VNG Magazine nummer 15, 9 oktober 2020

Tekst: Brenda van Olphen | Beeld: Alex de Haan/Persbureau noordoost

Al vijftig jaar is Rinze Visser, een van ’s lands laatste communisten en een bekende verschijning in De Fryske Marren, actief in de lokale politiek. ‘Als raadslid kun je niet vastroesten.’
 

39 Communist Rinze Visser

De 81-jarige Rinze Visser vierde vorige maand dat hij vijftig jaar raadslid is. Daarmee is hij het langstzittende raadslid van Nederland. De Fries beleeft momenteel zijn dertiende periode in de gemeenteraad, eerst van Lemsterland en na de gemeentelijke fusie in De Fryske Marren. Op de vraag of het wel verantwoord is dat iemand zolang op dezelfde plek zit, is zijn antwoord volmondig ja. ‘Uit alle felicitaties die ik heb ontvangen, neem ik aan dat het democratisch verantwoord is. Als raadslid kun je niet vastroesten. Je moet continu over zoveel verschillende dingen nadenken. Vandaag of morgen kan ergens een vraag over worden gesteld. Het dagelijks leven en de politiek zorgen ervoor dat je niet stil kunt staan.’

Visser werd op 3 juni 1970 als raadslid voor de Communistische Partij Nederland (CPN) gekozen. Sinds 1 september van dat jaar zat hij onafgebroken in de gemeenteraad van Lemsterland. Na de fusie tot De Fryske Marren bleef Visser raadslid. Ondertussen was zijn partij CPN in 1990 opgegaan in GroenLinks. Visser ging daar niet in mee en richtte met andere partijleden in 1992 de Nieuwe Communistische Partij Nederland (NCPN) op. In 1977 werd hij bijna lid van de Tweede Kamer. Hij stond op nummer acht op de lijst. De CPN had op dat moment zeven zetels, maar verloor er bij de stembusgang vijf. ‘Op een haar na zat ik erin, wel een flinke bos haar’, lacht hij.

Verbonden

De Fryske Marren is, met Heiloo, een van twee gemeenten in Nederland waar de NCPN in de gemeenteraad is vertegenwoordigd. Bij de verkiezingen in 2018 wist de partij zelfs een tweede zetel te winnen. Het is vooral de persoon Rinze Visser die de kiezers aanspreekt. ‘Dat kan immers ook niet anders als je zo lang meeloopt’, zegt hij. ‘Mijn naam is wel verbonden met de NCPN. Maar als er geen communistische partij was geweest, dan was ik geen raadslid geweest.’

Nederland mag volgens Visser flink linkser worden. Dat zijn eigen NCPN niet in meer gemeenten aan de verkiezingen meedoet, heeft een simpele reden. ‘Verkiezingen houden de democratie omhoog, maar ze zijn voor ons een lastige interruptie van de dagelijkse bezigheden. Verkiezingen zijn een democratisch recht en tegen aantasting ervan moet gestreden worden. Alleen die tijd die je aan een verkiezingscampagne moet besteden, kan ten koste gaan van de tijd die je als hulp aan mensen kunt besteden.’

Groot gevaar

Visser strijdt al een halve eeuw tegen de ongelijkheid in de maatschappij. Het baart de communist zorgen dat de inkomensverschillen de laatste jaren toenemen. Volgens Visser is het neoliberalisme van de afgelopen vijftien jaar een groot gevaar. ‘Het neoliberalisme is een andere fase in de ontwikkeling van het kapitalisme: van een kapitalisme met een menselijk gezicht richting een steeds harder wordende kapitalistische maatschappij. De laatste tijd hoor je meer kritische geluiden over deze ontwikkeling. Dat is terecht. Ook het gevaar van afglijden naar een fascistische ontwikkeling is aanwezig. We moeten ervoor waken dat het fascisme niet de overhand krijgt. Ik ben bang dat het gebeurt op een manier waarop mensen het niet doorhebben.’

De afstand tussen burger en gemeente wordt groter

Schaalvergroting van de gemeenten zorgt voor grote verschillen in de maatschappij, vindt Visser. Hij heeft het zelf ondervonden. Zijn gemeente Lemsterland ging in 2014 op in De Fryske Marren. De NCPN heeft in de gemeente Lemsterland tegen de fusie gestreden. ‘De afstand tussen burger en gemeente wordt groter en die kan niet alleen met internet worden opgeheven.’

Volgens Visser is de benarde financiële positie van de gemeenten een uitvloeisel van de schaalvergroting. ‘De laatste fusiegolf was vooral nodig omdat alleen grote gemeenten de per 2015 doorgevoerde transities van het sociaal domein zouden kunnen uitvoeren. Als de financiële positie van de gemeenten niet verbetert, dan krijgen we de discussie over schaalvergroting opnieuw. Dan gaan we hard achteruit. De gemeenten waar veel rijke mensen wonen, redden zich wel. Er zijn er altijd wel die het wel zonder hulp redden, maar de meesten kunnen dat niet. Zo wordt de ongelijkheid alleen maar groter.’

Kleine beurs

De zwakkeren in de samenleving kunnen al jaren op een betrokken reactie rekenen. Als mensen met de kleine beurs erop achteruit gaan, dan laat de NCPN van zich horen. ‘Dat zijn de dingen waar wij ons zorgen over maken. Daarbij neem ik geen blad voor mijn mond, maar ik houd mijn fatsoen. Je neemt als communist een bijzondere positie in de raad in. Het wordt van mij verwacht dat ik zeg waar het op staat.’

Ook al staat het raadslid bekend om zijn lange betogen, luisteren is volgens de nestor belangrijker dan praten. ‘Zeker bij mensen met wie je het niet eens bent. Standpunten komen ergens vandaan.’

Politiek gevecht

Volgens burgemeester Fred Veenstra van De Fryske Marren opereert Visser weleens op de rand, maar Visser zegt dat hij nooit óver het randje is gegaan. ‘Dat de burgemeester mij tijdens een raadsvergadering het woord ontneemt, is heel vervelend, maar daar lig ik niet wakker van. Soms heb je een politiek gevecht in de raad. Dat hoort erbij. Een week later kan iemand met wie je een fel debat hebt gehad, in het ziekenhuis liggen. Dan zijn er heel andere omstandigheden. De echte dieptepunten zijn het overlijden van collega’s. Ik heb het meerdere keren meegemaakt. Je bent allemaal mens.’