VNG Magazine nummer 12, 26 augustus 2022

Auteur: Frits Naafs

Veiligheidsregio’s krijgen er steeds meer taken bij, ook taken die niet direct crisisgerelateerd zijn. Pas daarmee op, waarschuwt burgemeester Frits Naafs van Utrechtse Heuvelrug: een extra bestuurslaag met eigen bevoegdheden is ongewenst.
 

Frits Naafs

Het landschap van crisis verandert in sneltreinvaart. We worden meer dan tevoren geconfronteerd met langdurige en complexe crises. Tijdens de Algemene Ledenvergadering van de VNG diende ik namens de gemeente Utrechtse Heuvelrug met steun van 31 gemeenten een motie in over de veiligheidsregio’s die met 99,66 procent van de stemmen werd aangenomen. Mijn oproep aan het kabinet is om terughoudend te zijn met het neerleggen van landelijke opgaven en ambities bij onze veiligheidsregio’s. Ook moet ervoor gewaakt worden dat het Veiligheidsberaad zich ontwikkelt tot een extra bestuurslaag met eigenstandige bevoegdheden zonder democratische legitimiteit. 

Explosies
Waarom is dit een probleem? Ons stelsel van crisisbeheersing en rampenbestrijding is van oudsher ingericht op korte flitscrises en -rampen. Denk aan grote branden of explosies die in tijdsduur variëren van enkele uren tot maximaal een aantal dagen. Onze hulpdiensten en crisisorganisaties zijn goed uit- en toegerust op dit soort scenario’s. Het is de kracht van onze veiligheidsregio’s: snel en adequaat reageren door specialistische kennis, kunde en materieel in te zetten waar nodig. Vorig jaar werd mijn gemeente getroffen door extreem noodweer, waarbij een valwind in één klap honderden woningen beschadigde en een compleet natuurgebied verwoestte. In korte tijd was er grootschalige inzet van de vele brandweerkorpsen uit de gehele veiligheidsregio om Leersum te helpen. Deze regionale slagkracht vormt in mijn beleving de essentie en meerwaarde van onze crisisbeheersings- en rampenbestrijdingsorganisatie.

De afgelopen jaren zien we dat crises complexer worden, langer duren en vragen om meer samenwerking tussen organisaties én over de eigen grenzen heen. De evaluatiecommissie Wet veiligheidsregio’s concludeert terecht dat de huidige wetgeving niet langer passend is voor de crisis van de toekomst. Onze crisisbeheersing moet meer dan eens flexibel worden ingericht, maar betekent dit dat onze lokale en regionale structuren daarvoor op de schop moeten? Ik zie een tendens waarin onze veiligheidsregio’s worden ingezet voor tal van uitvoerende taken, die niet altijd passen bij waar ze wettelijk verantwoordelijk voor zijn. De coronacrisis en de huidige uitdagingen bij de opvang van vluchtelingen zijn de meest prominente voorbeelden. Het is niet wenselijk dat veiligheidsregio’s de verantwoordelijkheden van andere partijen hierin overnemen: zij zijn géén duizenddingendoekjes om de oplossing te verzorgen.
 
Samenwerken
De coronacrisis maakte duidelijk hoe belangrijk het is om goed samen te werken, ook als het gaat om het samenspel tussen het rijk en onze veiligheidsregio’s. Het Veiligheidsberaad was daarvoor het platform en voorzag in een plotselinge behoefte. Korte lijnen in tijden van crisis zijn bijzonder waardevol, maar mijn oproep is om dat niet te institutionaliseren als een ‘one size fits all’-oplossing. Het creëren van een extra bestuurslaag met eigen bevoegdheden is onwenselijk, juist in tijden waarin de roep om democratische legitimiteit, nabijheid en het afleggen van verantwoording groeit. Dit alles gaat ten koste van het lokaal maatwerk en de goede samenwerking die er al is. De veiligheidsregio’s zijn waardevol in het leveren van kennis en expertise, maar zijn nadrukkelijk een vorm van verlengd lokaal bestuur. Dat moet zo blijven; de burgemeesters en voorzitters van veiligheidsregio’s leggen verantwoording af over de crisisbeheersing en rampenbestrijding aan de eigen gemeenteraad. Dit is belangrijk, want op die manier blijft de lokale overheid in positie – ook in tijden van crises.

Frits Naafs is burgemeester van Utrechtse Heuvelrug.