VNG Magazine nummer 4, 1 maart 2024

Tekst: Saskia Klaassen | Beeld: Kees van der Werf

Vergrijzing en individualisering dwingen Berkelland tot een nieuwe visie op de 25 religieuze gebouwen. De herbestemming van kerkelijk erfgoed gaat gepaard met rouw, maar ook met nuchterheid. ‘Van de nieuwe beheerder vragen we maar één ding: respect voor het gebouw.’
 

Antoniuskerk in Rekken

De boodschap viel niet bij iedereen in goede aarde. Als de leegloop van kerken in dit tempo doorgaat, voorspelt de onlangs opgestelde Visie op religieus erfgoed, dan heeft de gemeente Berkelland in 2038 geen kerkgangers meer. Een inspreker tijdens de raadsbehandeling viel over de stelligheid waarmee de prognose in de beleidsnotitie stond.  ‘Alsof het mijn mening is, of een beleidsdoel’, verdedigt wethouder Arjen van Gijssel (CDA) zich. ‘Integendeel, het zijn de kerkgemeenschappen die deze voorspelling hebben gedaan.’

Digitaal kerken
Berkelland is in het rijke bezit van 24 kerken en één synagoge. Maar nu geloofsgemeenschappen vergrijzen en kerkbezoek geen vanzelfsprekendheid meer is, is herbestemming onvermijdelijk. De Achterhoekse gemeente wil graag worden betrokken in het voortraject van de planvorming door kerken. Nu is dat vaak pas laat en dan is meedenken lastiger. Het was de reden voor het opstellen van de ‘Visie religieus erfgoed’, die onlangs door de gemeenteraad werd vastgesteld. 

Het document inventariseert het kerkenbestand en brengt in kaart hoe de kerkgemeenschappen over de toekomst denken.  Ook worden mogelijke oplossingen aangedragen. Op dit moment zijn er nog zes gebouwen als kerk in gebruik, voor negen religieuze panden wordt een andere bestemming gezocht en tien hebben deze al. Dat gaat doorgaans niet gepaard met heftige discussies, is de ervaring van Van Gijssel. ‘Wel is er vaak de behoefte om iets van het liturgische te behouden, bijvoorbeeld rouw- en trouwdiensten in een kerk die aan de eredienst is onttrokken.’

Corona
Net als in de rest van Nederland heeft corona het kerkbezoek in Berkelland geen goed gedaan. ‘Mensen gingen digitaal kerken en voelden na de pandemie minder de noodzaak om op een vast tijdstip naar de dienst te gaan.’ Ontkerkelijking betekent overigens niet dat alle geloofsgemeenschappen zullen verdwijnen, voegt de wethouder hier direct aan toe. ‘Het zou heel goed kunnen dat een geloofsgemeenschap in een andere ruimte dan de kerk doorgaat.’  

Van de 25 religieuze gebouwen in Berkelland zijn er twaalf rijksmonument en zes gemeentemonument. Uitgangspunt is dat ze allemaal behouden blijven, benadrukt de wethouder. ‘Je haalt het uiteraard niet in je hoofd om een zevenhonderd jaar oude kerk te slopen. Maar ook een kerkje uit de jaren ’50 van de vorige eeuw kan van architectonische waarde zijn.’  De gemeente nam bureau De Kathedraaldenkers uit Delft in de arm om het erfgoed in kaart te brengen. Er werd gesproken met kerkbesturen en ervaringen werden uitgewisseld over herbestemming van gebouwen. 

Het is niet de bedoeling dat wij al die kerken opkopen

Veel kerken geven aan zich meer naar ‘buiten’ te willen richten en hun gebouw open te willen stellen voor nevenactiviteiten. De Kathedraaldenkers zien daarbij maatschappelijk vastgoed als een kansrijke optie. Toch heeft deze vorm van herbestemming óók zijn grenzen, denkt de wethouder. ‘Je kunt niet in elk dorp of buurtschap een bieb of een zorgcentrum neerzetten.’ Gelukkig zijn de geesten in Berkelland ook rijp voor meer zakelijke herbestemming.  Zo is een aantal kerken inmiddels omgedoopt tot sportschool, bedrijfsruimte of woning.

Betrokkenheid
De opstellers van de ‘Visie’ werden volgens de wethouder getroffen door de betrokkenheid van de Achterhoekers bij de herbestemming van kerken. Verschillende bevlogen bewoners en ondernemers dragen de kerken een warm hart toe of hebben interessante ideeën voor her- of nevenbestemmingen. ‘Niet alleen binnen de geloofsgemeenschappen, ook buiten de kerk wordt waarde gehecht aan het behoud van onze kerken.’ Wat hem betreft is dit plaatselijke initiatief ook aan zet. ‘Het is niet de bedoeling dat wij als gemeente al die kerken opkopen en gaan verzinnen wat er moet gebeuren. Die verwachtingen hebben we in de gesprekken met de kerkbesturen moeten managen.’

Ad hoc 
Een van de kerken die nu nog in gebruik is, maar in de toekomst waarschijnlijk niet meer, is de Oude Mattheüs in Eibergen. Nu al wordt de sfeervolle ruimte verhuurd aan particulieren. Zo vond er begin januari onder het gotische kruisgewelf een klankschalenconcert plaats en trad later die maand een kozakkenkoor op. Binnenkort wordt het beheer van de laatgotische kerk overgedragen aan een nieuwe stichting met hart voor de cultuurhistorische waarde van het gebouw. Doel is dat deze binnen een jaar het beheer en de exploitatie overneemt.

De protestantse gemeente Eibergen-Rekken had eigenlijk twee kerken, beide rijksmonument. De negentiende-eeuwse Antoniuskerk in Rekken werd eerder ontheven van diensten en is sindsdien een sociaal-cultureel centrum. De Oude Mattheüs wacht waarschijnlijk hetzelfde lot. ‘Jonge mensen beleven het geloof op een andere manier’, verklaart voorzitter 
van de kerkenraad Janny ten Berge de leegloop. Die beleving is ‘individueler’ dan de oudere generatie. ‘Een wekelijkse kerkgang hoort daar niet automatisch bij.’

Op dit moment kan de protestantse geloofsgemeenschap in Eibergen-Rekken nog rekenen op de hulp van 250 vrijwilligers, maar met een gemiddelde leeftijd van 73 vergrijst deze groep in rap tempo. Net als bij de voetbalvereniging en de fanfare zijn vooral bestuursfuncties moeilijk te vervullen. Door de vergrijzing lopen ook de inkomsten verder terug, rekent de voorzitter voor. ‘Terwijl de uitgaven van het rijksmonument er niet minder om worden.’ De energiecrisis dwingt de gemeente tot ‘ad-hocbesluiten’, zegt Ten Berge. Zoals het instellen van een hoger tarief voor verhuur in de wintermaanden.

Rouw
De gesprekken die voor de Visie religieus erfgoed met het kerkbestuur werden gevoerd waren vruchtbaar. De voorzitter: ‘Het is goed om over het reële perspectief van onze geloofsgemeenschap te praten.’ Positief vindt ze het ook dat er een vast aanspreekpunt komt bij de gemeente voor kerken voor de herbestemming. ‘Daarbij hopen we natuurlijk op een ambtenaar met kennis van zaken die voor langere tijd beschikbaar is.’ Dat de gemeente Berkelland haar rol vooral ziet als coördinator en facilitator, klopt volgens haar overigens niet helemaal. ‘De gemeente is óók eigenaar van vastgoed, zoals de toren van de Oude Mattheüs. Het onderhoud van de kerk is dus een gezamenlijk belang.’  

Je haalt het niet in je hoofd om een zevenhonderd jaar oude kerk te slopen

Voor de gemeenteleden is het verlies van het kerkgebouw een rouwproces, bevestigt de voorzitter. Deze rouw manifesteert zich op onverwachte momenten. Vlak voor de corona-uitbraak besloot het bestuur bijvoorbeeld dat in een multifunctioneel gebouw geen plek meer is voor kerkbanken. Voor sommige gemeenteleden was dat aanleiding om niet meer naar de wekelijkse dienst te komen. Ook de komst van kamerplanten en akoestische panelen in het koor konden rekenen op negatieve reacties. ‘Dat geeft rommel in de ruimte achter de pilaren. Helaas kunnen we ze niet voor elke kerkdienst opruimen.’

Waterstaatskerken
Aan het toekomstige gebruik van de Oude Mattheüs in Eibergen stelt het bestuur maar één voorwaarde, zegt de voorzitter: toekomstig gebruik moet plaatsvinden met respect voor het gebouw. ‘En daarmee bedoelen we niet alleen de muren, maar ook de geest van het gebouw.’

Wie de Oude Mattheüs bezoekt, voelt volgens Ten Berge ‘dat de gebeden die zijn uitgesproken er nog hangen’, een omschrijving die wethouder Van Gijssel onderschrijft. ‘De stenen fluisteren als het ware, je voelt dat hier eeuwenlang liturgisch is gehandeld.’

Toch is de voorzitter van de kerkenraad ook nuchter. ‘Hoe bijzonder deze kerk ook is, het blijft een gebouw’, benadrukt ze. ‘Persoonlijk vind ik de Oude Mattheüs de mooiste in de wijde omtrek, dat wil je met meer mensen dan onze kleine kerkgemeenschap delen.’ Om die reden zet ze de kerkdeuren graag open, zelfs een keer tijdens de kermis. ‘Ik heb het geturfd, 187 mensen kwamen toen kijken die normaal nooit een kerk bezoeken. Ze waren betoverd door het interieur.’

De wethouder is minder uitgesproken in zijn voorkeur voor een religieus gebouw. Hij is gehecht aan alle kerken, zegt hij, ook al schreef hij ooit een boekje over de laat veertiende-eeuwse dorpskerk van Ruurlo. Onlangs werd hij getroffen door de zogenoemde waterstaatskerken die in de negentiende eeuw werden gebouwd, zoals in Gelselaar. Ze werden door ingenieurs ontworpen en betaald door de Nederlandse staat. ‘Architectonisch leggen deze gebouwen het misschien af tegen de oude kerken, maar dat maakt ze niet minder interessant.’