VNG Magazine nummer 12, 26 augustus 2022

Tekst: Rutger van den Dikkenberg | Beeld: Eric Brinkhorst

Aan het hoofd van de gemeente staat de gemeenteraad, zo staat in de Grondwet. Maar wat betekent dat in de praktijk? Kies een koers en laat je niet afbluffen door het college, zeggen ervaringsdeskundigen.
 

gemeenteraad Breda

Voor veel raadsleden zijn de drie rollen van de raad, die na de invoering van het dualisme in 2002 werden gemunt, niet onbekend. De raad heeft een kaderstellende, een controlerende en een volksvertegenwoordigende rol, klinkt het vaak. Die indeling is handig om grip te krijgen op de manier hoe een raadslid het politieke werk vormgeeft.

Maar, zegt Henk Gossink van de KNAP Academie, die veel lokaal bestuurders en raadsleden traint, met een al te strikte naleving van die rollen beperk je mogelijk de manier waarop je als gemeenteraad te werk gaat en maak je de positie van de raad minder sterk. ‘Als raad ben je het algemeen bestuur van de gemeente. Dat gaat naar mijn idee verder dan op hoofdlijnen besturen, of alleen de kaders vaststellen. De raad is de club die uiteindelijk de richting van de gemeente bepaalt en de financiële ruimte vaststelt die daarvoor nodig is. Dat is een heel grote inhoudelijke verantwoordelijkheid. Als raadslid kun je tegen het college zeggen: regel het maar, ik heb geregeld dat je het kúnt regelen.’

Ontzag
Hanneke Willemstein is raadslid voor de lokale partij GBSV Chaam uit Alphen-Chaam en sinds kort voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden. In theorie, zegt ze, gaat de raad over alles. ‘Maar zo wordt dat door veel raadsleden niet ervaren. Er is een groot verschil tussen theorie en praktijk.’

De raad is de club die uiteindelijk de richting bepaalt

Gemeenteraadsleden zouden degenen moeten zijn die de koers van de gemeente bepalen, zij zijn als gekozen volksvertegenwoordigers immers de enige lokaal bestuurders met een direct mandaat van de inwoners. ‘Maar zo werkt het over het algemeen niet’, zegt Willemstein. ‘Het college van burgemeester en wethouders heeft een heel dikke vinger in de pap. Dat hoeft niet erg te zijn, het is niet wij tegen zij, maar veel raadsleden realiseren zich gewoon niet dat zij de baas zijn. Uit een soort ontzag volgen ze dan de koers van het college.’

Dat ligt voor een deel aan de raadsleden zelf, die hun positie als lid van het hoogste orgaan niet altijd serieus nemen, zegt Willemstein. Zij laten zich soms door het college aftroeven wanneer een wethouder zegt ‘dat de raad er niet over gaat’. Maar je mag ook verwachten dat raadsleden goed ondersteund worden, zegt Willemstein. ‘Het is lekenbestuur. Niemand is beroepsmatig bezig met het raadslidmaatschap. Maar als je dat lekenbestuur wilt koesteren, moet je mensen wel ondersteunen zodat ze zich ook realiseren dat ze het hoogste bestuursorgaan zijn.’

Koers uitzetten
Het hoofdschap van de gemeenteraad betekent dat het uiteindelijk de gemeenteraad moet zijn die de koers uitzet. Dat gebeurt in beginsel ook: coalitieakkoorden worden doorgaans gesteund door een meerderheid van de raad. Maar dat betekent niet dat de raad na de formatieperiode maar moet wachten op waar het college mee komt. De wereld draait immers door.
Gossink: ‘In 2018 stond in heel weinig coalitie- of raadsakkoorden iets over corona. Dus als er tussentijds iets gebeurt, moet je daar als raad het voortouw in nemen. Bij corona heb ik dat weinig gezien. De raad kan daar agendasettend zijn: wat vinden we hier kwetsbaar en belangrijk, waar gaan we op letten? Maar anders dan vraagstukken over hoe je tijdens een lockdown als raad vergadert, heb ik dat niet gezien. Dat is een gemiste kans.’

Na de afgelopen gemeenteraadsverkiezingen belandde wethouder Maarten Hoelscher (PvdA) van Huizen als nieuw lid van de oppositie weer in de gemeenteraadsbankjes. Waar een deel van de ex-wethouders ervoor kiest dan toch niet hun raadszetel in te nemen, uit teleurstelling over de verkiezingsuitslag bijvoorbeeld, of om de opvolger niet in de weg te zitten, koos Hoelscher bewust voor een nieuwe periode in de raad. Het is een mooi ambt, zegt hij. ‘In het lokaal bestuur kun je zichtbaar invloed hebben.’
Hoelscher is nu ruim zestien jaar politiek actief: drie termijnen in de raad, sinds 2006, één termijn in het college en nu dus een nieuwe termijn in de raad. ‘Ik heb er goed over nagedacht. Als je op plek 1 van de lijst gaat staan, moet je gewoon in de raad. Zo zit ik erin. Die duidelijkheid heb ik ook aan de kiezer gegeven.’

Kritisch
De fractievoorzitter is kritisch over het functioneren van gemeenteraden. ‘Het raadswerk is vaak verworden tot een vraag- en antwoordspelletje met het college. Als raadsleden zich onvoldoende realiseren dat de raad het hoogste orgaan is, maakt de raad zich afhankelijk van het college. Als er een stukje in de krant staat, kun je er vergif op innemen dat er raadsvragen komen. Dat merkte ik als wethouder ook: ik deed veel mededelingen. De raad agendeerde ze bijna allemaal, om overal op in te zoomen, in plaats van ze soms ter kennisgeving aan te nemen.’ 

Het raadswerk is vaak verworden tot een vraag- en antwoordspelletje

Dat mag uiteraard, zegt Hoelscher, de raad gaat over zijn eigen vragen. Maar het risico is dat je het zicht kwijt bent op de hoofdlijnen en de koers. ‘Het raadslidmaatschap zou moeten betekenen dat je nadrukkelijk zélf de kaders neerzet waarbinnen het college beleid moet maken. Die kaderstellende rol is van belang, want daarmee laat je zien dat je in charge bent en niet afwacht waar het college mee komt. Dan ben je alleen bezig met je controlerende taak. Dat is ook belangrijk, maar de raad kan zoveel meer.’

Straattegels
Hoe geef je in de praktijk handen en voeten aan het hoofdschap van de raad? Je kunt als raadslid dus weliswaar over alles gaan, tot aan de kleur van de straattegels aan toe, maar is dat wel verstandig? ‘Alles’ is ontzettend veel, en het raadswerk is een parttime functie, vaak naast een reguliere baan. 

De belangrijkste stap is dat de gemeenteraad als geheel beschrijft hoe hij proactief te werk wil gaan, zegt Gossink. ‘Wat zijn onze activiteiten, waarom zijn we dit werk gaan doen en waar maken we ons druk om?’ Veel nieuw gekozen gemeenteraden hebben daarvoor een heidag of vergelijkbare sessies gehouden, of doen dat na het zomerreces. Dat zijn belangrijke momenten, stelt Gossink, waarbij de raad vooral focust op zijn eigen kunnen. Niet onbelangrijk: bespreek regelmatig hoe het in de praktijk gaat, anders verslapt de aandacht.

Samenwerken is daarbij van belang, waarbij de raad taken en dossiers verdeelt, binnen de fracties, maar ook binnen zijn commissies. Dat kan ook. Het verzamelen van informatie over een bepaald dossier is immers een politiek neutrale bezigheid; de oordeelsvorming (Wat vinden we ervan?) volgt pas later. ‘Heel veel raadswerk wordt individueel opgepakt. Maar het is bijna niet te doen om alles in je eentje bij te houden. Daarom moet je als gehele raad een structuur opzetten waarin dat kan.’

Keuzes maken
Het is een kwestie van keuzes maken: welke dossiers zijn belangrijk, en welke wat minder? Ga daarbij vooral wel de details in, als die belangrijk zijn, zegt trainer Gossink. ‘Soms doe je je werk door de kaders te stellen, soms juist ook door op de details te controleren. Ik noem dat weleens het Pieter Omtzigt-raadslid. Omtzigt zit in de Tweede Kamer ook vaak op de details, maar is daarmee wel een heel dwingende kracht.’

Neem de Omgevingswet. Als de raad daadwerkelijk alleen kaderstellend zou opereren, is de ruimte beperkt om te spreken over een plan dat weliswaar binnen de kaders van de wet valt, maar wel veel overlast kan veroorzaken voor omwonenden. Gossink: ‘Daar kun je je als raadslid zeker in vastbijten. Als je daarvan wegblijft, ben je meer een procesbegeleider.’

Moet je als raadslid alle stukken lezen? Gossink lacht. ‘Nee, natuurlijk niet. Dat zou ik absoluut niet doen. Je krijgt een heleboel toegestuurd, ook buiten het reguliere documentencircuit om. Ook hier moet je keuzes maken, maar minsten zo belangrijk is dat je met mensen praat. Dan hoor je andere dingen dan je in de stukken leest.’

Bepaal dus zélf wat je belangrijk vindt, en focus daar op. Dat kan dus best betekenen dat je het wel gaat hebben over de kleur van de straattegels, zegt Willemstein. In Alphen-Chaam werden in het buitengebied wegen voorzien van een fietssuggestiestrook. Dat zijn stroken aan beide zijden van de straat waar de fietser voorrang heeft. ‘Die stroken kun je in dezelfde kleur aanleggen als de rest van de straat, of in een contrasterende kleur. Dat laatste is duurder, maar wel veiliger. Daar kun je best een discussie over voeren.’