Om de rechtmatigheid binnen de Wmo en de Jeugdwet te controleren en onderzoeken, hebben de gemeenten een toezichthouder nodig. Binnen de Wmo is dit verplicht, binnen de Jeugdwet wordt dit sterk aangeraden. Hoe gaan gemeenten hiermee om? Hoe richten ze het in? Waar lopen ze tegenaan? En wat komen ze tegen? Team Zorg van VNG Naleving legt deze en andere vragen ook dit jaar voor aan toezichthouders van verschillende gemeenten.
Nicol Oude Luttikhuis is sinds januari 2018 teamleider toezicht en handhaving Wmo en Jeugd bij de gemeente Enschede. Daarvoor was Nicol 4 jaar bestuursadviseur van wethouder Eelco Eerenberg, die onder meer Jeugd (inclusief de Jeugdwet) in zijn portefeuille heeft.
Hoe is het toezicht op en de handhaving van de Wmo 2015 en de Jeugdwet in Enschede georganiseerd?
In Enschede hebben we sinds 2018 een team toezicht en handhaving. Onder dit team vallen zowel Contractmanagement als Handhaving, omdat wij erin geloven dat het belangrijk is dat beide disciplines goed samenwerken. Als je aan de voorkant de zaken goed regelt en tussendoor goed monitort, kun je beter het kaf van het koren scheiden en geef je malafide bedrijven minder kans.
Waarom hebben jullie ervoor gekozen om op het gebied van toezicht en handhaving samen te werken met andere Twentse gemeenten?
Wij hebben met ingang van 2019 met andere Twentse gemeenten gezamenlijk de maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp ingekocht. Ook bij het toezicht op deze gecontracteerde partijen werken we samen. Er zijn namelijk ook veel partijen die cliënten hebben in meerdere gemeenten. En door samen op te trekken, voorkom je het waterbedeffect.
Kun je iets vertellen over het 'nieuwe' stoplichtmodel?
Jeugdhulp en ondersteuning onder de Jeugdwet en de Wmo hebben wij regionaal gezamenlijk ingekocht. Hierbij zijn we uitgegaan van vertrouwen, door de eisen aan de voorkant laag te houden. Maar daarbij maken we wel gebruik van een barrièremodel. Dit houdt in dat zorgaanbieders die zich hebben ingeschreven worden beoordeeld op vele punten (financieel, organisatorisch, bedrijfsmatig), waarbij ze worden ingedeeld in 3 categorieën: groen, oranje, rood. In januari 2019 zijn we gestart met nader onderzoek naar de organisaties die rood zijn.
Welke fraudecasus Wmo/ Jeugdwet heeft de meeste indruk op je gemaakt?
In het jaar dat ik nu bij toezicht zit, ben ik vooral verrast over hoe vaak het voorkomt dat mensen in een afhankelijke positie komen van hun zorgaanbieder. Ik moet denken aan meerdere casussen, waarbij wonen en zorg door dezelfde partij wordt geboden. Mensen kunnen alleen bij de zorgaanbieder wonen als ze ook de zorg blijven afnemen. Hierdoor klagen ze ook niet snel over de geboden zorg. Schrijnend, want dit betreft toch al zo’n kwetsbare groep.
Welke tips kun je toezichthouders in het land geven op basis van de ervaringen die jullie in Enschede hebben opgedaan?
- Werk samen met relevante partijen, zowel intern als extern. Denk aan contractmanagement, wijkteams, Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) en andere gemeenten.
- Maak een goede risico-analyse, zodat je prioriteiten kunt stellen. Wij gebruiken hiervoor Annual insight.
- Zorg voor goede juridische ondersteuning.
- Rechtmatigheid en kwaliteit horen bij elkaar. Je merkt dat in een onderzoek je snel beide aspecten aantreft. Voor Wmo ligt de bevoegdheid hiertoe bij onze toezichthouders, voor jeugd bekijken wij de rechtmatigheid en werken wij nauw samen met de IGJ, die de bevoegdheid heeft voor de kwaliteit.
- Breng alle gevolgen in beeld voor de inwoner, de betreffende organisatie en je gemeente.
Met wie werken jullie allemaal samen, hoe ziet die samenwerking eruit en wat levert het jullie op?
In Twente hebben we een casustafel ingericht bij het RIEC, speciaal voor zorgfraude. Wij werken hierin samen met de Organisatie voor Zorg en Jeugdhulp Twente (OZJT), andere gemeenten, Sociale Recherche Twente, RIEC, IGJ, Belastingdienst, UWV en Openbaar Ministerie. Daarnaast zijn we onlangs aangesloten bij het Informatie Knooppunt Zorgfraude (IKZ) en nemen we deel in landelijke overleggen, zoals het Leercirkeloverleg en Divosa.
Op welke resultaten die jouw afdeling boekte ben je het meest trots?
Vooral dat we in het jaar dat we nu een team zijn, het ons steeds beter lukt om gedegen onderzoeken te doorlopen en ook af te ronden. We hebben hiervoor geïnvesteerd in een lean-traject voor ons onderzoekproces en het opstellen van een standaardrapport. Hierbij werken we onder andere samen met onze juristen, wijkteams, backoffice en contractmanagement. De onderzoeken die we doen, brengen ook inzicht in ons eigen functioneren als gemeente. Dit draagt bij aan het doorontwikkelen van beleid en processen binnen het sociaal domein.
En hebben jullie ook al succesvol teruggevorderd?
Het gaat ons om de juiste zorg voor cliënten door het aanpakken van malafide bedrijven. Als je een contract met een bureau opheft, betekent dat niet dat een cliënt de zorg niet nodig heeft. Het is dan ook niet zo dat dit geld oplevert, want het geld gaat vervolgens naar een andere aanbieder die wel de juiste zorg kan leveren.
Zijn er zaken die je graag zou willen delen met andere gemeenten?
We nodigen graag andere toezichthouders uit om bij ons te komen kijken en ervaringen te delen, zodat we van elkaar kunnen leren. Zo hebben wij het ingebrekestellingsproces in kaart gebracht, maken we gebruik van Annual Insight en hebben een standaardopmaak voor rapporten opgesteld.