Om de rechtmatigheid binnen de Wmo en de Jeugdwet te controleren en onderzoeken, hebben gemeenten een toezichthouder nodig. Binnen de Wmo is dit verplicht, binnen de Jeugdwet wordt het sterk aangeraden. Hoe gaan de gemeenten hiermee om? Hoe richten ze het in? Waar lopen ze tegenaan? En wat komen ze tegen? Team Zorg van VNG Naleving legt deze en andere vragen voor aan toezichthouders van verschillende gemeenten.

Esther van Oosten, sinds 1 oktober 2017 Coördinator Meldpunt Zorgsignalen en Fraude bij de gemeente Rotterdam.

Hoe is het toezicht op en handhaving van de Wmo 2015 en de Jeugdwet georganiseerd in Rotterdam?

In Rotterdam is het toezicht op 2 verschillende manieren belegd. Bij het meldpunt Zorgsignalen en Fraude Rotterdam zijn toezichthouders werkzaam. Zij houden toezicht op de rechtmatigheid van de Wmo 2015 en de Jeugdwet. Daarnaast zijn er vanaf medio 2016 vanuit de GGD Rotterdam Rijnmond regionale Wmo-toezichthouders actief. Zij werken voor de GGD en houden toezicht op de kwaliteit van de Wmo-ondersteuning. De toezichthouders kwaliteit Wmo en de toezichthouders van het meldpunt werken onderling goed samen en stemmen regelmatig met elkaar af. In het Jeugddomein houden landelijke inspecties toezicht op de kwaliteit.

Wat vind je zelf belangrijk bij het voorkomen en tegengaan van fouten en fraude?

Momenteel zijn wij met een groot rechtmatigheidsonderzoek bezig naar een pgb-aanbieder. Het beeld dat wij hierbij zien is dat Wmo-adviseurs en wijkteammedewerkers zich ontzettend hard aan de poort inzetten om de pgb-vaardigheid van de cliënt of diens vertegenwoordiger goed te toetsen.

Als het pgb toegekend is door de gemeente kan met het toezenden van een eenvoudig wijzigingsformulier aan de SVB de vertegenwoordiger worden gewijzigd. Zonder tussenkomst of accordering van de gemeente, terwijl de gemeente Rotterdam veel investeert op de toetsing van de vertegenwoordiger aan de voorkant. Ook andere wijzigingen kunnen aan de SVB worden doorgegeven, zonder dat de gemeente hiervan in kennis wordt gesteld.

Naar mijn idee zou er bij de SVB op dit fundamentele punt per direct iets moeten wijzigen. Wij zien nu te veel casussen waarin bijvoorbeeld de zorgaanbieder, via een wijzigingsformulier aan de SVB, tevens de vertegenwoordiger is geworden. Dan is er sprake van grote belangenverstrengeling, wat niet ten goede komt aan de cliënt.

Waar liep je in de beginperiode tegenaan en wat moe(s)t je regelen om deze knelpunten voor de toekomst weg te nemen?

Ons meldpunt bestaat nu uit 4 fte. Hierin zitten collega’s met expertise van de Wmo 2015, kennis van de Jeugdwet en ervaring met onderzoek. Je hebt als team de tijd nodig om naar elkaar toe te groeien en van elkaars expertise te leren.

Bij de start waren er een hoop organisatorische uitdagingen (systemen verkrijgen, aanwijzingsbesluit voor de bevoegdheden, spreekplekken, werkplekken, et cetera). Mijn team verdient echt een compliment voor zijn positieve en opbouwende inzet in de afgelopen periode! We hebben met elkaar veel bereikt, geleerd en mooie casussen onderzocht.

Het goede nieuws is dat wij dit jaar gaan uitbreiden naar 10 fte! Dat betekent dat wij nog beter in staat zijn om mogelijke onrechtmatigheden te onderzoeken. Hierdoor kunnen we nog meer focus aanbrengen zodat de zorg op de goede plek terechtkomt.

Welke casus is je het meeste bijgebleven?

We hebben 1 casus onderzocht waarin een moeder een pgb (Wmo 2015) ontving en waarbij 1 van haar kinderen ook een pgb ontving vanuit de Jeugdwet. De moeder had het rekeningnummer van haar minderjarige kind opgegeven als het rekeningnummer van haar zorgverlener voor de uitbetaling van het pgb. Uit onderzoek bleek dat de zorgverlener geen zorg verleende aan de moeder. Er is 3 jaar lang onterecht pgb uitbetaald op het rekeningnummer van het minderjarige kind van de moeder.

Ook had de moeder via een wijzigingsformulier aan de SVB opgegeven dat zij de zorgverlener van haar kind werd voor onbepaalde tijd. Zij declareerde hierdoor een deel van het pgb van haar kind voor zorg die zij niet leverde.

We kunnen veel leren van deze casus. Het meldpunt heeft door het inzoomen op dit soort signalen ook een preventieve werking. Wij doen hard ons best om samen met verschillende afdelingen te kijken of er beleidsmatig, in werkinstructies of op een ander manier verbeteringen kunnen worden aangebracht om te voorkomen dat dit soort casussen nog kunnen ontstaan.

Welke trends zie je bij fraude binnen de Wmo en hoe kun je jezelf hier als gemeente tegen wapenen?

Het beeld van het meldpunt tot op heden is dat er pgb-aanbieders zijn die de gehele regie over het pgb van de cliënten overnemen. Veelal van kwetsbare Rotterdammers met een zwakke gezondheid, die soms de Nederlandse taal niet beheersen of niet met de computer om kunnen gaan. De cliënten beheren niet zelf het pgb en hebben ook geen regie over de zorg die zij zelf inkopen. Dat kan soms met goede bedoelingen van hulpverleners zijn, maar in enkele door ons onderzochte dossiers hebben wij bijvoorbeeld DigiD-codes, TAN-codes (voor bankoverschrijvingen), machtigingscodes voor het opvragen van medische gegevens en machtigingen voor het verrichten van betalingen en financiën in de cliëntendossiers van de pgb-aanbieder aangetroffen. Dan gaan hulpverleners/aanbieders echt de grens over naar frauduleus handelen.

In Rotterdam wordt nu door medewerkers bij de toekenning van het pgb echt gekeken of de klant zelf het pgb kan beheren of een goede vertegenwoordiger heeft. Zo niet, dan wordt er geen pgb meer toegekend.

Wat zijn de recente ontwikkelingen in Rotterdam?

Rotterdam is onlangs aangesloten op het Informatie Knooppunt Zorgfraude (IKZ). Een echte mijlpaal waardoor wij beter in staat zijn om met elkaar onrechtmatigheden aan te pakken. Ook zijn we recent live gegaan met het digitale meldpunt voor burgers rotterdamzorgfraude.nl voor het melden van vermoedens van onrechtmatigheden.