Op 12 maart vond in Utrecht de Global Goals Gemeenten Meet-up plaats. Een deel van de inleiders en aangemelde deelnemers moest op het laatste moment afzeggen door de beginnende beperkingen in verband met COVID-19, maar met ruim 80 deelnemers was het toch nog een zeer geslaagde en inspirerende bijeenkomst. VNG-voorzitter Jan van Zanen opende de bijeenkomst. Het programma legde de link met zowel het fysieke domein als het sociale domein. Ook de samenwerking met bedrijfsleven en internationaal kwam ruimschoots naar voren. Veel informatie en ideeën werden uitgewisseld en er zijn de nodige actiepunten geformuleerd. Hieronder vindt u van elk van de plenaire en parallelle programmaonderdelen een verslag.
Voor meer informatie: globalgoals@vng.nl
Burgemeester Van Zanen opent de Meet-up met een korte speech. Hij refereert allereerst aan de omstandigheden rondom het corona-virus. Bijzonder spijtig dat daardoor in elk geval alle Brabantse inleiders en deelnemers niet aanwezig kunnen zijn en ook diverse anderen niet.
De situatie rondom het virus laat opnieuw zien hoe wijdverbreid, talrijk en intensief de relaties tussen mensen zijn. Lokaal, nationaal en internationaal. Relaties waardoor mensen niet alleen met elkaar zijn verbonden, maar ook elkaar verrijken. We hebben elkaar op alle mogelijke manieren nodig, ook om van elkaar te leren. Daar zijn we vandaag voor bij elkaar, als Global Goals gemeenten in de Social Impact Factory in Utrecht.
Leren doen we niet alleen tussen Nederlandse gemeenten, maar ook met de gemeenten en landen binnen het koninkrijk. En met andere landen in Europa. Het is spijtig dat, eveneens vanwege de corona-beperkingen, onze collega van de Deutscher Städtetag op het laatste moment moest afzeggen. Maar des te fijner is het dat Hanne Albers van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten wèl aanwezig is en de ervaringen van Vlaamse gemeenten met het werken aan de Global Goals zal delen.
Duurzaamheid staat bij velen hoog op de agenda. Maar hoe vertaalt dat zich in de praktijk? Hoe zorgen we ervoor dat alle kinderen met een ontbijt in de maag naar school kunnen, ook hier in Nederland? Hoe realiseren we economische ontwikkeling zonder grondstoffen uit te putten en zonder de lasten af te wenden op arme landen? Zo zijn er vele uitdagingen waarbij een evenwicht wordt gezocht tussen verschillende terreinen, tussen het milieu, het sociaal domein en de economie. Global Goals gemeenten hebben daarin een ambitie. En ze kunnen ook anderen daarin helpen. Wat gemeenten lokaal doen draagt bij aan het realiseren van de mondiale duurzaamheidsagenda.
Er zijn inmiddels bijna 100 gemeenten die zich expliciet ‘Global Goals gemeente’ noemen, waarvan vele hier vandaag vertegenwoordigd zijn. Maar het mogen er best nog veel meer worden. De campagne kan wel wat vuur gebruiken. De SDG’s bieden een gezamenlijke taal en agenda ook op internationaal niveau. Daarbij staat samenwerking op internationaal en Europees niveau centraal. Het is nu 75 jaar geleden dat de VN werd opgericht, waardoor we in vrede kunnen leven. De samenwerking tussen landen is nog niet perfect. Maar het is wel onmisbaar. En het internationale werk van gemeenten kan daaraan waarde toevoegen. Het buitenland vindt de fietsenstalling hier in Utrecht bijvoorbeeld geweldig. En laten we de bijenvriendelijke bushokjes niet vergeten.
Internationale partners zijn nodig om de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen te behalen. We hebben nu nog 10 jaar op de duurzaamheidsagenda te realiseren. Alleen erover praten brengt ons niet verder. Het helpt als gemeenten, waar nodig ondersteund door anderen zoals de VNG, bijdragen aan die agenda. Met vallen en opstaan, goede voorbeelden, en steun uit de samenleving is dat mogelijk. Het is het waard om ervoor te gaan. Als gemeenten staan jullie het dichtst bij de mensen. Maak waarvoor we staan vanzelfsprekend. Want de duurzaamheidsagenda is er voor iedereen. Een inspirerende en leerzame dag gewenst.
Veel aanwezigen vertegenwoordigen een Global Goals gemeente, maar ook een aantal gemeenten die dat nog niet zijn, zijn vertegenwoordigd. Vanuit de zaal komen verschillende antwoorden op de vraag wat de aanwezigen vandaag hopen te leren, mee te nemen of op te halen. Hoe begin je? Hoe zoek je het maatschappelijk middenveld op in relatie tot de SDG’s? Wat kun je betekenen voor lokale partners? Hoe zorg je dat gemeenten die nog niet Global Goals gemeenten zijn dat wel gaan worden? Anderen hopen op een goede uitwisseling van best practices.
Na deze vraag start het panelgesprek tussen Hanne Albers, adviseur bij de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) en Arthur Wiggers, Plv. Directeur van VNG International, als vervanger van de burgemeester van Rheden, Carol van Eert, die door ziekte verhinderd is. Hoe hebben gemeenten in Vlaanderen en in Nederland de SDG’s opgepakt?
VVSG
Nadat de Global Goals door vele landen werden ondertekend in 2015, is er direct een team van 6 mensen gevormd om de 300 gemeenten in Vlaanderen te ondersteunen met allerlei tools om de Global Goals te vertalen naar het lokale niveau. Het feit dat Vlaamse gemeenten een schepen (wethouder) hebben met internationale zaken in de portefeuille, heeft geholpen om dat proces sneller te laten gaan. Concreet zijn er 20 grote en kleinere gemeenten aan de slag gegaan met de vraag wat te doen op lokaal niveau. Hoe draagvlak te creëren, zowel intern als extern? Daarnaast is er gefocust op het beleidsproces, waarbij er nagedacht is over een aantal scenario’s. De verkiezingen in 2018 waren een belangrijk moment om naartoe te werken, omdat daarna de meerjarenplannen werden opgesteld. Daarbij is een mooi resultaat geboekt: 2/3 van de Vlaamse gemeenten hebben de Global Goals in hun meerjarenplannen opgenomen.
VNG International
In Nederland zijn er nu ruim 90 gemeenten die zich expliciet Global Goals gemeente noemen. Dat is nog niet genoeg en we doen ons best er meer van te maken. Maar uiteindelijk gaat het niet zozeer of een gemeente zich een Global Goals gemeente noemt, maar om het handelen en de invulling van die doelen in het beleid van gemeenten. De VNG schrijft niet voor hoe dat moet. Gemeenten ontwikkelen daar zelf verschillende manieren voor en inspireren elkaar. Dat is ook het mooie aan de Global Goals campagne: elkaar opzoeken, daadwerkelijk stappen zetten en verbindingen maken in die brede duurzaamheidsagenda. Volgens sommigen is die breedte een zwakte, want het gaat daardoor over van alles en niks. Maar gemeenten die met die breedte aan de slag gaan, laten juist die verbinding tussen verschillende terreinen zien. Want inzet op het ene beleidsterrein heeft ook gevolgen voor een ander beleidsterrein. De essentie van deze campagne is het willen zien van die samenhang en het zoeken van de dialoog met de samenleving daarover. We maken stappen. In alle collegeakkoorden is duurzaamheid terug te vinden. Maar dit is vaak nog smal ingekaderd en nog niet altijd even precies en concreet uitgewerkt. Daar valt nog een hoop winst te behalen.
VVSG
In Vlaanderen is er een pilot gestart van 3 jaar met een kerngroep van 20 gemeenten (‘pilootgemeenten’) die op regelmatige basis samenkomen. Er is voor dit formaat gekozen zodat gemeenten er echt voor gaan. Daarbij kan er geëxperimenteerd worden met wat wel en niet werkt, wat vervolgens opgeschaald kan worden naar andere Vlaamse gemeenten. Dit wil niet zeggen dat er met andere gemeenten die niet tot die kerngroep behoren, niks wordt gedaan. Er worden ook workshops en infosessies gehouden met die gemeenten. Bovendien is het niet zo dat die 20 pilootgemeenten ook het verst zijn m.b.t. de Global Goals. Sommige gemeenten buiten die kerngroep zijn juist verder met de implementatie van de Global Goals op lokaal niveau.
Er kunnen verschillende succesfactoren worden onderscheiden. Politiek en ambtelijk leiderschap is van belang. Het aan de slag gaan met de Global Goals kan vanuit één maar ook vanuit verschillende mensen beginnen. Daarbij is mandaat nodig om dat ook echt te doen. Er zijn mensen nodig die anderen kunnen aansturen en overzicht kunnen bieden. Ook is het belangrijk dat de Global Goals strategisch zijn ingebed en dat er wordt ingespeeld op bestaande processen. De Global Goals moet je niet zien als weer iets extra’s. Bijvoorbeeld bij een bestaand evenement dat georganiseerd wordt, kan de vraag gesteld worden: kunnen we dit anders doen? Of bij een project kan gekeken worden of de Global Goals meegenomen kunnen worden. Het is dus belangrijk om bestaande momenten aan te grijpen. Ook belangrijk is het om te blijven herhalen op verschillende manieren. Blijf collega’s aanspreken om met de Global Goals aan de slag te gaan en geef niet op als je vastloopt.
VNG International
Deze succesfactoren spelen ook in Nederland een rol. De Global Goals zijn inderdaad niet iets wat nog bovenop de bestaande opgaven moet komen. Een eerste uitdaging is drukte. Men heeft het al druk genoeg. Hoe zorg je dat je die duurzaamheidsagenda gebruikt om wat je doet te versterken? En zijn we tevreden met wat we doen? Slagen we er bijvoorbeeld voldoende in om iedereen aan de samenleving te laten meedoen? De cruciale stap is dan ook het stellen van de vraag: wat leveren ons beleid en onze programma’s op en wat moeten we meer of anders doen? Een andere uitdaging is hoe je de Global Goals meet en hoe je die cijfers gebruikt om je beleid verder te sturen. Een laatste uitdaging is de wisselwerking met andere organisaties en het bedrijfsleven. We kunnen daarbij veel van elkaar leren.
VVSG
Anders dan in Nederland is er geen campagne. Elke gemeente bepaalt dat zelf. De meerwaarde zit niet noodzakelijk in de Global Goals zelf of in het behalen van die 17 doelstellingen; de meerwaarde zit in de manier van werken, het werken zelf wordt anders. Er wordt bijvoorbeeld nu nog vaak per dienst (afdeling) gekeken: wat doen we en welke acties willen we organiseren de komende jaren? De Global Goals kunnen helpen dat te overbruggen en meer integraal te werken. In plaats van per dienst apart te bezien, kunnen experts vanuit verschillende diensten bij elkaar komen en één brede visie opstellen. Men gaat vanuit een andere invalshoek denken. Dit leidt tot nieuwe inzichten, maar ook nieuwe contacten doordat mensen van verschillende diensten elkaar ontmoeten. Ook met externe stakeholders wordt anders gewerkt. Stakeholders hebben nu nog wel eens het gevoel dat gemeenten hen iets opleggen. De Global Goals kunnen helpen dat gevoel te verminderen. Dan gaat het veel meer om de vraag: hoe kunnen we dit nu samen doen? Een voorbeeld van integraal samenwerken met anderen is het opstellen van adviesraden vanuit het maatschappelijk middenveld.
Vanuit de zaal komen verschillende andere voorbeelden van samenwerking binnen de gemeente en daarbuiten naar voren. Zo wordt binnen de gemeente Rhenen per doel gekeken wat verschillende afdelingen of diensten doen om bij te dragen aan dat specifieke doel. De gemeente Leiden heeft onlangs een Global Goals website gelanceerd. In de stad is er veel energie om met de Global Goals aan de slag te gaan. Zo heeft de hogeschool de doelstellingen verwerkt in haar onderwijsprogramma. Ook is er een leerstoel voor kinderrechten.
VNG International
Om Global Goals gemeente te worden is er geen checklist of één model. De kracht zit hem in de verschillende initiatieven die verder gestimuleerd dienen te worden. Er is dus een heel scala aan voorbeelden en mogelijkheden om op gemeentelijk niveau aan de slag te gaan met de Global Goals. Op de website van de VNG zijn verschillende praktijkvoorbeelden opgenomen.
VVSG
Ook over de grens kunnen gemeenten van elkaar leren. Ondanks de verschillende context waarin Vlaamse en Nederlandse gemeenten opereren, zijn er voldoende overeenkomsten om elkaar te inspireren. Het kan een eyeopener zijn om elkaar te bezoeken als Nederlandse en Vlaamse gemeenten. Op 24 september vindt er een nationale conferentie in Mechelen plaats, waar ook partnergemeenten uit andere landen bij zijn. Nederlandse gemeenten zijn hierbij ook uitgenodigd om voorbeelden te delen.
De omstandigheden rondom het coronavirus verhinderden alle drie winnaars van de Global Goals Gemeenteverkiezing in de prijscategorieën verbinder, visionair en grensverlegger (resp. Deventer, Goirle en Oss) naar Utrecht te komen.
Gelukkig is wel aanwezig, Sandra Pellegrom. Als Nationaal Coördinator voor de implementatie van de SDG’s vervult zij een aanjaagfunctie binnen de rijksoverheid, maar breder voor heel Nederland. De SDG’s geven een mooi perspectief voor waar de verschillende transities waarvoor we staan naartoe leiden. We willen een duurzamer en rechtvaardiger Nederland en een duurzamere en meer rechtvaardige wereld. De SDG’s vormen een basis om de samenwerking aan te gaan, wat kan leiden tot een positieve kruisbestuiving tussen verschillende doelen. Het is belangrijk om daarbij niemand achter te laten.
We zijn eigenlijk al goed op weg naar die doelen volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek. Van de 169 subdoelen die de SDG’s kennen, hebben we er in Nederland al 26 gehaald. We zitten in de top 10 van landen die dichtbij zijn om de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen in 2030 te bereiken. Maar er zijn ook grote uitdagingen waar Nederland het minder goed doet, zoals energie, klimaat, biodiversiteit op land en in de zee. En ook op gendergelijkheid scoort Nederland veel lager dan omliggende landen. Waar we goed in zijn is het aanpakken van armoede en het tegengaan van maatschappelijke ongelijkheid. Ook wat betreft infrastructuur en vertrouwen in instituties scoort Nederland hoog. Maar we mogen hier niet zelfgenoegzaam over zijn, ook niet op gemeentelijk niveau.
Kinderarmoede in Nederland ligt bijvoorbeeld op 11,5%. In Rotterdam ligt dat percentage op 17,5%. Zelfs als je het goed doet, helpt het om de SDG’s te monitoren: we staan er goed voor, maar wat zeggen die cijfers? Willen we meer doen om kinderarmoede aan te pakken?
Hoe kun je op gemeentelijk niveau kijken waar je staat? De maatschappelijke AEX helpt om inzichtelijk te maken welke initiatieven bijdragen aan de SDG’s binnen gemeenten. Dit is een complex geheel, want alles hangt van andere aspecten af. De uitdaging hierbij is integraal werken. Dat is niet gemakkelijk. Een andere uitdaging is hoe te meten waar je staat? Welke acties dragen nu bij aan het bereiken van die duurzame ontwikkelingsdoelstellingen? Voor kleinere gemeenten kan meten nog een extra uitdaging zijn.
Een derde uitdaging zijn de vele initiatieven op verschillende niveaus. Hoe kunnen die bij elkaar komen en opschalen? Het lokale niveau speelt daarbij een belangrijke rol. Er wordt steeds meer naar gemeenten gekeken hoe zij met de SDG’s aan de slag gaan. Daar komt bij dat burgers ook in toenemende mate zelf iets willen doen om bij te dragen aan het bereiken van de doelstellingen. Het gemeentelijk niveau biedt kansen: niet alleen is op lokaal niveau de complexiteit van de uitdagingen waarvoor we staan beter uit elkaar te halen, maar het lokale niveau biedt ook de mogelijkheid om integraal te werken. De gemeente Goirle heeft dat mooi laten zien. Hier zijn de SDG’s geïntegreerd in het beleid van de gemeente. In plaats van afdelingsgericht is men opgavegericht gaan werken. Dat draagt bij tot ontkokering. Bij de VNG prijs voor Global Goals gemeenten ging in de categorie ‘visionair’ de prijs dit jaar dan ook naar de gemeente Goirle. Gemeenten kunnen ook een belangrijke rol spelen in de verbinding met andere actoren. Zo heeft de gemeente Deventer de prijs van ‘verbinder’ gewonnen. Deze gemeente heeft op een gestructureerde manier alle partijen in haar gemeente (ondernemers, actieve burgers, ngo’s) bij elkaar gebracht om samen te kijken naar hoe de SDG’s kunnen worden bevorderd. Gemeenten hebben een verbindende rol. Dus als je kinderarmoede wilt aanpakken, dan dien je dat niet alleen te doen met verschillende afdelingen maar ook met allerlei andere actoren, waardoor de verschillende aspecten van armoede effectiever worden aangepakt. In de categorie ‘grensverlegger’ is de prijs gegaan naar de gemeente Oss. De wereldwijde uitdagingen waarvoor we staan hebben niet alleen gevolgen voor latere generaties, maar ook voor mensen elders in de wereld. De gemeente Oss gebruikt dan ook de SDG’s als een gedeelde taal om samen te werken met haar handelspartners in China en aan beide kanten welvaart te vergroten. Er zijn nog vele andere voorbeelden. De gemeente Leeuwarden die de SDG’s gebruikt als richtsnoer om de omgevingsvisie vorm te geven. Voorbeelden die door de VNG en het Ministerie van Binnenlandse Zaken worden verzameld. Dit laat ook zien dat de wisselwerking tussen het rijk en de gemeenten heel waardevol kan zijn.
Er volgen nog enkele opmerkingen uit het publiek. De vertegenwoordiger van Stichting Stedenband Haarlem-Mutare merkt op dat we de partners in het buitenland niet moeten vergeten. Nederland liep lange tijd voorop wat betreft internationale contacten, in België lijken ze daar nu veel verder mee te zijn. Het zou mooi zijn als Nederlandse gemeenten ook hun internationale rol zien. De Nationaal Coördinator SDG’s voegt toe dat het iets oplevert om die samenwerkingsverbanden op te zoeken, niet alleen omdat je begaan bent met anderen in de wereld, maar ook omdat je oprecht iets van elkaar kunt leren. Het voorbeeld van Oss laat zien dat we allemaal een belang hierbij hebben. Iemand uit het publiek vraagt nog naar hoe het zit met de verbinding tussen de omgevingsvisie en de SDG’s. De nationaal coördinator verwijst naar de praktijkproef van de VNG op dit punt (zie ook verslag van deelsessie 3 hierover) en geeft toe dat gemeenten daar eigenlijk veel verder mee zijn dan de rijksoverheid, al zijn er wel gesprekken gaande in alle ministeries.
In de afsluitende plenaire sessie wordt vanuit elk van de deelsessies één leer- of actiepunt voor de gemeenten gegeven en één voor de VNG. Hieronder staan ze op een rij (zie separaat ook de verslagen van de afzonderlijke workshops).
Uit workshop 1: Samen met het bedrijfsleven werken aan de Global Goals
- Voor gemeenten: probeer om de tafel te gaan met relevante actoren uit het lokale bedrijfsleven en probeer samen bestaande lokale uitdagingen te koppelen aan de Global Goals om er onder die paraplu vervolgens met gebundelde kracht en grotere impact mee aan de slag te gaan.
- Voor de VNG: de koppeling met Global Compact NL is erg interessant, maar probeer ook de verkenning en samenwerking aan te gaan met het bedrijfsleven door met organisaties als MKB Nederland om tafel te gaan. Die organisaties vertegenwoordigen wellicht nog beter de bedrijven die binnen de gemeenten een rol spelen.
Uit workshop 2: Global Goals in het sociaal domein
- Voor gemeenten: gemeenten kunnen de Global Goals gebruiken als checklist/inventarisatie van welke programma’s er lopen in het sociaal domein, om zo een beter beeld en overzicht te krijgen, en te zorgen voor beleidscoherentie. Wat vult elkaar aan en waar vallen gaten?
- Voor de VNG: werk de verbindingen tussen het sociaal domein en de Global Goals verder uitwerken, zodat gemeenten hiermee aan de slag kunnen.
Uit workshop 3: Global Goals en de Omgevingsvisie
- Voor gemeenten: zorg dat afdelingen en spelers in het sociale domein actief worden betrokken bij het opstellen van de omgevingsvisie en gebruik daartoe verbindende taal die duidelijk maakt hoezeer sociale aspecten met de fysieke leefomgeving samenhangen.
- Voor de VNG: werk door alle geledingen van de organisatie met de Global Goals en zorg dat deze breder wordt meegenomen in de communicatie naar gemeenten, niet alleen vanuit de campagne van VNG International.
Uit workshop 4: Hoe begin ik als Global Goals gemeente?
- Voor gemeenten: algemeen draagvlak creëren binnen de gehele gemeenten zowel als organisatie op verschillende afdelingen als bij de inwoners. Strategisch verkenning starten in het jaar voor de verkiezingen en het plan omtrent de SDG’s daarop aanpassen. De kenmerken en eigenschappen van de gemeente (DNA) matchen in het plan met SDG’s.
- Voor de VNG: de indicatoren omvormen en bruikbaar maken als een set die alle gemeenten toe kunnen passen. Gemeenten willen eigen voortgang kunnen meten daar waar nodig vergelijkingen kunnen maken met anderen. Deze vergelijking kan tot inzichten leiden waar advies gehaald kan worden aangaande bepaalde doelen en subdoelen. Bijkomend wordt aanbevolen om ‘good practices’ van verschillende gemeenten zoveel mogelijk te delen en de campagne en brede duurzaamheidsagenda zoveel mogelijk te promoten. Hierbij kan de VNG een grote rol spelen.
Uit workshop 5: Lokaal meten van voortgang op de Global Goals
- Voor gemeenten: meten is niet alleen een meetinstrument, maar ook een beleidsinstrument en een communicatie-instrument. Met monitoren kun je niet alleen achteraf kijken wat je hebt gedaan, maar monitoren kun je ook gebruiken als basis voor een goed (politiek) gesprek.
- Voor de VNG: ontwikkel een standaard set van indicatoren die alle Nederlandse gemeenten kunnen gebruiken, zodat onderlinge informatie-uitwisseling mogelijk is.
Uit workshop 6: Internationale samenwerking in het teken van de Global Goals
- Voor gemeenten: neem je kernidentiteit of profiel als basis of vertrekpunt om internationale samenwerking vorm te geven. Kies vandaaruit wat je verder wil versterken; de internationale samenwerking draagt daar aan bij en is geen doel op zichzelf.
- Voor de VNG: leg uit aan gemeenten waarom je internationaal iets zou willen. Want wethouders worstelen daar vaak mee. Er is een soort advocacy benadering nodig.
Uit workshop 7: De samenleving betrekken bij de Global Goals
- Voor gemeenten:
- Het inzetten van de eigen regelgeving voor het bevorderen van de maatschappelijke doelen die in de Global Goals vervat zijn. Bijvoorbeeld door bij vergunningverlening voor evenementen en bij aanbestedingen van initiatiefnemers te vragen om breed aan te geven aan welke doelen zij bijdragen. Bij voorkeur expliciet gekoppeld aan de Global Goals. En dit dan ook ‘scherp’ maken door bijvoorbeeld aanvragen te beoordelen op basis van een puntensysteem.
- Bij evenementen sociale doelen koppelen aan fysieke duurzaamheid. Dus verbind een actie rondom het opruimen van plastic, of het planten van bomen, aan een actie tegen eenzaamheid. Zo bereik je een veel bredere doelgroep en werk je aan kruisbestuiving.
- Zet een Global Goals platform op van de samenleving die de communicatie over de doelen verzorgt.
- Voor de VNG: actief gemeenten en regio’s benaderen die nog niet zijn aangehaakt bij de Gemeenten4GlobalGoals campagne. Lobbyen bij het ministerie van BZ of BZK voor een fonds dat onafhankelijke stichtingen steunt die, in gemeenten die hiervoor geen middelen ter beschikking stellen, de Global Goals op de agenda zetten. Meer jaarlijkse bewustwordingsacties opzetten waar gemeenten aan mee kunnen doen, zoals de Gemeenten4GlobalGoals Vlaggendag.
Verslagen van de 7 workshops
Hieronder volgen separate verslagen van de workshops.
Voor meer informatie: GlobalGoals@vng.nl
In deze ochtendsessie hebben we de uitwisseling en verdieping opgezocht hoe je als gemeente samen met het (lokale) bedrijfsleven kunt werken aan de Global Goals, en op welke manier de duurzaamheidsdoelen kunnen worden gebruikt om deze samenwerking nog beter tot stand te laten komen en dit beter te benutten. Naast de verschillende actieve deelnemers hebben Sander van ’t Foort (wethouder Gemeente Renswoude) en Hugo von Meijenfeldt (senior adviseur Global Compact NL) ervaringen gedeeld met betrekking tot verschillende toepassingsmogelijkheden. Nicoleta Mitut (Gemeente Deventer) kon helaas niet aanwezig zijn als spreker, wel geven we hieronder ook graag de door haar beoogde inbreng weer.
In 2018 is de kerngroep Deventer4GlobalGoals opgezet met vertegenwoordigers uit verschillende sectoren, waarbij het bedrijfsleven als belangrijkste doelgroep naar voren is gekomen. De Global Goals blijken veel economische kansen te bieden voor het MKB. Er is destijds een aanpak geformuleerd hoe invulling te geven aan de ambitie:
1. Inventariseren: door gesprekken te voeren met directeuren van bedrijven, instellingen en belangverenigingen, is een goede eerste schets gemaakt van alle activiteiten die al binnen het bedrijfsleven in Deventer plaatsvinden. Door studenten van Saxion bij deze inventarisatie te betrekken heeft dit onderzoek mooi vorm gekregen. Eén van de uitkomsten bleek dat de aanpak zich in dit geval het best kon richten op business-to-business.
2. Inspireren: door vanuit de gemeente een platform te creëren, in de vorm van een website en actieve inzet van social media, zijn goede voorbeelden verspreid en verschillende relevante partijen bij elkaar gebracht. Hierbij is ook een reeks artikelen in media gepubliceerd passend bij de doelgroep: in MKB-Magazine wat wordt verspreid onder de 1250 leden van MKB Deventer.
3. Activeren: via verschillende mogelijkheden worden organisaties en bedrijven gestimuleerd om zelf bij te dragen. Onder andere door het organiseren van een Captains of Industry Diner met de Global Goals als centraal thema en de kansen die deze agenda biedt voor ondernemers.
Dit heeft geleid tot een spin-off effect met geplande vervolgbijeenkomsten, een lunchbijeenkomst rondom Food Waste in samenwerking met KonnecteD en Rabobank Salland, en er is tijdens het jaarlijkse Deventer Ondernemers Event een Global Goals prijs geïntroduceerd.
Ook vanuit de Gemeente Renswoude wordt op verschillende manieren actief de verbinding gezocht met het bedrijfsleven met de Global Goals als verbindend element. Renswoude weet die verbinding succesvol tot stand te brengen op thema’s hoofdzakelijk rondom de energietransitie. Zo is er actief met verschillende bedrijven gewerkt aan de RES - de Regionale Energie Strategie – waarbij handig gebruik is gemaakt van een Global Goals spel waarbij verschillende belangen op een leuke en nuttige manieren in kaart zijn gebracht waarna de samenwerking op een effectievere tot stand is gekomen. Daarnaast is er ook een Nul-op-de-Meter project ontwikkeld in samenwerking met woningcorporaties, aannemers en technische bedrijven waarbij woningen tot energieneutraal zijn getransformeerd zonder aanvullende kosten voor de bewoners. Helemaal passend bij Global Goal 7 en in goede samenwerking met het bedrijfsleven.
Tot slot heeft Hugo von Meijenfeldt ons meegenomen in de inzet van Global Compact Netwerk Nederland om een lokale beweging van duurzame bedrijven en belanghebbenden te mobiliseren met als doel de levens van toekomstige generaties te verbeteren. Dit geven zij invulling door als netwerk met aangesloten bedrijven de verbinding te leggen met de duurzaamheidsagenda en te ondersteunen bij deze koppeling.
De discussie resulteerde in de volgende aanbevelingen:
- Voor gemeenten: probeer om de tafel te gaan met relevante actoren uit het lokale bedrijfsleven en probeer samen bestaande lokale uitdagingen te koppelen aan de Global Goals om er onder die paraplu vervolgens met gebundelde kracht en grotere impact mee aan de slag te gaan.
- Voor de VNG: de koppeling met Global Compact NL is erg interessant, maar probeer ook de verkenning en samenwerking aan te gaan met het bedrijfsleven door met organisaties als MKB Nederland om tafel te gaan. Die organisaties vertegenwoordigen wellicht nog beter de bedrijven die binnen de gemeenten een rol spelen.
“Leave no one behind”. De Global Goals agenda is bij uitstek een inclusieve agenda. Het principe dat iedereen mee moet kunnen komen in een gemeente is de basis voor duurzame ontwikkeling. Deze basisgedachte laat de sterke relevantie van de Global Goals voor het sociaal domein zien. Toch zien we binnen dat nog maar weinig gemeenten het verband leggen tussen de GG en het sociaal domein. Wat heeft het voor nut om dat wel te doen? Dat is 1) sturing op concrete doelen, en 2) integraal benaderen van opgaven.
Elly Dekker, senior adviseur publieke gezondheidszorg VNG
Concrete doelen. Nederland heeft zich in 2015 gecommitteerd aan het behalen van de 17 doelen voor 2030. De targets onder de 17 doelen zijn heel concreet. Bijvoorbeeld: het aandeel inwoners wat volgens nationale definities in armoede leeft, minstens halveren. Of: gendergelijkheid in het onderwijs en gelijke toegang tot alle onderwijs voor kwetsbare groepen. Daar kunnen we binnen het sociaal domein meer op sturen. De Global Goals geven een concreet handvat en een duidelijke stip op de horizon van de samenleving waar we naartoe willen. Een samenleving waarin iedereen mee kan komen, en waarin uitgaven in het sociaal domein niet gezien worden als kosten, maar als investeringen in de toekomst. Denk bijvoorbeeld aan het idee van positive health, het preventieakkoord en de landelijke nota gezondheidsbeleid 2020-2034. Het gaat erom dat je de juiste voorwaarden schept voor de duurzame gemeente waarin iedereen mee kan doen.
Hoe behalen we die doelen dan? Door aan de hand van de Global Goals de verbinding te leggen, en opgaven integraal te benaderen. De Global Goals zijn een instrument om sociale thema’s te verbinden met andere thema’s. Denk aan het idee van Health in All Policies (HiAP). Er zijn talrijke factoren van invloed op gezondheid zoals voedingsaanbod, fysieke en sociale omgeving, huisvesting, werkomgeving, schoolomgeving, reclamebeperking, prijsbepaling, etc. HiAP is een aanpak om het gezondheidsbeleid over beleidsdomeinen en – niveaus heen concreet te maken. Ook de aanpak gezondheid vanuit het perspectief ‘positieve gezondheid’, en de vier gezondheidsvraagstukken in de nationale nota Gezondheidsbeleid 2020-2024, gaan uit van de centrale visie dat gezondheid in samenwerking met andere sectoren verbeterd moet worden (health in all policies). Ook de lokale preventieakkoorden bieden een kans om te werken aan de ambitie van een gezonde samenleving, waarbij verbinding gemaakt moet worden met alle sectoren. Betrek de inwoners hierbij en breng een beweging op gang.
De presentatie leidde tot een geanimeerd gesprek waarin werd besproken dat:
- De Goals gebruikt kunnen worden als richtinggevend kader in het sociaal domein: een duidelijk beeld van de samenleving die we voor ogen hebben.
- De Global Goals kunnen worden gebruikt als instrument om de brede reikwijdte van zaken in het sociaal domein inzichtelijk te maken. En om vervolgens binnen de gemeentelijke organisatie de verbinding te leggen tussen sociaal, economisch en fysiek domein. Denk aan ruimtelijke ordening, een prettige leefomgeving, en de Omgevingsvisie waarin het naast ruimtelijke zaken ook heel duidelijk om sociale zaken zoals gezondheid gaat.
- Zo geeft gemeente Rheden aan de Global Goals te gebruiken als een checklist bij het maken van beslissingen: heb ik wel echt aan alle sociale, fysieke, economische aspecten van een probleem gedacht bij het maken van een beslissing? Op deze manier worden de Global Goals ook een instrument om samenwerking met andere afdelingen te bevorderen. Zo heeft gemeente Rheden alle domeinen afgeschaft, en werkt staf daar opdrachtgericht: bij het werken aan een bepaalde opdracht worden medewerkers van verschillende Global Goals clusters, met verschillende achtergronden, aan elkaar gekoppeld. Zo probeert werkt de gemeente via de Global Goals aan ontkokering, en aan het integraler benaderen van opgaven.
Rogier Scholten, gemeente Oldenzaal, en Toos Benneker, NME Centrum de Höfte
Gemeente Oldenzaal wil een duurzame en gezonde gemeente zijn met zorg voor de inwoners van nu en in de toekomst. Hoe pak je dit aan? Gemeente Oldenzaal zag een belangrijke rol liggen voor het onderwijs. Daarom sloot de gemeente in 2019 een ‘Global Deal’ met basisscholen. Hierin staat hoe de basisscholen, onder andere met hulp van de gemeente, een bijdrage kunnen leveren aan een groen, gezond en duurzaam Oldenzaal.
Wat houden de Global Deals in? Scholen gaan meer energie besparen, kinderen leren beter om te gaan met afval en leren over de natuur en het milieu waarin we leven. De jeugd heeft de toekomst en daarom heeft de gemeente in samenwerking met Twente Milieu, De Höfte en Energy challenges Global Deals met de basisscholen in Oldenzaal gesloten. De scholen kunnen hierbij kiezen om actief afval te gaan scheiden waarbij ze lespakketten en minicontainers krijgen van Twente Milieu. Ook kunnen ze kiezen om gebruik te maken van de lespakketten over natuureducatie van de Höfte. Ook kunnen ze als school met het project Energy challenges (lespakketten en een energiemonitoringssysteem) 10% energie besparen. Het doel is om kinderen bewust te maken van het belang van een duurzame samenleving. Succesfactoren zijn dat elke school een grote sticker met de Global Goals erop krijgt, waarmee zichtbaar wordt dat ze meedoen aan de actie, en ouders ook bekender worden met de doelen. Ook helpt het dat Rogier vanuit zijn rol als gemeenteambtenaar altijd bereikbaar is voor scholen over het initiatief, en om persoonlijk met ze in gesprek te gaan. De actie kwam voort uit de afdeling Duurzaamheid, maar heeft via de scholen toch verbinding met het onderwijs en raakt zo aan het sociaal domein. Gemeente Oldenzaal is bezig om een bredere inventarisatie te doen om via de Global Goals te kijken waar programma’s en domeinen elkaar raken.
Denise Coenegracht, VNG-programma Iedereen Doet Mee!
In juli 2016 werd in Nederland het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap van kracht. Gemeenten zijn sindsdien verplicht om een Lokale Inclusie Agenda op te stellen. Het VNG-project Iedereen Doet Mee! ondersteunt gemeenten om dit samen met personen van een handicap te doen. Een groep koplopergemeenten ontwikkelt aanpakken voor inclusie van personen met een beperking, zoals te zien bij de goede voorbeelden op de website van Iedereen Doet Mee. Handicaps zijn in een vijftal Global Goals opgenomen. Via de bril van de Global Goals is te zien dat het onderwerp breder is dan bijvoorbeeld zorg. Het gaat óók om ruimtelijke zaken, zoals toegankelijke wegen en parken, om economische zaken zoals werk en inkomen.
Meta van Essen, Vereniging Sport en Gemeenten
Tijdens haar presentatie liet Meta zien dat gemeenten ook via sport een belangrijke bijdrage te leveren hebben aan duurzame ontwikkeling. Bijna alle Global Goals zijn te benaderen via sport. Sport is namelijk breder dan gezondheid alleen – het is óók participatie, tolerantie, empowerment van vrouwen en meisjes, sociale inclusie. De Global Goals helpen om de verbinding te leggen tussen de onderwerpen. Mooie voorbeelden zijn onder andere fietssnelwegen, die een praktische oplossing voor mobiliteit in het ruimtelijke domein bieden, en tegelijkertijd de gezondheid bevorderen.
Maar de Global Goals werken óók om de samenwerking met lokale partners te bevorderen. Denk bijvoorbeeld aan het Sportakkoord. Gemeenten ontwikkelen samen met sportorganisaties op lokaal niveau hun eigen sportakkoorden en werken die samen uit. In zo’n lokaal/regionaal sportakkoord maken lokale partijen afspraken over hoe zij met elkaar hun eigen ambities op het gebied van sport en bewegen willen bereiken. Ook hierin zouden de Global Goals een rol kunnen spelen als gemeenschappelijke taal tussen organisaties en de gemeente. Vind meer informatie over Vereniging Sport en Gemeenten via deze link!
De discussie resulteerde in de volgende aanbevelingen:
- Voor gemeenten: Gemeenten kunnen de Global Goals gebruiken als checklist/inventarisatie van welke programma’s er lopen in het sociaal domein, om zo beter beeld en overzicht te krijgen, en te zorgen voor beleidscoherentie. Wat vult elkaar aan en waar vallen gaten?
- Voor de VNG: De Gemeenten4GlobalGoals campagne gaat naar aanleiding van deze verkenningssessie de verbindingen tussen het sociaal domein en de Global Goals verder uitwerken, zodat gemeenten hiermee aan de slag kunnen.
Centraal in deze sessie stond de VNG-praktijkproef met een afwegingskader voor de omgevingsvisie op basis van de Global Goals. Deze proef werd in 2019 met vier gemeenten gehouden. Ellen van Reesch, mede-bedenker en begeleider van de praktijkproef, presenteerde de resultaten. Omdat de drie beoogde inleiders waren verhinderd vanwege de Corona-crisis, nam zij elementen mee uit de presentaties van Laura van Rossem (VNG Team Omgevingswet), Esmeralda Popkema en Irma Dekker (programmamanagers Omgevingswet in de gemeenten Súdwest-Fryslân en Dongen).
De Omgevingswet vraagt van gemeenten dat zij een integrale omgevingsvisie opstellen voor de (middel)lange termijn. Hierin moeten de maatschappelijke doelen voor de fysieke leefomgeving in samenhang worden beschreven. De wet vraagt om duurzame ontwikkeling en bescherming en verbetering van het leefmilieu. Dit vergt een integrale afweging tussen opgaven. Maar hoe doe je dit in de praktijk? De Global Goals bieden een waardevol perspectief, als doelenraamwerk én als hulpmiddel om zeker te stellen dat in de afweging aan alle belangrijke aspecten wordt gedacht. Juist voor gemeenten is de verbinding tussen het fysieke en sociale domein van belang.
In de praktijkproef is een concreet instrument ontworpen: het SDG-kompas voor de Leefomgeving. Op basis van 47 SDG-subdoelen, gegroepeerd in 12 thema’s, kunnen gemeenten de bestaande situatie toetsen en scenario’s vergelijken. Door te scoren en de uitkomsten te visualiseren ontstaat inzicht in de mate van balans en de aandacht voor verschillende terreinen. Dan kunnen keuzes worden gemaakt op basis van vooraf geformuleerde afwegingsprincipes, zoals: voorrang voor scenario’s die opgaven combineren en geen negatieve effecten afwentelen. Bij het toepassen van zo’n afwegingskader is een proces met alle gemeentelijke afdelingen en relevante groepen van groot belang.
De deelnemers reageerden positief op de gepresenteerde uitkomsten. Een raadslid stelde dat de doelen in veel gemeenten nog volstrekt onbekend zijn. Er werd aandacht gevraagd voor de betrokkenheid van de medewerkers in het sociale domein, die de handen vol hebben aan de decentralisaties van 2015 en bij wie de Omgevingswet niet zo op het netvlies staat.
De discussie resulteerde in de volgende aanbevelingen:
- Voor gemeenten: zorg dat afdelingen en spelers in het sociale domein actief worden betrokken bij het opstellen van de omgevingsvisie en gebruik daartoe verbindende taal die duidelijk maakt hoezeer sociale aspecten met de fysieke leefomgeving samenhangen.
- Voor de VNG: werk door alle geledingen van de organisatie met de Global Goals en zorg dat deze breder wordt meegenomen in de communicatie naar gemeenten, niet alleen vanuit de campagne van VNG International.
Op dit moment zijn al 91 Nederlandse gemeenten aangesloten bij de Gemeenten4GlobalGoals campagne en actief bezig met het lokaliseren van deze mondiale duurzaamheidsagenda. Nóg meer gemeenten zijn geïnteresseerd om met de doelen aan de slag te gaan, of willen graag een nog actievere invulling geven aan de implementatie van de agenda. Maar waar begin je nu precies? Dat is de vraag die centraal stond bij deze. Hierbij zijn presentaties gegeven door Anke de Vries van Gemeente Smallingerland en Gerard den Boer van Gemeente Amsterdam
De Gemeente Smallingerland is destijds gestart met het aangaan van gesprekken met verschillende afdelingen binnen de eigen organisatie. Waar zijn aanknopingspunten te vinden tussen werk dat al wordt verricht en uitdagingen die er liggen, met de Global Goals agenda? De doelen voegen vaak een verrijkende en bredere dimensie toe aan al het mooie bestaande werk dat al wordt verricht. Die koppelingen werden al snel op vrij veel terreinen gevonden, zeker op onderwerpen die passen bij het DNA van de organisatie. In Smallingerland in eerste instantie hoofdzakelijk op dossiers en afdelingen gericht op het sociaal en ecologisch vlak. Het echte verschil werd gemaakt doordat er intern enthousiastelingen en ambassadeurs opstonden die actief anderen mee probeerden te krijgen, en kansen konden identificeren en benutten. Dit heeft op veel verschillende manieren vervolg gekregen door bijvoorbeeld verschillende workshops die zijn georganiseerd. Daarnaast heeft het erg geholpen het integrale karakter van de agenda te benadrukken door uitgesproken steun vanuit de directie. Het is dus noodzaak om de Global Goals strategisch, bestuurlijk als ook organisatorisch in te bedden. Dat laatste betekent dan ook dat afdelingen bij elkaar moeten komen, waardoor er een andere kijk en een andere afweging kan worden gemaakt in lijn met de doelen.
Vanuit de Gemeente Amsterdam werd opgemerkt dat de aandacht voor de doelen steeds groter werd, zowel nationaal als internationaal.
Vanaf 2018 is toen besloten hier zelf actief mee aan de slag te gaan, allereerst door het oprichten van een Global Goals werkgroep met vertegenwoordigers vanuit de verschillende directies maar ook collega’s van de onderzoekafdeling. Dit heeft geresulteerd in een door de organisatie breed gedragen team van 150 vertegenwoordigers die met de doelen aan de slag zijn gaan. Hierbij is eerst een eigen welvaartsindex gecreëerd. Daarbij zijn verschillende ambitie scenario’s ontwikkeld op een schaal van één tot vijf, van ‘niets doen’ tot het worden van ‘koploper’. Een belangrijke les hierbij is gebleken dat het essentieel is dat er steun is vanuit het college, omdat anders in de praktijk de prioriteit voor een actieve aanpak van de doelen toch minder blijkt. Uiteindelijk is er nu een routekaart Global Goals ontwikkeld na consultatie van de verschillende collega’s verenigd in de Global Goals werkgroep voor de komende 4 jaar, met een coördinerende wethouder en twee collega’s die zich volledig bezighouden met de doelen. Het zoeken van deze expliciete committering heeft als insteek voor Amsterdam goed gewerkt.
De discussie resulteerde in de volgende aanbevelingen:
- Voor gemeenten: Algemeen draagvlak creëren binnen de gehele gemeenten zowel als organisatie op verschillende afdelingen als bij de inwoners. Strategisch verkenning starten in het jaar voor de verkiezingen en het plan omtrent de SDG’s daarop aanpassen. De kenmerken en eigenschappen van de gemeente matchen in het plan met SDG’s.
- Voor de VNG: De indicatoren omvormen en bruikbaar maken als een set die alle gemeenten toe kunnen passen. Gemeenten willen eigen voortgang kunnen meten daar waar nodig vergelijkingen kunnen maken met anderen. Deze vergelijking kan tot inzichten leiden waar advies gehaald kan worden aangaande bepaalde doelen en subdoelen. Bijkomend wordt aanbevolen om ‘good practices’ van verschillende gemeenten zoveel mogelijk te delen en de campagne en brede duurzaamheidsagenda zoveel mogelijk te promoten. Hierbij kan de VNG een grote rol spelen.
Steeds meer gemeenten willen een stap verder gaan dan het ‘labellen’ van activiteiten, programma’s, beleid of begrotingsposten met de Global Goals.
De Global Goals zijn als duurzaamheidsagenda inmiddels alweer bijna 5 jaar geleden unaniem omarmd door alle leden van de Verenigde Naties. Logischerwijs wordt de behoefte om de voortgang te meten op de implementatie van deze agenda steeds groter. We hebben immers nog maar 10 jaar te gaan tot 2030 om deze doelen wereldwijd te realiseren. Maar waar moet je precies beginnen als dit wilt gaan meten? Waar haal je die informatie vandaan, en hoe kun je dit op een heldere manier weergeven?
Het staat vast dat we op deze vragen nog geen sluitend antwoord hebben kunnen formuleren tijdens deze sessies. Wel hebben we kennis kunnen nemen van een aantal mooie voorbeelden. In beide ronden heeft Marcel Herms vanuit de Gemeente Utrecht de totstandkoming van hun eigen en zeer uitgebreide monitor toegelicht, deze zal binnenkort online beschikbaar en open toegankelijk zijn. En (alleen in de tweede ronde) Alice Balbo heeft namens de Duitse vereniging van lokale overheden, Deutscher Städtetag, hun uitgebreide monitor toegelicht die door onze oosterburen voor lokale overheden is ontwikkeld. Daarnaast heeft (ook alleen in de tweede ronde) Hanne Albers van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) toegelicht hoe je nu eigenlijk tot een dergelijke meetinstrument kunt komen. Zij hebben een handleiding ontwikkeld die op meer praktisch procesniveau beschrijft hoe je een dergelijk traject kunt insteken. Naast deze procesbeschrijving hebben zij ook een set aan indicatoren vastgesteld voor Vlaamse lokalen overheden, waarvan een groot deel ook voor de Nederlandse context bruikbaar lijkt.
Naast deze mooie voorbeelden zijn er de afgelopen jaren nog veel meer datasets ontwikkeld en meetinitiatieven gestart. Onder andere vanuit de academische wereld, intergouvernementele organisaties, onderzoeksinstituten, overheden en de private sector. Maar in hoeverre zijn deze nu echt bruikbaar en relevant voor Nederlandse gemeenten? Vanuit de VNG zijn we een traject gestart om dit in samenwerking met een aantal gemeenten te verkennen, om uiteindelijk te komen tot een standaard aan indicatoren die wél bruikbaar en relevant is voor Nederlandse gemeenten. Bij dit traject hebben we de volgende aanpak gebruikt:
- Het verrichten van een vergelijkende studie van zes bestaande indicatorensets om zo goed mogelijk gebruik te maken van beschikbare informatie;
- De doelen en indicatoren zijn vervolgens verdeeld over de volgende vier clusters: economie en werkgelegenheid, sociaal, fysiek en tot slot veiligheid en partnerschappen
- We hebben vooraf bepaald welke data van indicatoren al beschikbaar is, en in welke gedefinieerde vorm, via het VNG platform waarstaatjegemeente.nl
- Vervolgens zijn we in een aantal verschillende werksessies met gemeenten aan de slag gegaan om te bespreken welke indicatoren bruikbaar en relevant zijn, om uiteindelijk tot een gedeelde overstemming te komen over passende indicatoren
Na drie nuttige bijeenkomsten hebben we voor 12 van de 17 Global Goals een eerste selectie van passende indicatoren gemaakt. Hier zullen we de komende periode verder aan werken, zodat we in de loop van dit jaar voor alle 17 Global Goals een standaardset aan indicatoren hebben. Parallel aan dit inhoudelijke traject zoekt de VNG ook naar mogelijkheden tot externe financiering om uiteindelijk een daadwerkelijk dashboard te kunnen ontwikkelen. Deze zoektocht zetten we de komende periode met veel energie voort.
Uit de reacties werd de behoefte aan een standaard nadrukkelijk bevestigd. Zonde als iedereen zelf het wiel moet uitvinden. Een standaard maakt het bovendien mogelijk om tussen gemeenten onderling gegevens te vergelijken. Daarbij was unaniem instemming met het VNG-uitgangspunt dat het niet moet gaan om ranglijsten, maar om een instrument om het presteren van je eigen gemeente mee te versterken. Lokaal en in het lokale politieke debat kunnen kunnen objectieve gegevens overigens wel degelijk óók (communicatieve) meerwaarde hebben. Dus een goede presentatie (dashbord) en inzicht in waar de gegevens vandaan komen zijn óók van belang.
De discussie resulteerde in de volgende aanbevelingen:
- Voor gemeenten: meten is niet alleen een meetinstrument, maar ook een beleidsinstrument en een communicatie-instrument. Met monitoren kun je niet alleen achteraf kijken wat je hebt gedaan, maar monitoren kun je ook gebruiken als basis voor een goed (politiek) gesprek.
- Voor de VNG: ontwikkel een standaard set van indicatoren die alle Nederlandse gemeenten kunnen gebruiken, zodat onderlinge informatie-uitwisseling mogelijk is.
Om de Global Goals te realiseren, is samenwerking en opschaling nodig, nationaal en internationaal. SDG 17 gaat daar over. Dat kan op verschillende manieren: één-op-één stedenbanden; kennisnetwerken voor het delen van best practices; verbinding met je internationale economische ontwikkeling, etc. De verschillende vormen zijn op een rij gezet in een recente VNG-publicatie, zie hier.
Desirée vd Ven en Etienne de Jager, presenteerden hoe de gemeente Utrecht invulling geeft aan de internationale dimensie van de Global Goals, met de nadruk op de samenwerking met de stad Kajjansi in Oeganda. De gemeente werkt daarbij samen met in Utrecht gevestigde organisaties (MVO Nederland, Universiteit Utrecht) en bedrijven. Het project is gericht op capaciteitsversterking van Kajjansi, op het gebied van verstedelijking, transport en circulaire economie. Dat Utrecht geen geld meebrengt, draagt bij aan helderheid over de rol: Utrecht is adviseur en geen financier die eisen stelt. Wel geldt binnen de gemeente de verwachting dat Utrecht, via haar bedrijven en instellingen, er zelf ook wat aan moet hebben.
Dat laatste geldt ook bij andere gemeenten. Er is de laatste jaren meer nadruk gekomen op internationale economische relaties, en kennisuitwisseling op thema’s die relevant zijn voor de eigen gemeente. Bijv. Den Haag (toegang tot recht), Schiedam (in het Europees netwerk Eurotowns: mobiliteit, ruimte en het belang ervan voor de inwoners), en Schouwen-Duiveland (leren over duurzaam kusttoerisme in het KIMO-netwerk en via Interreg). Voor velen herkenbaar: het politiek draagvlak is groter als de internationale activiteiten aansluiten bij het eigen gemeentelijk DNA. De Global Goals kunnen daarbij helpen als gemeenschappelijke, wereldwijde ‘taal’. De Vereniging Sport en Gemeenten (VSG) wees erop dat UNESCO sport gebruikt als wereldwijd platform om awareness rondom de Global Goals te creëren. Sport en bewegen vind je overal. Je kunt goed de Global Goals met sporten verbinden. Voorbeelden en meekijken hoe andere gemeenten dat vorm geven is dus gemakkelijk.
Er werd gevraagd wat Buitenlandse Zaken (BZ) vindt van gemeentelijke internationale samenwerking. BZ onderkent dat gemeenten relevante expertise hebben voor versterking van lokale overheden elders in de wereld. Dat wordt ook ondersteund via o.a. VNG-programma’s.
Hanne Albers (Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten, VVSG) ziet veel parallellen met Vlaanderen. Ook daar veel aansluiting bij de eigenheid van gemeenten. Voorbeeld Brugge als chocoladestad: om bij te dragen aan de Global Goals en de cacaoketen inzichtelijk te maken, wordt gezocht naar een partner in een ander land die aan het begin van die keten staat. En de gemeente Lommel gebruikt de SDG’s in haar samenwerking met een plaats in Namibië: vanaf het begin zijn de SDG’s meegenomen als referentiekader in het meerjarig programma. Gekeken is op welke manier de verschillende onderdelen bijdragen aan de SDG’s. Dat wordt omgezet in actiepunten per jaar en in de communicatie naar inwoners.
De discussie resulteerde in de volgende aanbevelingen:
- Voor gemeenten: neem je kernidentiteit of profiel als basis of vertrekpunt om internationale samenwerking vorm te geven. Kies vandaaruit wat je verder wil versterken; de internationale samenwerking draagt daar aan bij en is geen doel op zichzelf.
- Voor de VNG: leg uit aan gemeenten waarom je internationaal iets zou willen. Want wethouders worstelen daar vaak mee. Er is een soort advocacy benadering nodig.
Nota bene: De voorziene presentatie van de gemeente Oss kon vanwege de Corona-beperkingen voor Brabantse gemeenten niet worden gegeven. U vindt ‘m hier.
Janne Kuijpers, voorzitter Platform Global Goals Oss
Janne Kuijpers, voorzitter Platform Global Goals Oss, introduceert via een video-verbinding hoe het succesvolle Platform Global Goals Oss is opgezet, wat de factoren voor succes zijn geweest, en wat de huidige uitdagingen zijn. De vrijwilligersorganisatie, die ten doel heeft dat dat 80% van de inwoners van Oss in 2030 weet wat de Global Goals zijn, begon in 2008 als werkgroep van een raadslid. Sindsdien zijn alle politieke partijen betrokken en is de werkgroep over de loop van 12 jaar uitgegroeid tot een stichting met verschillende werkgroepen, die nauw samenwerken met de O’s van Oss: Ondernemers, Onderwijs, Organisaties en Overheid.
De samenwerking met de gemeente is succesvol, met burgemeester Wobine Buijs als ambassadeur en een vaste contactpersoon in de gemeente om mee te sparren. Het platform ontvangt vaste subsidie van de gemeente. Verdere succesfactoren zijn bezielde voortrekkers van het platform; het stap voor stap ontwikkelen van het platform op een manier die past bij de gemeenschap; en de vrijwilligers die zich onvermoeibaar inzetten. Op dit moment zit de stichting in een nieuwe fase: ze gaat meer aansluiten bij bestaande evenementen om vrijwilligers minder te belasten, en zichtbaarheid vergroten door de hierboven genoemde O’s aan te zetten dat zij zelf ook laten zien hoe zij bijdragen aan de Global Goals. De gehele bijdrage van Janne zie je onderaan dit verslag. Meer vragen aan Janne? Je bent van harte welkom om vragen te stellen via voorzitter@globalgoalsoss.nl
Mena Leila Kilani, projectleider brede beweging SDG Nederland
Hoe maak je grote doelen klein? Daar houdt Mena zich als projectleider brede beweging van SDG Nederland mee bezig. SDG Nederland is een stichting die zich op nationaal niveau bezighoudt met het faciliteren van een beweging van ruim 800 partijen die bijdragen aan de Global Goals (SDG’s). SDG Nederland informeert, activeert en verbindt die partijen. Vorig jaar is SDG NL begonnen met het betrekken van een breder publiek bij de doelen, onder meer met de SDG Stedentrip Bus waarmee langs wordt gegaan bij gemeenten. Inwoners, ondernemers en gemeente worden in de bus gevraagd hoe zij op hun manier kunnen bijdragen aan het behalen van de grote doelen. Daar komen hele concrete acties uit, ingeblikt worden in een ‘blik op de toekomst’ die na 3 maanden geopend wordt, wanneer de acties zijn ondernomen. Het sleutelidee van SDG NL is dat zowel top-down, als bottom-up aan de doelen gewerkt moet worden. In een interactief gesprek met de deelnemers komen de volgende observaties en actiepunten naar voren:
- Belangrijk om de bestaande bottom-up energie in de samenleving rondom duurzaamheid/sociale initiatieven/de Global Goals te kanaliseren – gemeenten kunnen luisteren naar initiatiefnemers en kijken waar ze kunnen helpen;
- Maar óók als gemeente top-down informatie inwinnen via andere Global Goals Gemeenten of SDG Allianties over hoe het werken aan de Global Goals.
- Jeugd speelt een belangrijke rol in duurzaamheid. Denk aan hen door een leerstoel voor de toekomst klaar te zetten bij elke bijeenkomst – deze blijft leeg en symboliseert de volgende generatie. Werk samen met een kinderraad. Laat scholen hogescholen, mbo’s het SDG Charter ondertekenen.
- Je maakt de doelen lokaal door een lokale ambassadeur per doel aan te stellen. Meet via MAEX maatschappelijke impact van lokale initatieven. En kijk via NUDGE waar in jouw gemeente zich al energie/duurzame initiatieven bevinden. Koppel de Global Goals aan bestaande lokale (of landelijke) acties.
Farida Telgt, kabinet van de Gevolmachtigd Minister van Sint Maarten in Nederland
Het land Sint Maarten is sinds 2019 ook aangesloten bij de Global Goals campagne van de VNG. Sint Maarten ziet de doelen als een positieve, verbindende agenda. Een SDG Think-Do-Thank die bestaat uit medewerkers van verschillende ministeries stimuleert actie en werkt nauw samen met scholen om bewustzijn rondom de doelen te vergroten. Farida deelt de mini-docu van het Sint Maartense ‘SDG Expressions Project’ met de aanwezigen. Deze video is ook op de Gemeenten4GlobalGoals website te vinden.
Maike van Eijndthoven, platform Utrecht4GlobalGoals
In Utrecht is er een vruchtbare samenwerking tussen de gemeente en het platform Utrecht4GlobalGoals. ‘Gezond Stedelijk Leven voor iedereen’ is het lokale richtinggevende idee. Ontzettend veel lokale initiatieven maken verbinding met de Global Goals en het platform en laten via HeelUtrechtU zien aan welke doelen zij werken. Ook stimuleert het platform sociaal ondernemers om verbinding te maken met de Global Goals, via een door haar ontwikkelde methode om bedrijven te verbinden met de doelen en hun strategie op een gerichtere manier te definiëren. De Goals zijn ook een internationale taal die grote bedrijven zoals IKEA begrijpen en gebruiken. Dit stelt kleine bedrijven in staat om zich te verbinden met grotere. In een interactief gesprek met de deelnemers komen de volgende observaties en actiepunten naar voren:
- Ga als gemeente in gesprek met ondernemers en winkeliers over wat deze kunnen bijdragen, vooral de ketens die in elke grote winkelstraat zitten.
- Koppel de Goals aan evenementen zoals de Vuelta en enthousiasmeer andere gast-gemeenten om ook Global Goals Gemeente te worden.
- Inwoners moeten de Global Goals herkennen. Belangrijk om de doelen dus zichtbaar te maken bij de voetbalclub, bij scholen, bij kunstenaars, et cetera. Al deze organisaties kunnen laten zien wat ze al doen aan de Goals, en dat versterkt de boodschap.
- Denk ook eens aan lespakketten zoals “Welke Global Goals zitten er in jouw spijkerbroek?” van Utrecht4GlobalGoals om de Global Goals klein en behapbaar te maken. Of naar Leren voor Morgen, dat de Global Goals gebruikt als raamwerk voor duurzaam onderwijs.
- Bied als gemeente slagvaardige ondersteuning voor natuur & milieu-educatie op scholen en ook voor concrete initiatieven op scholen zoals het simpeler maken van afvalscheiding.
De volgende aanbevelingen werden geformuleerd:
- Voor gemeenten:
- Het inzetten van de eigen regelgeving voor het bevorderen van de maatschappelijke doelen die in de Global Goals vervat zijn. Bijvoorbeeld door bij vergunningverlening voor evenementen en bij aanbestedingen van initiatiefnemers te vragen om breed aan te geven aan welke doelen zij bijdragen. Bij voorkeur expliciet gekoppeld aan de Global Goals. En dit dan ook ‘scherp’ maken door bijvoorbeeld aanvragen te beoordelen op basis van een puntensysteem.
- Bij evenementen sociale doelen koppelen aan fysieke duurzaamheid. Dus verbind een actie rondom het opruimen van plastic, of het planten van bomen, aan een actie tegen eenzaamheid. Zo bereik je een veel bredere doelgroep en werk je aan kruisbestuiving.
- Zet een Global Goals platform op van de samenleving die de communicatie over de doelen verzorgt.
- Voor de VNG: actief gemeenten en regio’s benaderen die nog niet zijn aangehaakt bij de Gemeenten4GlobalGoals campagne. Lobbyen bij het ministerie van BZ of BZK voor een fonds dat onafhankelijke stichtingen steunt die, in gemeenten die hiervoor geen middelen ter beschikking stellen, de Global Goals op de agenda zetten. Meer jaarlijkse bewustwordingsacties opzetten waar gemeenten aan mee kunnen doen, zoals de Gemeenten4GlobalGoals Vlaggendag.
Volledige bijdrage Janne Kuijpers, voorzitter Platform Global Goals Oss
Janne Kuijpers, voorzitter Platform Global Goals Oss, introduceert via een video-verbinding hoe het succesvolle Platform Global Goals Oss is opgezet, wat de factoren voor succes zijn geweest, en wat de huidige uitdagingen zijn. Het platform is een vrijwilligersorganisatie die als doel heeft dat 80% van de inwoners van Oss in 2030 weet wat de Global Goals zijn. Het begon in 2008 met een initiatief van een raadslid om Milenniumgemeente te worden. Nadat een meerderheid het aannam is er een werkgroep gestart met aandacht opwekken voor de Milenniumdoelen, die later de Global Goals werden.
Sinds 2008 zijn alle politieke partijen betrokken. Van een initiatief van de gemeenteraad is het uitgegroeid tot een stichting met verschillende werkgroepen met vrijwilligers (Goal 5, werkgroep Food die wereldmaaltijd organiseert, werkgroep Fairtrade, werkgroep Jongeren, werkgroep Juniors in opleiding). Er is een zevenkoppig bestuur. Ook bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties zijn aangesloten. Het platform heeft een prachtige ambassadeur aan burgemeester Wobine Buijs, wie overal met het platform het verhaal van de Global Goals vertelt. Wat als platform prettig is, is dat er een vaste contactpersoon is in de gemeente om mee te sparren. Daarnaast ontvangt het platform een vast subsidiebedrag per jaar, bedoeld om bijeenkomsten te organiseren, communicatie te ontwikkelen, om te verbinden en te inspireren. Er worden geen kosten voor vrijwilligers vergoed.
Wat erg geholpen heeft is dat het platform sinds de start stevige aanjagers heeft: het begon met het initiatiefnemende raadslid, en daarna bezielde voorzitters van het platform. Ook krachtig is de verbinding met Fairtrade in Oss, waarmee wordt bijgedragen aan 10 Global Goals – ook op die manier is bedrijfsleven ook betrokken. De werkgroep heeft zich over de loop van 12 jaar ontwikkeld tot een stichting; stap voor stap uitvinden wat voor de gemeenschap werkt en dan de volgende stap zetten, dat is een van de succesfactoren. Maak het passend voor je eigen gemeente! En daarnaast zit het succes natuurlijk in de kracht van de vrijwilligers die zich onvermoeibaar inzetten.
De stichting zit nu in een nieuwe fase: eerst organiseerde ze zelf allerlei inspiratiebijeenkomsten, festivals. Dat was erg succesvol maar kostte erg veel tijd van de vrijwilligers. Waar het platform nu naartoe wil is aansluiten bij bestaande evenementen: zoals de Week van de Duurzaamheid en evenementen rondom 5 mei. Dit gebeurt via de O’s van Oss: overal Organisaties (maatschappelijk/vrijwilligers), Ondernemers, Overheid (vaak de gemeente maar kan ook waterschap zijn) en het Onderwijs betrekken. Altijd worden evenementen met 1 of meerdere van deze O’s samen georganiseerd.
Het gaat om netwerken en inspireren, maar ook om zichtbaarheid. En meer mensen betrekken! De vraag is nu hoe het verhaal van Global Goals Oss verteld kan worden via het ondernemers, organisaties, onderwijs. Een voorbeeld is een lokale ondernemer die bij alle activiteiten op hun website de Goals heeft geplakt om zo te laten zien wat ook zij bijdragen. Dat soort dingen wil het platform veel meer: laten zien hoe alles wat er gebeurt bijdraagt aan de Global Goals. Er gaat nu een plan worden opgesteld om dit te realiseren.
Meer vragen aan Janne? Je bent van harte welkom om vragen te stellen via voorzitter@globalgoalsoss.nl