VNG Magazine nummer 4, 1 maart 2024

Tekst: Leo Mudde | Beeld: Hans Roggen

Sinds de Russische inval in Oekraïne, twee jaar geleden, zochten meer dan honderdduizend Oekraïners hun toevlucht in Nederland. Hun leven in twee werelden zorgt voor veel stress. In Utrecht vinden ze rust in een eigen huiskamer.
 

Huiskamer Oekraïners in Utrecht

Toen Mona Keijzer (BBB) eind januari in de Tweede Kamer opperde dat er eens serieus moet worden nagedacht over het terugsturen van Oekraïense vluchtelingen naar ‘veilige delen’ van hun land, veroorzaakte dat een schokgolf in de Oekraïense ­gemeenschap in Nederland. Nog geen uur nadat de uitspraak het nieuws haalde, zat Anna Zinchenko al aan tafel met landgenoten die over niets anders konden spreken. ‘Het was voor Oekraïners heel moeilijk om dit te horen’, zegt ze. ‘Ze dachten direct: oh my god, waar moet ik naartoe? Het zorgde voor veel stress.’
Zinchenko is samen met Anna Bieliaieva de kern van Vital’nya, de Oekraïense ‘huiskamer’ midden in Utrecht. Hier komen mensen die sinds 24 februari 2022, toen Rusland Oekraïne binnenviel, als vluchteling in Nederland onderdak hebben gekregen, samen. Het is een rustpunt in hun dagelijks leven waarin ze heen en weer worden geslingerd tussen hoop en vrees voor de toekomst.

Huiskamer

Vital’nya – huiskamer in het Oekraïens – begon twee jaar geleden als ontmoetingsruimte, een initiatief van Doron Verstraelen en Jaap Breugem. Zij maken deel uit van het bestuur, maar de dagelijkse praktijk laten ze over aan Bieliaieva en Zinchenko. Direct na de Russische invasie reed Verstraelen met zijn vrouw naar de Oekraïense grens en raakte onder de indruk van de drama’s en de chaos die hij daar aantrof. ‘Ik belde Jaap en zei: we moeten iets doen, want er komen heel veel mensen naar Nederland en dat kan de overheid niet alleen oplossen. We moeten onze solidariteit tonen.’
Via een vriend vonden ze een ruimte naast de Jaarbeurs waarin het idee van de huiskamer werd uitgewerkt. Omdat bijna alle vluchtelingen die eerste weken waren ondergebracht in hotels, werden alle hotels gebeld met het verzoek hun gasten te informeren over het bestaan van Vital’nya. ‘We wisten niet of het in een behoefte zou voorzien,’ zegt Verstraelen. ‘Op 1 april 2022 gingen we om vijf uur ’s middags open, er stonden direct al honderd mensen voor de deur.’
Die eerste ruimte bestaat niet meer. Vital’nya zit nu in een antikraakpand, op een kwartier lopen van de Jaarbeurs. Wekelijks weten honderden Oekraïners uit Utrecht en omliggende gemeenten de huiskamer te vinden, om te praten, taallessen te volgen of een bijeenkomst van een mental health group bij te wonen. ‘We bleven maar groeien en groeien, te snel om het met een paar vrijwilligers te blijven runnen. De gemeente juichte ons initiatief toe, wij waren toch een soort nuldelijnsvoorziening met een goed contact met de Oekraïense gemeenschap. De gemeente is toen onze partner geworden.’
Vanaf het begin was het de bedoeling om letterlijk aan de keukentafel te luisteren naar wat de mensen bezighield, en vervolgens te bespreken wat er nodig is om in behoeften te voorzien. Breugem: ‘Je weet ook nooit wat er gebeurt, de ene week kan totaal verschillen van de andere. De stemming verandert als er aan het front iets ingrijpend gebeurt, en dan verandert de aanpak hier ook.’

Ons leven wordt nooit meer hetzelfde als voor 24 februari 2022

Studenten

Inmiddels hebben de initiatiefnemers niet alleen een partnerschap gesloten met de gemeente Utrecht, maar ook met andere organisaties als de Hogeschool Utrecht, de culturele stichting Stadsklooster, VluchtelingenWerk en de stichting Welkom in Utrecht die vluchtelingen die in Utrecht wonen in contact brengt met mensen uit de regio. ‘We vullen elkaar goed aan. Als je dingen samen doet sta je sterker’, zegt Breugem. Zo lopen enkele tientallen studenten pedagogiek van de Hogeschool Utrecht stage bij Vital’nya. 
Arjan van Rijn is programmadirecteur Opvang van de gemeente Utrecht. Hij is blij met het initiatief. ‘Hier komt alles samen, Vital’nya heeft de contacten en coördineert activiteiten, wij zorgen ervoor dat vluchtelingen een dak boven het hoofd hebben.’ Hij gebruikt de Engelse term housing. ‘Dat is dus iets anders dan a house. Anders dan in de media weleens wordt gesuggereerd, zijn er in Utrecht geen Oekraïners die een sociale woning krijgen.’

Onzekerheid

Van Rijn wijst op de onzekerheden die het leven van de Oekraïners in Nederland bepalen. ‘Twee jaar leven ze al in onzekerheid: gaat de oorlog nog maanden duren, of jaren? Dat doet iets met hun mentale gesteldheid. Ik zeg niet dat het erger is dan bij “normale” asielzoekers, maar het is een ander proces en dat moeten we anders benaderen. Voor ons is dit ook nieuw, maar we werken graag samen met Vital’nya. We zijn heel gecharmeerd van het idee dat Oekraïners zelf een groot deel van de ondersteuning op zich willen menen.’

Om een land op te bouwen, moet je eerst jezelf weer opbouwen

Dat is dan tegelijk het grote verschil met Oekraïense ontmoetingsplekken in andere steden: in Utrecht doen ze het helemaal zelf. Verstraelen herinnert zich de tweede dag dat Vital’nya open was. ‘We gingen koffie maken, maar toen liet Anna (Bieliaieva, red.) al weten ze dat zelf wilde doen. Dat zei ze ook: we want to be in control of our own lives.’
Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Als psycholoog ziet Zinchenko dagelijks hoe de Oekraïners in twee werelden leven. ‘Zowel mentaal als fysiek. Ons leven wordt nooit meer hetzelfde als voor 24 februari 2022. Alles is veranderd. Huizen zijn verwoest, familie en vrienden zijn dood of gevlucht. En ook zelf word je nooit meer dezelfde. Voor pubers is het zo mogelijk nog verwarrender. Mijn zoon was een kind toen hij naar Nederland kwam, nu is hij een puber. Een puberbrein werkt heel apart, het is moeilijk om hem uit te leggen dat naar school gaan toch echt belangrijk is. Moeders staan daar alleen voor. Daar praten we hier ook over.’

Stressvol

Bieliaieva vult aan: ‘Mijn zoon was drie toen we vluchtten. Op school spreekt hij nu Nederlands, thuis met mij Oekraïens. Wat het meest stressvol is, is dat de grens tussen de twee werelden verdwijnt. Soms lijkt het of ik al m’n hele leven hier woon en dan ineens besef je dat dat niet zo is. En je begint te vergeten wat je vijf jaar geleden deed, en waar dat was. Ik vind het beangstigend: we leven al twee jaar in twee werelden, je raakt eraan gewend en je gaat denken dat het normaal is, maar dat is het niet.’
Ze ziet wel een groeiend besef dat een verblijf in ­Nederland langer gaat duren dan gedacht. Wilde in het begin nog iedereen Engels leren, nu zijn Nederlandse taallessen populair. Zinchenko: ‘Met Engels kun je je hier prima redden. Maar we doen het graag uit respect omdat we hier zo gastvrij zijn ontvangen.’ 
Zinchenko zegt dat de Oekraïense diaspora – in Europa gaat het volgens de Verenigde Naties om zes miljoen vluchtelingen – zich moet voorbereiden op terugkeer. ‘Maar we weten niet wat we daar kunnen verwachten. Ik ben er nu zelf niet klaar voor, ik ben alles kwijt, moet een nieuw leven opbouwen. Om een land op te bouwen, moet je eerst jezelf weer opbouwen. Maar mensen verkeren in onzekerheid over hun man, hun zoon, hun huis. Ze hebben in één moment hun hele leven verloren. Ik probeer ze te vertellen dat we onze levens opnieuw moeten inrichten. Het zijn hier allemaal moeders met kinderen. Hoe kunnen we voor onze kinderen zorgen als we zelf zo gestrest zijn?’

Duidelijkheid

Het zou al veel schelen als er duidelijkheid was over een toekomst in Nederland, zegt Van Rijn. ‘De gemeente moet regelmatig vluchtelingen herplaatsen naar andere locaties omdat het contract met de huiseigenaar is verlopen. De Europese Richtlijn Tijdelijke Bescherming loopt tot maart 2025. Dat is te kort om iets te huren, ik wil iets voor de volgende jaren. Omdat ik niet weet wat er na maart 2025 gebeurt, blijf ik mensen verplaatsen. Dit zet het hele systeem onder druk. Als er niet snel duidelijkheid komt, heb ik echt een probleem. En de mensen om wie het gaat ook, want niemand zit erop te wachten steeds op een andere plek opnieuw te moeten beginnen.’
Gelukkig is er dan altijd nog de huiskamer om tot rust te komen en ervaringen te delen. Maar ook in Vital’nya is de oorlog niet ver weg. Bij binnenkomst valt het direct op: een groot net, strak gespannen in een houten frame. Bezoekers worden uitgenodigd het net te vullen met nepbladeren. Als het camouflagenet klaar is, wordt het naar het front gestuurd. Een symbolisch, maar daarom niet minder belangrijk teken van verbondenheid.

Initiatieven voor Oekraïners in Nederland

Het bestuur van Vital’nya komt graag in contact met soortgelijke initiatieven voor Oekraïners in Nederland, om van elkaar te leren en thema’s samen op te pakken. Het mailadres is welkom@vitalnya.nl.