VNG Magazine nummer 12, 26 augustus 2022

Tekst: Pieter van den Brand | Beeld: Shutterstock

Voor de Omgevingswet gaat dit najaar een beslissende fase in. Weer uitstellen of niet? Hebben wethouders er nog wel vertrouwen in? De een wil van start, anders ebt de motivatie weg. De ander ziet de uitvoering in de knel komen.
 

Woningbouw

Veelvuldig uitstel. Dat is hét kenmerk van de in 2010 ingezette gang naar de Omgevingswet. Nog geen drie weken op zijn nieuwe post kwam de verantwoordelijk minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) met de zoveelste verschuiving van de invoeringsdatum. Die is nu voorzien op 1 januari 2023. De Eerste Kamer gaf onlangs weliswaar een voorlopig groen licht, maar is nog niet definitief akkoord. In november wordt er nog eens over gedebatteerd.

Doel van de wet is een vereenvoudiging en versnelling van de ruimtelijke ordening en de samenhangende procedures en vergunningverlening. Door te snoeien in het moeras van 26 wetten en honderden besluiten komen alle regels voor onder meer het bouwen, milieu en veiligheid in één wet terecht. Inwoners en bedrijven kunnen zich bij één digitaal loket melden waar hun plannen worden getoetst. Alle wetgeving is inmiddels door beide Kamers aangenomen, alleen de invoeringsdatum moet nog worden vastgesteld.

Er zijn verschillende redenen voor het veelvuldige uitstel. ’s Lands grootste stelselherziening in het omgevingsrecht is complex, veel regels staan op een andere plek. De hoofdreden is dat het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) nog niet op orde is. Daarom wil de Eerste Kamer een noodknop. In oktober moet onderzoek uitwijzen of de ICT van de Omgevingswet voldoende stabiel en betrouwbaar is.

Basale eisen
Eind juni, in de ledenvergadering van de VNG, schaarde 92 procent van de gemeenten zich achter een motie van Moerdijk om er bij De Jonge op aan te dringen alles op alles te zetten om de Omgevingswet op 1 januari in te laten gaan.
In Deventer constateert wethouder Liesbeth Grijsen (Gemeentebelang) dat de discussie allang niet meer gaat over de wet zelf, maar over de vraag of aan twee basale voorwaarden van gemeenten voor de inwerkingtreding van de wet kan worden voldaan.

De overheid heeft al een enorm imagoprobleem

‘Allereerst willen we dat we onze inwoners op hetzelfde niveau diensten en vergunningen kunnen blijven verlenen. Ook moet je omgevingsplannen kunnen wijzigen. Ten tweede mag de gebiedsontwikkeling geen vertraging oplopen. Het spannende punt van deze wet is dat ze sterk leunt op een nieuw digitaal stelsel, waarvan we nog niet zeker weten of het goed genoeg werkt om aan deze voorwaarden te kunnen voldoen. Dat maakt het ingewikkeld. Het is de vraag of elke gemeente op tijd klaar kan zijn om met dat digitaal stelsel te werken.’

De Jonge heeft alternatieven toegezegd voor gemeenten die bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet nog geen gebruik kunnen maken van het DSO. Ze kunnen dan hun oude systemen blijven gebruiken voor onder meer het ontsluiten en wijzigen van omgevingsplannen. Of dat haalbaar is, moet in september duidelijk worden. De techniek wordt nu beproefd.
‘Als het werkt, kunnen we de wet per 1 januari invoeren, want ze voldoet dan aan de twee belangrijke voorwaarden voor gemeenten’, zegt Grijsen. ‘In de tussentijd kun je het DSO verder testen en optimaliseren, waarna deze gemeenten later aan kunnen haken. Voor mij is dit een acceptabele terugvaloptie. Als je met deze wet aan de gang wil, moet je door. Alle gemeenten zijn druk met het realiseren van grote opgaven voor hun inwoners. Er is grote behoefte aan de bouw van nieuwe woningen. Nog een keer uitstellen maakt dat de energie eruit loopt. Dan wordt het erg moeilijk er nog de gang in te houden.’

Sceptisch
In Terneuzen is wethouder Frank van Hulle (TOP/GemeenteBelangen) kritisch. ‘Als bestuurder ben ik erg vóór deze wet, want je kunt inwoners en ondernemers sneller en beter helpen. Voor de uitvoering valt echter nog veel werk te verzetten. Te veel is onzeker om te verwachten dat je de problemen met trial-and-error wel op kunt lossen.’

De Omgevingswet legt een grote druk op het gemeentelijk apparaat, stelt Van Hulle. Terneuzen begon met een projectorganisatie met tal van werkgroepen. Nu is de projectleider voornamelijk alleen de trekker. ‘Haar collega’s die eerder betrokken waren, hebben het veel te druk met het reguliere werk. Zij krijgt ook terug dat er te weinig tijd is om nieuwe dingen op te pakken.’

Net als veel gemeenten heeft Terneuzen problemen met de ICT. ‘We hebben geprobeerd een eenvoudig omgevingsplan in het DSO te zetten, maar daar waren we drie weken mee bezig’, zegt Van Hulle. ‘Ook de helpdesk van de softwareleverancier kwam er niet uit. Er zijn veel foutmeldingen en daar word je erg zenuwachtig van. Het is nu al medio augustus. Ook aan de tijdelijke maatregelen zit veel werk voor gemeenten. Als we een jaar extra krijgen, hebben we de tijd om ervoor te zorgen dat onze organisatie helemaal goed is ingewijd en onze DSO-software werkt. De overheid heeft al een enorm imagoprobleem. Als onze inwoners ervaren dat de aanvraag van een vergunning straks hapert, is dat weer schadelijk voor de beeldvorming.’

Geen enkel nieuw ICT-systeem wordt zonder kinderziekten in gebruik genomen

Van Hulle wijst erop dat gemeenten, nu de Eerste Kamer nog geen formeel besluit genomen, tot oktober met twee scenario’s moeten werken: invoering per 1 januari, of toch nog uitstel en dat dan op het laatste moment. ‘We zitten nu midden in onze voorbereiding op de begroting voor volgend jaar. Een begroting mét de Omgevingswet en ook de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen heeft een negatieve impact op de gemeentelijke inkomsten. De wetten niet meenemen leidt tot extra werk, als toch blijkt dat de wet wel op 1 januari ingaat. Maar als gemeente zijn we verplicht de begroting vóór 15 november vast te stellen.’

Helderheid
Apeldoorn wil de streep beslist op 1 januari 2023 trekken. ‘We hadden liever gezien dat de Eerste Kamer in juli met het invoeringsbesluit akkoord was gegaan. Dan was er pas echt helderheid gekomen’, zegt wethouder Peter Messerschmidt (Lokaal Apeldoorn). Hij is positief over de Omgevingswet, die de verschillende thema’s rond ruimtelijke ontwikkeling samenvoegt, regels transparanter en eenvoudiger maakt en voor een groot deel eenduidiger. Niet alleen voor de gemeentelijke overheid, ook voor initiatiefnemers en inwoners. ‘We sorteren in onze processen al volop voor op deze wet en kijken er al jaren naar uit naar wanneer het nu echt gaat gebeuren. Maar het gebeurde telkens niet.’

Als het nu weer niet doorgaat, voorziet ook Messerschmidt metaalmoeheid. ‘Iedereen hier is al zo lang bezig met de voorbereidingen, niet alleen onze medewerkers bij ruimtelijke ordening maar ook andere betrokken collega’s in bijvoorbeeld onze klantcontactcentra. Als er nu weer uitstel komt, is de motivatie weg.’

Kinderziekten
Bij de invoering van de wet geldt uiteraard dat de basis ervan op orde moet zijn, ook de ICT, stelt Messerschmidt. ‘Ook wij lopen bij de digitalisering tegen een aantal punten aan. Daar hoeven we niet huiverig voor te zijn. Geen enkel nieuw ICT-systeem wordt zonder kinderziekten in gebruik genomen. We moeten de basis zo inrichten dat we aan de gang kunnen. Als het DSO stabiel is, is het wat ons betreft tijd om er een klap op te geven: laten we in januari gewoon beginnen.’

Als het echt niet lukt het DSO werkend te krijgen, pleit Messerschmidt voor een langere termijn van uitstel. ‘Ga niet weer automatisch een halfjaar uitstellen, maar laat het dan over aan de ICT-professionals en neem de termijn over die zij als realistisch zien.’

Een snelle invoering heeft ook een praktische reden, zegt Messerschmidt. Apeldoorn wil niet langer een projectorganisatie in de benen houden. ‘Dat kost simpelweg capaciteit. Met de opgaven die het rijk van ons vraagt op het gebied van wonen en ontwikkelen willen we deze medewerkers daar heel graag op inzetten. Er is een schaarste aan kwalitatief hoogwaardig personeel. Er zijn dedicated professionals nodig, maar die zitten bij ons nu op de Omgevingswet. Het is wrang dat je capaciteit moet inzetten op een dossier waarvan je niet weet wanneer het wordt uitgevoerd.’