kandidaatstelling

Politieke partijen zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van de kandidaten die zij aandragen voor op de kieslijst en later in de raad of college kunnen worden benoemd.

Belangrijk is dus om al bij kandidaatstelling aandacht te hebben voor integriteit(sregels) en mogelijke risico’s.

Raadsleden

Voor benoeming van een raadslid is op grond van de Kieswet een geloofsbrievenonderzoek vereist. Bij het onderzoek zal ook de gedragscode (artikel 15, derde lid, van de Gemeentewet) betrokken worden en wordt gekeken naar onverenigbare betrekkingen en verboden handelingen.

Wethouders

De raad moet bij de benoeming van wethouders het volgende beoordelen:

  • wettelijke benoembaarheidsvereisten
  • onverenigbare functies
  • een eventueel strafrechtelijk verleden (VOG)

In een breed samengestelde commissie kan de benoembaarheid van de kandidaten worden onderzocht.  De kandidaten leveren de commissie alle relevante informatie aan en kunnen door de commissie worden gehoord. De commissie brengt een schriftelijk beargumenteerd advies uit waarna de raad beslist over de toelating. Sommige gemeenten bieden kandidaat-bestuurders de mogelijkheid om de risico’s waar zij door nevenfuncties, financiële belangen en dergelijke mee te maken kunnen krijgen, door een organisatie op voorhand te laten beoordelen.

Burgemeesters

Een profielschets van de burgemeester, op te stellen door de gemeenteraad, dient als basis voor het selectieproces naar een nieuwe burgemeester of voor de herbenoeming van een burgemeester. De profielschets geeft kandidaten zicht op de wensen van de gemeente(raad). Dat vraagt om een breed door de gemeenteraad gedragen profiel. De Commissaris van de Koning toetst op grond van artikel 28 van het Besluit justitiële gegevens justitiële en politiële antecedenten. Bij de aanbevolen kandidaat vindt naslag plaats bij AIVD en Belastingdienst door het ministerie van Binnenlandse Zaken.

Meer informatie