De jaarlijkse Global Goals Meet-up voor gemeenten draait om ontmoeting, inspiratie en verdieping. De meet-up was in 2022 weer live, in het VNG-kantoor in Den Haag. Dit pand is niet alleen hét huis voor Nederlandse gemeenten, maar ook Global Goals 11 huis en dus een zeer goede plek voor de Meet-up. Naast de plenaire inleiding was er keuze uit 8 thematische deelsessies.
Deze activiteit is mede gefinancierd vanuit de Europese Commissie en PLATFORMA.
Welkom en opening
Pieter Jeroense, plaatsvervangend. algemeen directeur van de VNG, heet alle deelnemers van harte welkom en in het bijzonder een delegatie uit Vlaanderen, die hier deelneemt via de Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten. Omdat VNG-voorzitter Jan van Zanen door familieomstandigheden verhinderd is, combineert Pieter Jeroense zijn welkom met delen van de openingstoespraak die Jan van Zanen zou hebben gehouden.
Pieter Jeroense constateert dat er diverse gemeenten vertegenwoordigd zijn die pas recent zijn toegetreden tot het Global Goals netwerk. Dat is een goede zaak. Het netwerk groeit nog steeds en we hopen dat met de installatie van de nieuwe gemeenteraden en de nieuwe colleges van BenW er nog weer nieuwe gemeenten zullen aansluiten.
De Global Goals vormen een belangrijke agenda, die goed uitdrukt hoe de grote opgaven van deze tijd met elkaar verbonden zijn. Opgaven op het fysieke, economische en sociale domein. Ze raken elkaar voortdurend, zoals de energietransitie, de stikstofproblematiek en de gevolgen ervan voor de bouwopgave, biodiversiteit, een gezonde leefomgeving, ongelijkheid, etc.
De 17 Global Goals moeten in hun onderlinge samenhang worden bezien, en alleen door samenwerking kunnen we effectief zijn: samenwerking tussen overheden, maar ook tussen gemeenten en maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven, onderwijs, etc. Actuele ontwikkelingen als de pandemie en de oorlog in Oekraïne laten bovendien zien hoe ‘lokaal’ en ‘mondiaal’, ‘binnenland’ en ‘buitenland’, met elkaar verbonden zijn. Ook dat is een belangrijk uitgangspunt achter de Global Goals.
Daarom heeft de VNG begin dit jaar, in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van maart, de oproep gedaan om de Global Goals te gebruiken als kompas bij de vorming van de nieuwe colleges van burgemeester en wethouders. We hebben nog niet in beeld hoeveel gemeenten die oproep gevolgd hebben. Daarvoor is in veel gevallen de collegevorming pas te recent, of zelfs nog helemaal niet, afgerond. Maar de voorlopige indruk is toch dat het belang van de integrale duurzaamheidsagenda, soms ook uitgedrukt in het begrip ‘brede welvaart’, in steeds meer gemeenten onderkend wordt. En dat is van belang, want de urgentie is groot.
Videoboodschap minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
In haar boodschap ging minister Liesje Schreinemacher in op het belang van de Global Goals voor gemeenten en omgekeerd: ‘Elk van de goals heeft directe links met uw dagelijkse werk, dus ik overdrijf niet als ik zeg: u bent onmisbaar bij het behalen van de SDG’s.’ Ze noemde onder meer het gebiedsgericht werken bij gemeenten, maar ook het maatschappelijk verantwoord inkopen, als voorbeelden van manieren waarop gemeenten op het lokale niveau het verschil kunnen maken. Dat doen gemeenten niet alléén, zo benadrukte ze ook: ‘We hebben véél te doen om de doelen te behalen. Samenwerken is daarbij de sleutel.’
Rondetafelgesprek
Een rondtafelgesprek sloot de plenaire openingssessie af. Hierin vulden verschillende perspectieven elkaar mooi aan:
- Wobine Buijs, burgemeester van Oss, met het gemeentelijk perspectief
- Sandra Pellegrom, nationale coördinator implementatie Global Goals, met het perspectief van de nationale overheid
- Judith Maas, directeur SDG Nederland, met het perspectief van de samenleving.
De gemene deler zit hem in woorden als ‘urgentie’, ‘noodzaak tot verdere verbreding en verankering’, ‘elkaar aanspreken en versterken’.
Wobine Buijs benadrukt hoe groot en urgent de duurzaamheidsopgave is en hoezeer veel vraagstukken met elkaar verbonden zijn. Inhoudelijk kunnen de Global Goals enorm helpen om samenhang te zien. Zelf gaat ze bij veel gemeentelijke vraagstukken de 17 doelen 1 voor 1 af, om te zien welke aspecten nog meer in het geding zijn. Dat levert goede inzichten op. Maar tegelijkertijd, zo stelt ze, gaat het niet om de Global Goals als zodanig; alleen al het feit dat het een Engelstalig begrip is, en dat ze van de VN komen, helpt niet om in gemeenten bestuurders en ambtenaren snel mee te krijgen. En het feit dat het ondersteunen van het Gemeenten4GlobalGoals netwerk binnen de VNG bij VNG International belegd is, is eigenlijk ook niet ideaal. Het zou heel nuttig zijn, om in elk van de VNG bestuurlijke commissies de vraag te agenderen hoe het betreffende beleidsterrein zich verhoudt tot de Global Goal- agenda, om zo een nog betere verankering te krijgen in de diverse beleidsteams.
Met een verwijzing naar de in mei gepubliceerde CBS Monitor Brede Welvaart & Sustainable Development Goals 2022 stelt Sandra Pellegrom dat Nederland op veel van de Global Goals in de goede richting beweegt. We doen in Nederland veel aan de SDG’s, al formuleren veel ministeries hun inzet niet altijd expliciet in termen van de Global Goals. En het is positief te zien dat zo breed in de samenleving de Global Goals-agenda wordt onderschreven. De inzet van gemeenten is daar een belangrijk onderdeel van. Rijk en gemeenten moeten samen optrekken. En dat gebeurt al jaren goed, bijvoorbeeld bij de nationale rapportage over de voortgang van de implementatie van de SDG’s, waarvan een apart hoofdstuk is gewijd aan de bijdrage van gemeenten, provincies en waterschappen.
Ook Judith Maas constateert een brede betrokkenheid bij de SDG’s, in het bedrijfsleven, in het (hoger) onderwijs, onder maatschappelijke organisaties, en blijkend uit veel lokale initiatieven. Veel van die organisaties zouden graag zien dat de overheid de Global Goals explicieter omarmt en een strategie uitwerkt om ze te realiseren. SDG Nederland ondersteunt dat van harte en brengt initiatieven bij elkaar. Voor het gemeentelijk niveau is een SDG-training ontwikkeld voor raadsleden en ambtenaren.
- Bekijk de training (YouTube)
Op nationaal niveau herkennen Judith Maas en Sandra Pellegrom ook het obstakel van de Engelstalige benamingen van de Global Goals of Sustainable Development Goals in de Nederlandse context. Zoals de ontwikkelingsdoelen bij VNG International liggen, vallen deze op landelijk niveau onder het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Dit is ontstaan door de internationale herkomst en het feit dat de doelen een wereldwijde agenda omvatten, maar inzet op lokaal niveau is van dusdanig groot belang dat bijna 70% van de doelen niet kan worden behaald zonder inzet van gemeenten. De behoefte wordt gedeeld om een nationale SDG-strategie te krijgen om de doelen te ontdoen van de misvatting dat ze een ver-van-mijn-bedshow zijn. Deze zal helpen om de lokale urgentie te benadrukken en een helder kader bieden voor implementatie op decentraal niveau.
Als afsluiting trekt Jules de Winter, stafmedewerker internationaal bij de VVSG, een korte vergelijking met de situatie in Vlaanderen. Hij ziet veel overeenkomsten met Nederland. Ook in Vlaanderen is er, tot spijt van velen, geen nationale strategie voor de implementatie van de SDG’s. Ook in Vlaanderen wordt vanuit gemeenten en maatschappelijke organisaties gevraagd om een kader vanuit de nationale overheid. Een coördinator van de SDG’s ontbreekt op dit moment nog, ‘'We zouden ze in Vlaanderen een 'Sandra Pellegrom' goed kunnen gebruiken', aldus Jules de Winter. De erkenning van de integraliteit van de duurzaamheidsagenda is een andere overeenkomst, net als het zoeken hoe dat concreet kan worden ingevuld.
Hoe gebruik je de Global Goals als kader voor lokaal beleid? Welke invullingen hebben andere gemeenten hieraan gegeven? In deze sessie werd ingegaan op praktische handvatten om in de eigen gemeente concreet aan de slag te gaan met de Global Goals, met bestaande en nieuwe materialen van de VNG, de VVSG en SDG Nederland en inzet van SDG-Trainees.
Sprekers: Jules de Winter (Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten), Cas Smitsmans (SDG-Traineeship) en Esmeralda Popkema (gemeente Súdwest-Fryslân)
Nieuwe tools en mogelijkheden
- De trainingsmodule voor raadsleden, beleidsmedewerkers en bestuurders van SDG Nederland is gelanceerd op de Meet-up, deze is gratis beschikbaar. Meld u hiervoor aan.
- De VNG heeft Sustainable Development Goalggles, een virtual reality spel over Global Goal 11, gelanceerd. Vraag het spel via GlobalGoals@vng.nl te leen om op een luchtige en speelse manier bewustwording te creëren over duurzame steden. Daarnaast is er recent een Global Goals dashboard gelanceerd om lokale vooruitgang op de doelen meetbaar te maken (zie sessie 5) én is de nieuwe handreiking Global Goals en Lokale Inclusie tot stand gekomen (zie sessie 4).
- Weinig capaciteit voor de Global Goals ambities? Het SDG-Traineeship heeft 2 rondes per jaar waar getrainde jongeren inzetbaar zijn voor versterking van gemeenten in hun Global Goals vraagstukken.
Alles dat je aandacht geeft groeit: de SDG’s in Súdwest Fryslân
Esmeralda Popkema heeft een duidelijke visie: als je wil dat er iets gebeurt, dan moet je er simpelweg bij zijn. Hoe we dat in Súdwest-Fryslân doen? Alles wat je aandacht geeft groeit, aldus Popkema. Getipt door een bewoner kwam zij voor het eerst in aanraking met de Global Goals tijdens een straatonderzoek voor de omgevingsvisie. Sindsdien houdt de gemeente er al rekening mee vanaf de beginfase van plannen. Vanuit de mienskip- (gemeenschap)gedachte geeft ze aan dat het belangrijk is om contact te zoeken met inwoners, de Global Goals gaan namelijk veel verder dan plannen in het gemeentehuis. Als je mensen van verschillende profielen bij elkaar brengt, binnen of buiten de gemeente heb je beter zicht op wat er lokaal speelt, én op wat je eraan kan doen.
De SDG’s in Vlaanderen
Ook in België wordt er hard gewerkt aan een duurzame toekomst. Jules de Winter (VVSG) vertelt: van de 300 gemeenten in Vlaanderen hebben 114 de engagementverklaring SDG’s ondertekend. 200 hebben de Global Goals geïntegreerd in hun beleidsplanningsproces, en na de verkiezingen hopen ze er nog meer te hebben. Veel Vlaamse gemeenten lopen tegen dezelfde vraagstukken aan als bij ons. Jules benadrukt dat de VVSG vele materialen heeft ontwikkeld die ook voor Nederlandse gemeenten van pas kunnen komen. We moeten elkaar versterken en kennisuitwisseling over de grens stimuleren. Interne sensibilisering is vaak de eerste stap om bij te dragen aan bewustwording en enthousiasmering, wat ervoor zorgt dat de SDG’s worden opgenomen in beleid.
SDG-Traineeship
Bij het SDG-Traineeship gaan studenten in teams van 5, 1 dag per week voor 15 weken aan de slag binnen een organisatie. Cas Smitsmans van het SDG-Traineeship deelt hoe trainees zijn ingezet voor het opstellen van een SDG Raadsprogramma in Amstelveen, een visie hebben geformuleerd voor draagvlak voor de SDG’s in Renswoude en een nulmeting gemaakt en Global Goals ambassadeurs aangesteld in Soest. Smitsmans adviseert het aanstellen van een kwartiermaker voor het bewaken van cohesie tussen verschillende beleidsterreinen om intern en extern uit te dragen. Het traineeship adviseert:
- Doe een nulmeting (interviews met burgers/raadsleden)
- Koppel beleidsterreinen en bestaande strategische modellen aan de Global Goals
- Maak selectie van relevante indicatoren een focus
- Betrek inwoners, maatschappelijke organisaties en bedrijven bij implementatie van de plannen
Hoe helpen de Global Goals lokale democratie te verbeteren? En hoe is lokale democratie van belang voor het behalen van de Global Goals in 2030? In deze deelsessie werden deze vragen vanuit verschillende invalshoeken besproken. Er zijn namelijk diverse ingrediënten nodig voor het vormgeven van duurzame lokale democratie, zoals samenwerking tussen inwoners en bestuurders en een integrale visie op burgerparticipatie. De Global Goals zijn als integraal beleidskader een hulpmiddel hiervoor.
Sprekers: Ida Simonsen en Mena Leila Kilani (SDG Nederland), Bas Verdoorn en Hak van Nispen (De Groene Uitdaging, Teylingen), Marit Baelus (Kindergemeenteraad in Brasschaat, België)
Jongerenparticipatie bij SDG Nederland
Ida Simonsen en Mena Leila Kilani vertellen hoe SDG Nederland maatschappelijke initiatieven over de SDG’s ondersteunt door het hele land. Jongerenparticipatie is daar een belangrijk onderdeel van. Jongeren worden namelijk nog te vaak gezien als de generatie van de toekomst, terwijl zij eigenlijk de ervaringsdeskundigen van nu zijn. Jongerenparticipatie wordt vaak niet goed georganiseerd. Door vooraf heldere verwachtingen te schetsen, achteraf terug te koppelen, en jongeren financieel te vergoeden voor het werk dat zij verrichten, kan jongerenparticipatie een effectief onderdeel worden van het participatiebeleid.
Duurzaam platform De Groene Uitdaging
Lokale democratie draait om meer dan alleen stemmen. Om inwoners te betrekken bij duurzaam beleid moeten gemeenten de taal van burgers spreken en bestuurlijk jargon vermijden. Bas Verdoorn en Hak van Nispen vertellen over De Groene Uitdaging, een duurzaam platform voor, door en met inwoners van de Duin- en Bollenstreek. Dit platform ondersteunt gemeenten door duurzaamheidsbeleid met herkenbaar taalgebruik en goede communicatie onder de aandacht van burgers te brengen. Zo zijn zij een actief communicatiekanaal waardoor inwoners en de overheid elkaar makkelijker vinden, en effectiever samenwerken voor verduurzaming.
Kindergemeenteraad in Brasschaat
Marit Baelus vertelt over de kindergemeenteraad als traditie in Brasschaat. Kinderen van basisscholen kunnen worden verkozen, maken zich de Global Goals eigen en bedenken welke acties ze daarbij willen uitvoeren. Het blijkt echter wel een uitdaging te zijn om bestuurders hier actief bij te betrekken en adviezen van de kindergemeenteraad ook echt in de politiek over te nemen. Een betrokken wethouder is hiervoor van grote invloed.
Manifest jongerenparticipatie ‘MijnStemTelt’
Moderator van de sessie Frank Speel (VNG Lokale Democratie) brengt het manifest #MijnStemTelt onder de aandacht. Dit manifest is bedoeld om ongehoorde jongeren een stem te geven. 6 gemeenten ondertekenden dit manifest als eerste: Etten-Leur, Groningen, Heerhugowaard, Heerenveen, Kerkrade en Urk. Bij deze gemeenten ontstond er enthousiasme bij jongeren en lokale politici om met dit manifest de handen uit de mouwen te steken. Het manifest roept gemeenten op om de stem van jongeren serieus te nemen, met participatie van jongeren te durven experimenteren en hen vertrouwen te geven.
Dialoog tijdens de sessie
In verschillende gemeenten leeft de vraag hoe de Global Goals nu echt concreet onderdeel kunnen worden van het beleid, als het gaat om burgerparticipatie. Tevens is het voor veel gemeenten lastig om contact te leggen met jongeren. Uit het gesprek bleek wel dat de Global Goals het integrale perspectief bieden dat nodig is om inwoners, en jongeren, effectief te betrekken bij besluitvorming. Er is namelijk niet alleen een stembiljet of een enquête nodig. Gemeenten moeten ook nadenken over de toegankelijkheid en begrijpelijkheid van de communicatie, de samenwerkingsverbanden met maatschappelijke organisaties en inwoners die nodig zijn, en de financiële mogelijkheden van jongeren om veel tijd te besteden in een jongerenraad. Kortom, duurzaamheid kan pas echt effectief tot stand komen als het de overheid lukt om een samenwerkingspartner van de burger te worden.
De grote vraag van deze deelsessie is hoe de beleidsopdracht circulaire economie kan worden ingevuld. Dit is een enorm breed vraagstuk, en in deze sessie komen verschillende sprekers aan het woord die vanuit verschillende invalshoeken laten zien hoe zij bijdragen aan de invulling.
Sprekers: Reinier Guijt (Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat), Edwin Teljeur (City Impact Ondernemen), Marc Neijmeijer (Decomissioning NL) en Erik van der Veen (Werkleerbedrijf Lucrato)
Werk aan de winkel
Mark van Waas (VNG Team Leefomgeving) opent de sessie en vertelt dat er soms een mismatch ontstaat tussen de VNG-ambities en de capaciteit die nodig is om deze grote opgave goed te kunnen vervullen. Dit probleem wordt veroorzaakt door de vrijblijvendheid van het Grondstoffenakkoord. Dit Grondstoffenakkoord, een intentieovereenkomst tussen de rijksoverheid en andere partijen over het duurzaam gebruik van grondstoffen, mist duidelijke richtlijnen en handvaten om hiermee aan de slag te gaan. Hoewel het akkoord duidt dat er in 2030 nog maar de helft van de huidige grondstoffen gebruikt mogen worden, wordt er vanuit de verschillende betrokken partijen weinig actie ondernomen. Dit gebrek aan sturing zorgt ervoor dat iedereen nog zoekende is naar zijn rol, het capaciteitsprobleem woedt ook bij gemeenten zelf. Met andere woorden: het bereiken van een volledig circulaire economie is nog een enorme opgave. De SDG’s bieden hierbij wel houvast, vooral Eerlijk Werk en Economische Groei (SDG 8) en Verantwoorde Productie en Consumptie (SDG 12) passen goed op het thema circulaire economie. Om een volledig circulaire economie te bewerkstelligen zijn ontzettend veel verschillende partijen nodig die zich bezighouden met het verduurzamen van verschillende fases in het productieproces.
Maatschappelijk Verantwoord Inkopen
Een van hen is Reinier Guijt. Hij houdt zich bezig met maatschappelijk verantwoord inkopen (MVI). Volgens hem is het belangrijk dat er al eerder in de beleidsfase rekening wordt gehouden met circulair inkopen, zodat hierop ingespeeld kan worden. Om de ontwikkeling van MVI te stimuleren zijn er 3 instrumenten bedacht:
- Buyer groups: Vereniging van inkopers die samen kijken hoe de grondstoffenstroom geoptimaliseerd kan worden op een circulaire manier. Deze buyer groups zijn actief in verschillende sectoren. Lees meer
- CO2-Prestatieladder: Dit is een CO2-managementsysteem dat helpt om inzicht te krijgen waar in het productie- of inkoopproces CO2 bespaard kan worden.
- Manifest Maatschappelijk Verantwoord Opdrachtgeven en Inkopen (MVOI): Het doel van het Manifest MVOI is het verbinden van overheden en andere partijen en het stimuleren van ambitieus maatschappelijk verantwoord opdrachtgeverschap en inkopen. Helaas wordt het manifest te vaak wel ondersteund door gemeenten, maar wordt er daarna niets mee gedaan.
Democissioning NL
Meer op het einde van de cyclus in circulaire economie is een bedrijf actief dat zich bezighoudt met het digitaal ondersteunen van de ruiming van boorputten voor fossiele brandstoffen: Decomissioning NL van spreker Marc Neijmeijer. Wereldwijd moeten 2 miljoen gas-/olieputten opgeruimd worden, maar hoe doen we dit snel en betaalbaar? De kostenpost ligt bij oliemaatschappijen, met als gevolg dat het opruimen niet gebeurt. Het niet dichten van deze putten betekent grondwatervervuiling en oppervlaktevervuiling, onder andere. Hoe kunnen deze oude installaties ingezet worden om nieuwe duurzame alternatieven te realiseren? Bij zijn bedrijf kijken ze welke aanpak het meest aantrekkelijk is.
‘Wij zijn als katalysator actief zodat we oliemaatschappijen, aannemers en overheden kunnen ondersteunen met onze software.’ De SDG’s worden hierbij ingezet als overtuigingsmiddel, maar geld speelt echter ook een grote rol. ‘Het is onze missie om klimaat en besparing aan elkaar te koppelen. Optimalisatie vooraf kan tot grote voordelen leiden, maar het gaat hierin vooral om het bouwen van vertrouwen. Er moet nog bewustwording gecreëerd worden zodat gemeenten zich realiseren dat hier winst gehaald kan worden. Vanuit de SDG’s er is ook geen verplichting om putten op te ruimen, er zijn geen incentives.
Erik van der Veen herkent zich in dit gebrek aan draagkracht binnen gemeenten. Circulair bouwen is iets duurder, daardoor willen sommige gemeenten hier niet aan beginnen. De SDG’s zouden ingezet kunnen worden als drijfveer zodat er door gemeenten aan de toekomst gedacht wordt met het oog op demontabel bouwen. Een gemeente kan door het stimuleren van de inclusieve circulaire economie, ook door gebruik te maken van de intrinsieke motivatie van het bedrijfsleven, later veel CO2 en geld besparen
Een inclusieve, toegankelijke en duurzame wereld voor iedereen, daar willen we naartoe. De VNG werkte met een aantal gemeenten een routekaart uit om met de Global Goals te werken aan de Lokale Inclusie Agenda. Annette Bombeke en Rinske van Duifhuizen leggen in hun presentaties uit hoe deze routekaart eruit ziet en hoe deze in praktijk kan worden toegepast.
Sprekers: Annette Bombeke (Lokale Inclusie Agenda, gemeente Rotterdam), Rinske van Duifhuizen (Ieder(in), projectleider Inclusie gemeente Waalwijk, voorheen Gooise Meren)
Routekaart voor inclusief beleid in Rotterdam
Manon Braber (Projectmedewerker Iedereen doet mee, VNG Connect) opent de deelsessie door de sprekers en het thema van de sessie te introduceren. In haar presentatie ‘Lokale Inclusie & SDG’s’ bespreekt Annette Bombeke de brede visie van de gemeente Rotterdam, waar inclusie op alle verschillende lagen van het gemeentebeleid wordt meegenomen. Dit betekent dat inclusie bijvoorbeeld bij inspreekavonden voor de gemeente wordt meegenomen, en ook bij de communicatie vanuit de gemeente richting de inwoners, de wervingsprocedure voor functies binnen de gemeente en diversiteit op de werkvloer. Daarna volgde uitleg over hoe de verkenning en bewustwording over de SDG’s gevoerd werden in Rotterdam en hoe de SDG’s vervolgens verankerd zijn in het beleid. De gemeente heeft een routekaart uitgestippeld die beschrijft hoe dit proces eruit ziet, verdeeld in 3 fasen:
- betrek de juiste mensen
- ga aan de slag
- zorg voor blijvende verbindingen
Een kopie van de routekaart, met nadere toelichting voor elk van deze stappen, is gedeeld met de deelnemers, en is terug te vinden in de presentatie van de deelsessie (pdf, 889 kB).
Lokale Inclusie Agenda: Ervaringen uit Gooise Meren en Waalwijk
Rinske van Duifhuizen geeft een presentatie over de Lokale Inclusie Agenda. Sinds 2016 zijn alle gemeenten in Nederland verplicht een plan op te stellen waaruit blijkt hoe de gemeente het ‘VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap’ lokaal gaat uitvoeren. Gemeenten moeten duidelijk omschrijven welke verbeteringen en doelen ze gaan realiseren, en daarbij aangeven binnen welke termijn dat gaat gebeuren. Het uitgangspunt van het VN-verdrag is: niets over ons zonder ons (Noozo), wat inhoudt dat ervaringsdeskundigen moeten worden betrokken bij de vorming van beleid over inclusie van mensen met een beperking.
Van Duifhuizen legt uit hoe ervaringsdeskundigen betrokken kunnen worden bij het maken van beleid over inclusie en bespreekt de verschillen tussen de gemeenten Gooise Meren en Waalwijk bij de totstandkoming van de Lokale Inclusie Agenda’s. Op basis van deze voorbeelden heeft ze een aantal tips gegeven over hoe de Lokale Inclusie Agenda succesvol geïmplementeerd kan worden. Deze tips zijn:
- formuleer heldere prioriteiten
- zorg voor draagvlak binnen de gemeente
- werk samen met relevante organisaties op voet van gelijkheid
- faciliteer ervaringsdeskundigen
- zorg voor een coördinator/aanjager op het thema inclusie binnen de gemeentelijke organisatie
Inclusie vs. diversiteit?
Vanuit de deelnemers heerste een vraag met betrekking tot de definitie van de term inclusie, aangezien in met name België vooral de term diversiteit in gebruik is voor vergelijkbare beleidsregels. Rinske van Duifhuizen legt uit dat er niet een sluitende definitie bestaat. In het kort betekent inclusie dat iedereen mee kan doen. Annette Bombeke voegt daaraan toe dat vanuit de gemeente Rotterdam vooral gedoeld wordt op het creëren van een uitnodigende, toegankelijke en bereikbaar stad. Daarnaast richt de discussie in de deelsessie zich op het gebruik van percentages wanneer gecommuniceerd wordt over gemarginaliseerde groepen in de samenleving. Deze kunnen helpen om de situatie beeldend te maken voor mensen die niet bekend zijn met de omvang van deze groepen (in het bijzonder het aandeel mensen dat leeft met een beperking). Tegelijkertijd wordt ook benadrukt dat het belang van inclusie niet zou moeten afhangen van de groepsgrootte en het gebruik van percentages is daarom arbitrair.
Het implementeren van de Global Goals op gemeentelijk niveau is 1 opdracht, maar hoe zorg je er als gemeente voor dat je kunt monitoren hoe uw gemeente presteert op de Global Goals? In deze sessie gaven Ellen van Reesch en Mark Knops praktische voorbeelden hoe je als gemeente voortgang op de Global Goals kunt meten.
Sprekers: Ellen van Reesch (SDG Spotlight Rapportage) en Mark Knops (Waarstaatjegemeente.nl / VNG Realisatie).
Monitoren van SDG’s op nationaal niveau
Arthur Wiggers (adjunct-directeur VNG International) en Ellen van Reesch openen de deelsessie met een blik op bestaande nationale monitoren van de SDG’s, zoals de Monitor Brede Welvaart & de SDG’s van het CBS, de Zesde Nationale SDG Rapportage van de rijksoverheid en de SDG Spotlight Rapportage. Waar de eerste 2 slechts een kwalitatieve en kwantitatieve weergave zijn van hoe Nederland zich de afgelopen jaren heeft ontwikkeld op het gebied van de SDG’s, geeft de SDG Spotlight Rapportage een kritische blik op de Nederlandse prestatie op de SDG’s zelf. Hierbij is gekozen voor een focus op 2 SDG’s: Ongelijkheid verminderen (SDG 10) en Leven op het land (SDG 15). Voor elk van de subdoelen van deze SDG’s maakt het rapport een analyse. De hieruit voortkomende rapporten bevatten een aantal belangrijke bevindingen en geven overkoepelende aanbevelingen.
Waarstaatjegemeente dashboard
Hierna geeft Mark Knops een introductie van Waarstaatjegemeente, een platform waar data voor, van en over gemeenten zijn gebundeld en gepresenteerd in verschillende thema’s. Steeds meer gemeenten erkennen het belang van de SDG’s en zetten hier actief op in bij het maken van beleidskeuzes. Met het oog hierop heeft de VNG de Global Goals datatool ontwikkeld. Met een selectie van relevante indicatoren voor de Nederlandse gemeentelijke context is het doel van deze datatool dat alle Nederlandse gemeenten toegang hebben tot heldere data om progressie op de duurzame ontwikkelingsdoelen te monitoren. De volledige basisset van indicatoren met bronvermelding is openbaar verkrijgbaar via de website. De pagina SDG’s bevat een overzicht van beschikbare data met betrekking tot de verschillende SDG’s. Voor elk van de SDG’s is hier een lijst met indicatoren aangehouden. Gemeenten kunnen deze gebruiken gemeenten bij het opstellen van een monitor of vergelijkbare programma’s. Ook de lijst van Ellen van Reesch is hier terug te vinden, waarin verder ingegaan wordt op de specifieke indicatoren voor het meten van de SDG’s. De website biedt verder nog de mogelijkheid om de informatie op allerlei verschillende manieren te presenteren aan de bezoeker, bijvoorbeeld via grafieken en tabellen.
Discussie
De discussie in deze deelsessie richt zich met name op de soms verouderde data op de website van Waarstaatjegemeente. Mark Knops erkent dit probleem. Hij geeft aan dat dit komt doordat de website afhankelijk is van andere openbare databronnen (met name het CBS). Daardoor is het lastig om de data op de website altijd even recent te houden. Enkele gemeenten hebben al gebruikt gemaakt van het dashboard en de indicatoren om hun eigen monitoringsplatform op te zetten, zoals Utrecht en Rotterdam. Kleinere gemeenten vinden dit vaak lastig, omdat zij niet de capaciteit hebben om zelf een soortgelijk dashboard te realiseren.
‘Samen sta je sterker’ is een motto dat ook geldt als het gaat over de Global Goals. In deze sessie deelden 2 ervaringsdeskundigen hun verhaal over hoe gemeentes en partners krachten kunnen bundelen om meer te bereiken. Maar waarom is juist de regio zo’n goed uitgangspunt als het gaat om samenwerking op de Global Goals?
Sprekers: Frank Landman (Everlast Consultancy) en Jose Tiessing (WerkSaam Westfriesland)
Een regio is bij uitstek een uitgangspunt voor regionale samenwerking op de Global Goals:
- Er ligt vaak al gezamenlijke infrastructuur
- Er is een gezamenlijke cultuur die verbindt
- Er zijn vaak al gezamenlijke doelen afgesproken voor de regio
- De regio is een brede vertegenwoordiging van zowel bedrijfsleven, onderwijs, lokale overheid en maatschappelijke partijen
De Achterhoek als SDG-regio
Frank Landman, directeur bij Everlast Consultancy, presenteert tijdens deze deelsessie zijn ervaringen als consultant in de SDG-regio Achterhoek. In juni 2021 ondertekenden commissaris van de koning in Gelderland John Berends en de voorzitter van de Achterhoek Board Mark Boumans een intentieverklaring om van de Achterhoek de eerste SDG-regio in Nederland te maken. Hiermee spraken zij af de SDG’s toe te passen als afwegingskader in de onderbouwing voor toekomstige beleidskeuzes voor de Achterhoek.
Vanuit Everlast Consultancy houdt Frank met alle gemeentes in de bestuurlijke regio Achterhoek afzonderlijk een ambitie-inspiratiesessie om te bespreken hoe de gemeentes de regionale SDG-ambitie kunnen invullen. Daarnaast heeft Frank in samenwerking met de Achterhoekse Raad gekeken naar de koppeling van de SDG’s binnen de Achterhoek Visie 2030, hét kompas om de Achterhoek te laten excelleren als prachtige, gezonde woon- en werkomgeving met een bloeiende en innovatieve economie die ook rekening houdt met de toekomst.
De Global Goals bij WerkSaam Westfriesland
Vanuit WerkSaam Westfriesland was Jose Tiesing aanwezig. Als uitvoerder van de Participatiewet namens de 7 Westfriese gemeenten is WerkSaam vanaf september 2021 aangesloten bij de Gemeenten4GlobalGoals campagne van VNG International. In het werk dat WerkSaam doet, namelijk het begeleiden van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt op weg naar werk, dragen zij actief bij aan meerdere SDG’s: Geen armoede (SDG 1), Eerlijk werk en economische groei (SDG 8), en Partnerschap om doelstellingen te bereiken (SDG 17). Deze doelen zijn vertaald naar kritieke prestatie-indicatoren, zodat vooruitgang zichtbaar is. Ook intern levert WerkSaam een bijdrage aan 4 andere doelen: Goede gezondheid en welzijn (SDG 3), Ongelijkheid verminderen (SDG 10), Verantwoorde consumptie en productie (SDG 12) en Klimaatactie (SDG 13).
Tips voor succes
Vanuit de deelnemers heerste vooral de vraag wat volgens Frank en Jose de succesingrediënten zijn voor een welvarende samenwerking op regionaal niveau. De tips die zij mee gaven zijn:
- Intrinsieke motivatie van betrokken bestuurders
- Communicatie en storytelling, zodat andere mensen concrete voorbeelden hebben en ook enthousiast gemaakt kunnen worden
- Collectief leiderschap
Ruim 100 gemeenten hebben zichzelf uitgeroepen tot Global Goals-gemeente. De uitdaging is om niet alleen gemeentelijk beleid vorm te geven met behulp van de SDG’s, maar ook om samen met burgers en externe partners te kijken hoe de SDG’s kunnen helpen naar een duurzamer Nederland. In deze deelsessie staat de Nationale Pilot Primair Onderwijs & Global Goals centraal. Hoe kunnen de Global Goals opgenomen worden in het onderwijscurriculum?
Sprekers: Ronald van der Hijden (directeur Landelijk Beraad Stedenbanden Nederland – Nicaragua (LBSNN)), Patricia Gielen (beleidsadviseur onderwijs gemeente Tilburg), Annika van Veen (adviseur duurzaamheidseducatie gemeente Leiden), Roger Thomassen (Stichting Kom Leren en MosaLira Maastricht)
Global Goals in Lokaal Educatieve Agenda
Een groeiend aantal docenten en directeuren in primaire onderwijsscholen (PO-scholen) gaat met de Global Goals aan de slag. Dit zijn echter vooral losse projecten en initiatieven die afhankelijk zijn van individuele onderwijskrachten. De Lokale Educatieve Agenda, een instrument om lokaal onderwijsbeleid vorm en inhoud te geven, is bij uitstek ideaal om besturen van koepelorganisaties PO en gemeentebestuur samen te laten werken om zo de Global Goals te introduceren in het basisschoolonderwijs.
Het Landelijk Beraad Stedenbanden Nederland – Nicaragua (LBSNN) voert al decennia campagne om Global Goals te laten opnemen in het onderwijs. In een aantal gemeenten is gesproken met docenten, directeuren, ambtenaren en bestuurders van PO-scholen. Het doel is om te zorgen dat in 2030 alle leerlingen kennis en vaardigheden verwerven die nodig zijn om duurzame ontwikkeling en een rechtvaardige samenleving te bevorderen. De Global Goals zouden hiervoor opgenomen worden in het onderwijscurriculum op basis van de kerndoelen en eindtermen Primair Onderwijs van de Curriculum Commissie. Om de doelen van de Global Goals te bereiken is het van belang dat er lokale en regionale samenwerkingen opgezet worden tussen het PO, gemeenten, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties.
Nationale Pilot Primair Onderwijs & Global Goals
Het opnemen van de Global Goals kan op verschillende manieren. Hierbij is het ook van belang dat er scholing is voor docenten over de Global Goals. Via een nationale pilot wordt gekeken naar onder andere:
- Whole School Approach (integrale aanpak)
- Vak burgerschap Global Goals 2030 toevoegen aan het curriculum
- Uitbouwen van het vak ‘wereldoriëntatie’
De nationale pilot stuurt erop aan om in 2030 de eerste leerlingen ‘Global Goals gecertificeerd’ de lagere school te zien verlaten.
Roger Thomassen van stichting Kom Leren vertelt dat in Maastricht de Global Goals in het onderwijs invulling krijgen door een SDG-box. De 17 doelen zijn afgedrukt op bordjes en worden gebruikt tijdens lessen en activiteiten die al bestaan. Zo bevat de box introductievideo’s over de doelen, een afvalopruimactie in de schoolomgeving, liedjes, films en knutseltips.
Belang van gemeenten in Lokaal Educatieve Agenda
Op bestuurlijk niveau is het van belang dat de gemeente blijft samenwerken met onderwijskoepelorganisaties PO bij het uitwisselen van kennis en ervaringen. Koepelorganisaties moeten Burgerschap Global Goals 2030 in het strategisch beleidsplan en schoolwerkjaarplannen opnemen, en dit afstemmen met de wethouder Onderwijs. Een nulmeting (mogelijk in samenwerking met HBO/universiteiten) in het eerste jaar van het traject is hierbij van belang, om vooruitgang te kunnen monitoren. Uiteindelijk moeten de Global Goals onderdeel worden gemaakt van de Lokaal Educatieve Agenda. Zowel gemeenten als koepelorganisaties en uitvoerders moeten zich bestuurlijk inzetten om de uiteindelijke doelen te behalen.
Sprekers: Felipe Vasquez (VNG Pereira, Colombia) en Lance Joel (directeur van de South African Local Government Association).
Deze workshop was gewijd aan het internationale perspectief op een duurzame transitie na de coronacrisis. De 2 internationale sprekers waren online te gast in deze workshop. Tijdens de workshop legden zij ons uit hoe de gemeente Pereira, gelegen in het centrum van Colombia, en de Zuid-Afrikaanse gemeenten hun economieën na de coronacrisis op een duurzame manier herbouwden. Beide sprekers benadrukten dat gemeenten in Colombia en Zuid-Afrika voornamelijk geïnteresseerd waren kortetermijnvisie en -impact. Met de komst van de coronacrisis realiseerden gemeentelijke beleidsmakers zich dat zij breder moeten kijken en een langetermijnvisie moeten aannemen. De workshop liet de verschillende ervaringen van Zuid-Afrikaanse gemeenten en Pereira zien: terwijl het herstel van de gemeente Pereira zeer positief was, was de ervaring van de Zuid-Afrikaanse gemeenten een stuk negatiever.
Duurzame transitie na de coronacrisis in Pereira
Enkele maanden voordat de coronacrisis begon, formuleerde de gemeente Pereira het ‘Gemeentelijk Ontwikkelingsplan 2020-2023’. Het plan omvat 4 punten: nationale programma’s prioriteren en koppelen aan de lokale agenda, gezinnen in actie, jongeren in actie en ouderen. Vanwege corona heeft de gemeente tijdens de crisis het plan aangepast zodat zij haar 4 doelstellingen kon behouden door rekening te houden met de impact van corona. Naast het ontwikkelingsplan heeft Pereira tijdens de coronacrisis 17 ontwikkelingsprogramma's geïnitieerd om de stad na de crisis weer op te bouwen, met als doel deze duurzamer te maken dan voor de crisis. Pereira creëerde deze 17 ontwikkelingsprogramma's in overeenstemming met de Global Goals.
Veel van de programma's hebben onder andere betrekking op mobiliteit, verbetering van het gezondheidssysteem en hulp aan arme mensen binnen de gemeente. Zo dacht de gemeente na de coronacrisis na over hoe ze burgers kon overtuigen om minder met de auto te rijden, verlaagde ze de belastingen en gaf ze prioriteit aan de landbouw- en culturele sector omdat landbouw en toerisme de 2 belangrijkste economische sectoren zijn van Pereira en de Colombiaanse koffieregio waarin de stad ligt. Dit laatste bleek een succes: er zijn nu meer toeristen in Pereira en de koffieregio dan voor de coronacrisis. In het geheel genomen was het herstel van de coronacrisis van de gemeente Pereira dan ook positief.
Duurzame transitie na de coronacrisis in Zuid-Afrika
Het herstel van de coronacrisis van de Zuid-Afrikaanse gemeenten was minder positief. Lance Joel legde uit dat de gemeenten in Zuid-Afrika voor de coronacrisis al met gecompliceerde sociaaleconomische problemen kampten en dat de crisis deze alleen maar heeft versterkt. Voor de coronacrisis waren bijvoorbeeld veel al Zuid-Afrikanen economisch afhankelijk van de staat vanwege hoge werkeloosheidspercentages. De coronacrisis versterkte dit, omdat veel burgers tijdens de crisis hun baan verloren. Bovendien is de nationale economie van Zuid-Afrika, net als Pereira en de koffieregio van Colombia, sterk afhankelijk van het toerisme. Zonder toeristen als inkomstenbron raakten veel gemeenten in problemen.
Naast deze al bestaande sociaaleconomische problematiek van voor de coronacrisis, moesten Zuid-Afrikaanse gemeenten bepaalde verantwoordelijkheden op zich nemen die hiervoor door provincies en landelijk bestuur werden uitgevoerd. Joel legt uit dat in Zuid-Afrika de 'grondwettelijke functies' zijn verdeeld over de 3 Zuid-Afrikaanse bestuursniveaus: de nationale, provinciale en lokale overheid. Zo zijn de provinciale en lokale overheid niet verantwoordelijk voor onderwijs en politie, maar zijn dit de verantwoordelijkheden van de nationale overheid. Tijdens de coronacrisis werd een deel van deze taken gedelegeerd naar de lokale overheid. Als gevolg daarvan had de lokale overheid meer verantwoordelijkheden dan voor de coronacrisis en moesten ze leren hoe ze die op zich moesten nemen.
Om de Zuid-Afrikaanse lokale economie op te bouwen na de coronacrisis hebben de Zuid-Afrikaanse gemeenten 13 initiatieven ontworpen en geïmplementeerd, verdeeld in 4 thema's: kuststeden, toeristische steden, mijnsteden en ondersteuning van bedrijven. Zo pleitte een van de initiatieven voor extra toegang tot Zuid-Afrikaanse havens, een ander voor meer financiering voor lokale toeristische organisaties. Voor de mijnsteden werden partnerschappen aangegaan met mijnbouwhuizen om lokale economie te bevorderen en hielpen bedrijven met coronaherstel- en herstartplannen. Hoewel veel Zuid-Afrikaanse gemeenten hard geraakt werden door de crisis, hebben ze nu oplossingen gevonden waar zowel de economie mee kon worden hersteld als de bestaande sociaaleconomische problematiek kan worden aangepakt.
Verschillende ervaringen
Na de presentaties van Vásquez en Joel hadden de deelnemers veel vragen, vooral over de verschillen tussen de Colombiaanse en Zuid-Afrikaanse perspectieven op een duurzame transitie na de coronacrisis. Joel antwoordde dat het verschil tussen de Colombiaanse en Zuid-Afrikaanse perspectieven op een duurzame transitie vooral ligt in het feit dat Zuid-Afrikaanse gemeenten in vergelijking met Colombiaanse gemeenten al met een aantal ernstige sociaaleconomische moeilijkheden te maken hadden. Dit is de reden waarom de coronapandemie in Zuid-Afrika harder toesloeg dan in Colombia en dat het voor Zuid-Afrikaanse gemeenten moeilijker was om na de coronacrisis over te gaan tot een duurzame transitie.
Het verschil wordt ook verklaard door het feit dat Zuid-Afrika niet langer erg aantrekkelijk is voor buitenlandse investeringen, terwijl Colombia dat wel nog steeds is. Daarbij komt dat crises niet voorspelbaar zijn en het voor gemeenten altijd moeilijk is om voorbereid te zijn op dit soort situaties. Een goede zaak die de coronacrisis heeft gebracht, is volgens hen beiden en de deelnemers de digitalisering van de samenleving. Met deze conclusie werd de workshop afgesloten: een crisis, hoewel gepaard met veel negatieve gevolgen, lijkt soms nodig te zijn om een brede transitie in gang te zetten.
Aankondiging verkiezing en pitches
In de tweede plenaire sessie, gemodereerd door Pieter Jeroense, werden de nominaties voor de Global Goals Gemeenteverkiezingen bekendgemaakt. Deze prijzen zijn inmiddels een mooie traditie en winnende gemeenten uit het verleden ontvingen naast de eer vaak veel belangstelling van andere gemeenten. En dat is precies de bedoeling: door praktijkvoorbeelden in het zonnetje te zetten, hopen we de onderlinge uitwisseling tussen gemeenten te bevorderen. Om die reden plaatsen we alle inzendingen traditiegetrouw ook in de database praktijkvoorbeelden.
De Global Goals Gemeenteverkiezingen kennen 3 categorieën:
- De categorie ‘visionair’ over de verankering van de Global Goals in beleid en begroting
- De categorie ‘verbinder’ over de samenwerking van de gemeente met maatschappelijke organisaties en bedrijfsleven
- De categorie ‘grensverlegger’ over de koppeling van de Global Goals aan gemeentelijke internationale samenwerking
De winnaars worden bekendgemaakt op het VNG Congres op 28 juni. Alle inzenders kregen de kans in 1 minuut hun casus te pitchen, afwezigen werden vertegenwoordigd door Rik Ploeg van het Global Goals-team. Daarna werden de genomineerden bekendgemaakt, waarop een publieksstemming volgde om de jury input te geven voor hun oordeel over de uiteindelijke winnaars.
De inzendingen, afkomstig van Schouwen-Duiveland tot Schiermonnikoog en van Leiden tot Bronckhorst, geven goed aan dat de Global Goals door het hele land leven. Ook werden de pitches op hele mooie verschillende wijzen gepresenteerd, variërend van de klassieke elevator pitch tot dichtvorm. De jury bestond dit jaar uit Sandra Pellegrom (nationaal coördinator SDG’s, Ministerie van Buitenlandse Zaken - voorzitter), Judith Maas (directeur, SDG Nederland) en Ali Rabarison (directeur beleid inclusieve samenleving en financiën, VNG). Als voorzitter van de jury maakte Sandra Pellegrom bekend welke casussen zijn genomineerd.
Bekendmaking en onderbouwing nominaties (Sandra Pellegrom)
Sandra merkte op dat het goed zichtbaar is dat het netwerk is gegroeid, en een nieuwe garde aan Global Goals-gemeenten naar voren is getreden met inspirerende en originele aanpakken om op lokaal gebied aan de slag te gaan met de duurzaamheidsdoelen. Deze ontwikkeling en groei is zichtbaar in de kwaliteit van de inzendingen. Sommige ‘nieuwkomers’ stijgen meteen naar de top van deze verkiezing binnen de verschillende categorieën.
Verbinder
1) Aalten – Herinrichting Dijkstraat en Admiraal de Ruyterstraat
Het praktijkvoorbeeld van gemeente Aalten viel op bij de jury omdat de doelen zeer integraal zijn opgenomen bij het proces. Bij het aanbestedingsproces zijn de Global Goals genomen als basis van het ontwerp waardoor de uitvoering en materiaalkeuze integraal zijn opgepakt. Verbinding kwam tot stand tussen onder andere de gemeente, ondernemers en uiteraard de inwoners. In het bijzonder viel het op dat het momentum om dit project werd gebruikt om een koppeling te leggen met een educatieprogramma om ook betrokkenheid en bewustwording van basisschoolkinderen tot stand te laten komen. Zo werd ook de verbinding gezocht tussen het sociale, fysieke en economische domein en werd initiatief getoond voor grensoverschrijdende samenwerking met Duitse buurgemeenten.
2) Helmond – Bewustwordingscampagne Helden van Helmond
De jury vond de Helden van Helmond een leuke originele campagne om de SDG’s bekender te maken door ze te koppelen aan bijdragen van specifieke eigen inwoners. Mooi dat de campagne erop gericht is te laten zien dat iedereen een eigen steentje kan bijdragen. Al is het uitdragen van een bewustwordingscampagne op zichzelf niet zeer vernieuwend, toch valt de opzet van Helmond op door de originele en effectieve aanpak. Voorbeelden van lokale acties worden uitgelicht en er wordt weergegeven hoe je zelf ook in actie moet komen.
3) Meierijstad – Spullenplein
De derde nominatie in deze categorie is het spullenplein van Meijerijstad. Het is een mooi en zeer concreet project waarmee lokale circulaire economie concreet wordt gemaakt. De voordelen voor burgers en andere betrokkenen worden erg duidelijk en hebben impact op verschillende duurzame doelen op sociaal, economisch en fysiek vlak. Het voorbeeld omvat een duidelijke ketenaanpak om bruikbare spullen circulair in te zetten in plaats van af te schrijven. Hierbij komt verbinding en samenwerking tot stand tussen het gemeentelijk afvalbedrijf, kringloopwinkels, organisaties voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, repair cafés en inwoners.
Eervolle vermeldingen Greenport Schouwen-Duiveland en Schiermonnikoog
Naast deze officiële nominaties heeft de jury een eervolle vermelding gegeven aan de inzending van Schouwen-Duiveland (snelladers op Greenport Schouwen-Duiveland) en Schiermonnikoog (watertappunten) die beide hele tastbare verduurzaming in de gemeente verwezenlijken.
Visionair
1) Amstelveen – SDG-raadsprogramma
Amstelveen brengt met haar nieuwe SDG-Raadsprogramma een goed voorbeeld van het omarmen van de SDG’s in de bestuursvisie. Het programma geldt voor de hele raadsperiode (2022-2026) en bevat brede jaarthema’s waarin verschillende SDG’s samen komen. Voor de totstandkoming hiervan zijn inwoners betrokken, evenals bij de uitvoering en er is samenwerking met het SDG-Traineeship gezocht. De keuze voor een jaarlijkse kick-off en om de thema’s onder te brengen bij ambassadeurs en werkgroepen is zeer geschikt om het thema te laten leven in de gemeente.
2) Bronckhorst – Solarpark de Kwekerij
Het Solarpark de Kwekerij is een mooi voorbeeld van een combinatie van duurzame energie met andere functies. Bij dit zonnepark is het sociale domein (in de vorm van recreatie) gecombineerd met het fysieke domein (opwekken van duurzame energie en ontwikkeling van natuur). De jury heeft waardering voor het koploperschap van het combineren tussen verschillende functies van hernieuwbare energieprojecten en noemt dit Solarpark een SDG-project avant la lettre.
3) Schiedam – Global Goals in de begroting en de lokale monitor
Deze gemeente heeft een lokale Global Goals-monitor ontwikkeld om de koppeling tussen de SDG’s aan de lokale begroting en het bestuurlijk werkprogramma te ondersteunen. Het ontwikkelen van een eigen monitor is een populair thema, velen hebben die ambitie. Al is dit thema niet nieuw, het blijft duidelijk dat de ambitie vaak niet wordt uitgevoerd. Schiedam heeft samenwerking met de VNG en internationaal netwerk URBACT gezocht voor de totstandkoming van het product om vooruitgang op de doelstellingen meetbaar te maken.
Grensverlegger
In deze categorie waren maar weinig inzendingen. 1 voorbeeld stak er met kop en schouders bovenuit, en daarom is besloten dat er in deze categorie maar 1 nominatie wordt gedaan en dus de titel ’Grensverlegger’ ontvangt binnen deze editie van de competitie. Deze casus komt uit Opsterland.
Opsterland – Regionale samenwerking in Opsterland, als wereldwijd voorbeeld
Deze gemeente is een internationaal praktijkvoorbeeld geworden door behoud van lokale identiteit en het zoeken van samenwerking tussen stad en platteland. De regelmatige samenwerking tussen plattelandsgemeente Opsterland en gemeente Leeuwarden heeft in de vorm van 3 casestudies een publicatie van VN-agentschap UN-Habitat bereikt. Zo dienen zij niet alleen op nationaal, maar ook op internationaal niveau als een goed voorbeeld van ruraal-urbane samenwerking, benaderd vanuit de ’mienskip- (gemeenschap)gedachte’. Zij stimuleren kennisdeling en vragen internationaal aandacht voor vitale gemeenschappen en een veerkrachtig landschap.
Publieksstemming en afronding (Pieter Jeroense)
Het publiek kreeg de kans om te stemmen op hun favoriet. Aalten, Helmond, Amstelveen en Opsterland vielen zeer in de smaak in de zaal. De jury nam dit mee in hun overweging voor de uiteindelijke winnaars.