd ons werk kunnen doen. Het rijk moet dat serieus nemen, anders ontstaat er een vertrouwenscrisis tussen overheden. Daarom heb ik op het VNG congres premier Mark Rutte opgeroepen aan tafel te komen. Dit is chefsache.’

Dit is chefsache

Op het congres werd gesproken over de optie om geen nieuwe akkoorden te sluiten met het rijk zolang de financiën niet geregeld zijn. Hoe gaat u hier vorm aan geven? 
‘Als je blaft, moet je ook bijten. Anders blijft het dreigement boven de markt hangen. Mijn strategie voor dit soort situaties is anders. Speak softly and carry a big stick. Ik voer liever een scherp debat. Het is evident dat als we zoveel minder middelen krijgen, we niet alles kunnen blijven doen. Daar moeten we met z’n allen goed over nadenken. Als ik door de VNG dat schaakbord word opgestuurd, wil ik graag vooraf weten wat de laatste zet is en welke alternatieve mogelijkheden er zijn om het potje te winnen. Al die stappen moeten we doorgronden. Ik wil wel in gesprek blijven. We kunnen nu wel voor een paar jaar met de armen over elkaar boos gaan zitten doen en de hele tijd roepen dat hullie in Den Haag het niet goed doen, maar daar schieten onze burgers geen mallemoer mee op.’

De druk neemt wel toe. Gemeenten moeten nu fors bezuinigen.
‘Ja, en dat is verschrikkelijk. Ik merk zelf in Utrecht hoe dat uitpakt. We zijn niet een heel armlastige gemeente. We hebben de jeugdzorg altijd kunnen doen binnen de financiering die we kregen, maar nu slaan de tekorten echt genadeloos toe. Er is bij mij dus geen gebrek aan motivatie om hiervoor het schaakbord op te gaan.’

Jan van Zanen zei ook: de tijdgeest is er voor gemeenten niet beter op geworden. 
‘Dat geldt niet alleen voor gemeenten, maar voor alle mensen die verantwoordelijkheid nemen in onze samenleving. Het geldt ook voor mensen die zich uitspreken controversiële onderwerpen. Dat gaat gepaard met een grote mate van bedreigingen. Daar maak ik me zorgen over. Neem nu weer het verhaal van burgemeester Liesbeth Spies van Alphen aan den Rijn, waar boze mensen aan de deur kwamen en haar dochters opendeden. Dat wil je toch niet? In wat voor land leven we? Dat soort situaties is schering en inslag, ik merk het zelf ook. Het weerhoudt mij nooit om me uit te spreken, maar het gezin betaalt daar wel een prijs voor.’

Minister Sigrid Kaag gaf in College Tour aan te twijfelen of ze nog politicus wil zijn vanwege de impact op haar gezin. Snapt u dat?
‘Ja, en dat snap ik heel goed. Het is fijn als het je lukt om er niet voor te zwichten. Want dan krijgen de mensen die bedreigen hun zin. Het zorgt er uiteindelijk ook voor dat mensen zich helemaal niet meer durven uit te spreken en dat mensen dit werk niet meer willen doen. Het overkomt niet alleen de landelijke bekendheden, maar ook wethouders en raadsleden die lokaal iets willen regelen. Je kunt het nooit iedereen naar de zin maken, daar gaat het uiteindelijk niet om. Het gaat erom het goede te doen voor het algemeen belang. Dat mag niet eindigen in dreigementen.’

Wie is...

Sharon Dijksma is de nieuwe voorzitter van de VNG. Ze is sinds december 2020 burgemeester van Utrecht. Daarvoor was ze twee jaar wethouder in Amsterdam. Tussen 1994 en 2017 was ze actief in de landelijke politiek. Ze was lid van de Tweede Kamer (PvdA) en drie keer staatssecretaris.